6.1 Een nieuw Europa?

6.1 Een nieuw Europa 
Les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1 Een nieuw Europa 
Les 1

Slide 1 - Slide

Dit is de kaart van Europa ....
A
Voor de Koude Oorlog
B
Tijdens de Koude Oorlog
C
Na de Koude Oorlog

Slide 2 - Quiz

Wanneer eindigde de Koude Oorlog?
A
1949
B
1989
C
1980
D
1992

Slide 3 - Quiz

Wie was tijdens het einde van de koude oorlog de sovjet leider
A
Michail Gorbatsjov
B
Chroesjtsjov
C
Jozef Stalin
D
Fidel Castro

Slide 4 - Quiz

Wat wordt bedoeld met Glasnost?
A
Nieuwe communistische politiek
B
Nieuw volkslied van Rusland na einde koude oorlog
C
Nieuwe economische hervormingspolitiek in de S.U.
D
Nieuwe politieke openheid in de S.U.

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met Perestrojka?
A
Nieuwe communistische politiek
B
Nieuwe economische hervormingspolitiek in de S.U.
C
Nieuwe politieke openheid in de S.U.
D
Nieuw volkslied van Rusland na einde koude oorlog

Slide 6 - Quiz

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De invoering van de euro (januari 2002)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 7 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen?
Paragraaf 6.1 behandelen
- Einde Koude oorlog
- Joegoslavië
- Srebrenica

Slide 8 - Slide

Instructie 

Slide 9 - Slide

Einde van het Communisme
  • Glasnost en Perestroika
  • Demonstraties
  • Geen steun van SU
  • Communisten verloren vrije verkiezingen
  • Eenwording 
  • SU werd Rusland

Slide 10 - Slide

Joegoslavische burgeroorlogen
1991-1999




  • In Joegoslavië, dat na de Eerste Wereldoorlog was ontstaan, leven veel verschillende volken
  • Na de val van de Sovjet-Unie willen zij (Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina) onafhankelijk worden van Joegoslavië.
  • De Servische minderheid wil dit niet: zij wil juist een Groot Servië.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video








  • Later blijkt dat de Serviërs bijna al deze mannen hebben vermoord

  • ‘Srebrenica’ is de grootste massamoord (genocide) in Europa sinds de Holocaust tijdens Tweede Wereldoorlog. 

Slide 14 - Slide






Slide 15 - Slide


Oorlog in Kosovo
1998-1999




  • Als de Joegoslavische provincie Kosovo in 1999 onafhankelijk wil worden, stuurt de Milošević een leger om de Servische minderheid te beschermen. 
  • Voor de NAVO is de maat nu vol: ze vallen Milošević aan, die zich moet overgeven. In 2001 wordt hij gearresteerd en naar het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag gebracht, waar hij in 2006 (vóór zijn proces begint) overlijdt.


Slide 16 - Slide


De Kandidaat kan een eigen standpunt over historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen weergeven en toelichten

Slide 17 - Slide

Vraag 1
Lees de twee stellingen. Kies één stelling en bedenk TWEE argumenten waarom je het met die stelling eens kunt zijn. 
1. Dutchbatters zijn soldaten. Een soldaat moet altijd doen wat zijn officier zegt. De officieren zeiden dat de soldaten de Bosniërs niet mochten beschermen. De soldaten hadden dus gelijk dat ze niets deden. 
2. Dutchbatters zijn ook mensen. Toen de Serviërs achtduizend mannen hadden mee genomen, hadden de Dutchbatters moeten ingrijpen, ook al mocht dat niet. 

Slide 18 - Slide

Vraag 2
In april 2002 besloot de Tweede Kamer tot een onderzoek naar de gebeurtenissen rond de uitzending van militairen naar Srebrenica in voormalig Joegoslavië.

Van welk recht maakte de Tweede Kamer gebruik?

Slide 19 - Slide