Meeting donderdag 23 april

Goed dat jullie er allemaal weer zijn. Wie heeft er iets wat NU even gedeeld moet worden met de klas?
1 / 41
next
Slide 1: Open question
MentorlesBasisschoolGroep 8

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goed dat jullie er allemaal weer zijn. Wie heeft er iets wat NU even gedeeld moet worden met de klas?

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Wie heeft de persconferentie bekeken?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Hoe denk jij over het feit dat de scholen weer open gaan vanaf 11 mei?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Oké, we gaan eerst starten met verschillende vragen tijdens deze LessonUp. Is er nu al iets wat jij daarna graag wilt vertellen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

De volgende vragen zijn over BBL
Dat was bij groep 7 & 8 anders. We hebben eerst 2 vragen voor groep 7, daarna twee voor groep 8. Heb jij je BBL tekst gelezen? #kangoeroegroep

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Voor groep 7
(Groep 8 mag gokken)
Over 'oom Tompa' BBL

A
Hij was een rijk man
B
Hij was niet rijk
C
Daar stond niets van in
D
Wie is oom Tompa?

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Deze is alleen voor groep 7:
Was de buurman blij met wat oom Tompa deed? Waarom?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Deze is alleen voor groep 8
(Groep 7 mag gokken)
Waarom hebben we haar op ons hoofd?
A
Om het warm te houden
B
Om te beschermen
C
Om mooi te zijn
D
Zodat de kappers werk hebben

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Weer een vraag voor groep 8
Waarvoor zijn de haartjes die aan je oogleden groeien (wimpers)

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Oke, we gaan over
naar een aantal
'algemene kennis' vragen.
Waar hoop jij dat het over gaat?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat hoort bij elkaar? Sleep het groene vakje naar het juiste vakje.
4 mei
5 mei
doden herdenken
4 mei 20.00 uur
Bevrijdingsfestival
Vrijheid vieren
Monument op de dam 
leggen een krans.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar ging deze eerste aflevering over?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Zet de gebeurtenissen in de goede volgorde
Hitler komt aan de macht in Duitsland.
Duitsland valt Polen Binnen
bombardement op Rotterdam
Nederland geeft zich over

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat vond jij van deze aflevering en ben je van plan om er nog meer te kijken?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

We gaan nu verder met rekenvragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het handig om een schaal te gebruiken?
A
Omdat anders het fruit los op tafel ligt.
B
Omdat je niet alles zo groot kunt tekenen als het in werkelijkheid is.
C
Omdat je zo uit kunt rekenen hoe lang iets duurt.
D
Omdat je dan kan zien welke richting je uit moet.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De breuk 1/3 hoort bij het kommagetal...
A
0,33
B
0,3
C
0,25
D
0,30

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De breuk 1/5 hoort bij het kommagetal...
A
0,2
B
0,20
C
0,200
D
0,125

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hijs gaat om 15:06 uur weg met de fiets. Jordy ging 69 minuten eerder weg. Hoe laat vertrok Jordy?
A
13:57
B
13:47
C
13:16
D
13:59

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Julian gaat om 10:03 uur weg met de fiets. Sepp ging 12 minuten eerder weg. Hoe laat vertrok Sepp?
A
09:45 uur
B
09:52 uur
C
09:51 uur
D
10:51 uur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 dm²
B
32 cm²
C
2,7 dm²
D
16 cm

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een schapenkooi is 15 x 10 meter.

Hoeveel hek heeft de boer moeten
kopen om de kooi te maken?
A
50 m
B
150 m

Slide 23 - Quiz

Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.
Een kubieke decimeter is evenveel als...
A
10 liter
B
1 liter
C
100 liter
D
0,1 liter

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een weiland heeft lengte van 200 m en een breedte van 100 m. Hoeveel vierkante meter oppervlakte heeft dit weiland?
A
100 x 200 = 20.000 m2
B
100 + 200 x 2 = 60.000 m2
C
100 + 200 = 300 m2
D
100 x 200 : 2 = 10.000 m2

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is meer?
A
0,85 miljoen
B
85 000

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is meer?
A
7,4 miljoen
B
7 400 001

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Oké, we gaan van rekenen
over naar spelling.
Typ een werkwoord waar jij nu aan denkt!

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:
jagen
a= gejaagt b =gejaagd
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

vinden
...... jij hem aardig?
a= vind b= vindt c= vint
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is goed? a=bacterien
b= bacterieën c= bacterieen d= bacteriën
A
bacterien
B
bacterieën
C
bacterieen
D
bacteriën

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven
A
geverft
B
geverfd
C
gevervt
D
gevervd

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welke zijn hoofdtelwoorden
A
1.2.3.4.5.6.
B
eerste, laatste, acht
C
die,deze , dit , acht
D
de, het, een.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord krijgt een trema in het meervoud?
A
olie
B
functie
C
seconde
D
tafel

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

GOED 
FOUT
Is het woord goed of fout geschreven?
atvertentie
supstantie
object
advent
absorberen

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke categorie hoort het woord?
Tropisch woord
Politie woord
Taxi woord
Route woord
Garage woord
Horloge
Routine
Xylofoon
Justitie
Elektrisch

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Is wel een werkwoord
Is niet een werkwoord
slapen
zijn
moeder
school
grappig

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

onderwerp
persoonsvorm
bepaling van tijd
voltooid deelwoord
Het huis 
is
vorige week
verbrand

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Dit was 'm voor vandaag. Wat vond jij van deze LessonUp?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions


Slide 41 - Open question

This item has no instructions