1.4 driehoeken 4-9-20

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


1 / 38
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


Slide 1 - Slide

Ready?
  • Is iedereen aanwezig?

  • Hebben jullie alles mee?

  • Huiswerk af? 53 t/m 59

Slide 2 - Slide

Planning
LESDOEL: Ik weet wat driehoeken zijn en hoe ik deze moet tekenen
Vragen
Heel veel uitleg
Aan de slag (?)
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Vragen?

Slide 4 - Slide

1.4 driehoeken
Vlak figuur met Drie hoekpunten


Slide 5 - Slide

1.4 driehoeken
Vlak figuur met Drie hoekpunten

A, B en C zijn de hoekpunten

Slide 6 - Slide

1.4 driehoeken
Vlak figuur met Drie hoekpunten

A, B en C zijn de hoekpunten
AB, BC en AC zijn de zijden

Slide 7 - Slide

1.4 driehoeken
Vlak figuur met Drie hoekpunten

A, B en C zijn de hoekpunten
AB, BC en AC zijn de zijden

Driehoek ABC ΔABC 

Slide 8 - Slide

1.4 driehoeken
Vlak figuur met Drie hoekpunten

A, B en C zijn de hoekpunten
AB, BC en AC zijn de zijden

Driehoek ABC ΔABC 
180 graden

Slide 9 - Slide

Soorten driehoeken

Slide 10 - Slide

Soorten driehoeken
Scherphoekige driehoek: drie scherpe hoeken (kleiner dan 90º)

Slide 11 - Slide

Soorten driehoeken
Scherphoekige driehoek: drie scherpe hoeken (kleiner dan 90º)
Rechthoekige driehoek: één rechte hoek, 90º)

Slide 12 - Slide

Soorten driehoeken
Scherphoekige driehoek: drie scherpe hoeken (kleiner dan 90º)
Rechthoekige driehoek: één rechte hoek, 90º)
Stomphoekige driehoek: één stompe hoek (groter dan 90º)

Slide 13 - Slide

Gelijkbenige driehoek

Slide 14 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Twee evenlange zijden -> benen

Slide 15 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Twee evenlange zijden -> benen
De andere zijde heet de basis

Slide 16 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Twee evenlange zijden -> benen
De andere zijde heet de basis
De aanliggende  hoeken van de basis zijn even groot

Slide 17 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Twee evenlange zijden -> benen
De andere zijde heet de basis
De aanliggende  hoeken van de basis zijn even groot

Dezelfde hoeken geef je aan met
bijvoorbeeld een stip

Slide 18 - Slide

Gelijkzijdige driehoek

Slide 19 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Drie evenlange zijden


Slide 20 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Drie evenlange zijden

Alle hoeken zijn 60º

Slide 21 - Slide

Driehoeken tekenen
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 22 - Slide

Driehoeken tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 23 - Slide

Driehoeken tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken het gegeven lijnstuk en zet de namen erbij
2. 
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 24 - Slide

Driehoeken tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken het gegeven lijnstuk en zet de namen erbij
2. Teken de aanliggende hoeken
3. 
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 25 - Slide

Driehoeken tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken het gegeven lijnstuk en zet de namen erbij
2. Teken de aanliggende hoeken
3. Zet de naam van het derde hoekpunt bij het snijpunt van de twee getekende benen

Voorbeeld: 
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 26 - Slide

Driehoeken tekenen
0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1. Teken het gegeven lijnstuk en zet de namen erbij
2. Teken de aanliggende hoeken
3. Zet de naam van het derde hoekpunt bij het snijpunt van de twee getekende benen

Voorbeeld: Teken ΔABC met AB = 6cm, ∠A = 60º en ∠B =45º 
Met één bekende zijde en de twee aanliggende hoeken

Slide 27 - Slide

Met één bekende hoek en de  lengte van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 28 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 29 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  Teken één van de gegeven lijnstukken en zet de namen erbij
2. 

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 30 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  Teken één van de gegeven lijnstukken en zet de namen erbij
2. Teken de gegeven hoek
3. 

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 31 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  Teken één van de gegeven lijnstukken en zet de namen erbij
2. Teken de gegeven hoek
3. Teken het derde hoekpunt op de gegeven afstand en zet de naam erbij
4.

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 32 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  Teken één van de gegeven lijnstukken en zet de namen erbij
2. Teken de gegeven hoek
3. Teken het derde hoekpunt op de gegeven afstand en zet de naam erbij
4. Teken de laatste lijn
Voorbeeld: 

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 33 - Slide

0. Maak een schets en schrijf de gegevens op
1.  Teken één van de gegeven lijnstukken en zet de namen erbij
2. Teken de gegeven hoek
3. Teken het derde hoekpunt op de gegeven afstand en zet de naam erbij
4. Teken de laatste lijn
Voorbeeld: Teken ΔABC met AB = 5cm, BC = 4 en ∠B =70º 

Met één bekende hoek en de  lengtes van de aanliggende zijden
Driehoeken tekenen

Slide 34 - Slide

Aan de slag (7e uur)

Maak: 66 t/m 82

Klaar? Nakijken






Je gaat rustig aan het werk!

Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 


Slide 35 - Slide

Lesdoel behaalt?
  • Ik weet wat vierhoeken, rechthoeken en vierkanten zijn;
  • Ik weet hoe ik deze moet tekenen.

Slide 36 - Slide

Vragen?

Slide 37 - Slide

Stoelen aanschuiven
Huiswerk dinsdag: 66 t/m 82 + nakijken

Slide 38 - Slide