H3L91 - 1HVD - Woensdag - 4.8 Grammatica woordsoorten - persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Stillezen (leesboek + lesboek + schrift controleren, leg op je tafel)
  • Uitleg persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Zelfstandig werken: opdracht 1 t/m 8 + 9 en 10 van 4.8 Grammatica woordsoorten (lees uit je boek, werk in je schrift) 



Aan het einde van deze les
  • kun je het persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord in een zin aanwijzen;
  • weet je wanneer je 'hun', 'hen' of 'zij' gebruikt. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Dia-toetsen (tekst, woord en spelling)
  • Fictie-opdracht 4 (elkaar interviewen)
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Stillezen (leesboek + lesboek + schrift controleren, leg op je tafel)
  • Uitleg persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Zelfstandig werken: opdracht 1 t/m 8 + 9 en 10 van 4.8 Grammatica woordsoorten (lees uit je boek, werk in je schrift) 



Aan het einde van deze les
  • kun je het persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord in een zin aanwijzen;
  • weet je wanneer je 'hun', 'hen' of 'zij' gebruikt. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Dia-toetsen (tekst, woord en spelling)
  • Fictie-opdracht 4 (elkaar interviewen)
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)

Slide 1 - Slide

Grammatica woordsoorten
Ik
pak
snel
mijn
tas
omdat
ik
haast 
heb

Slide 2 - Slide

Een voegwoord verbindt:
1. Twee zinsdelen
Ik heb een hond en een kat. 

2. Twee hoofdzinnen (nevenschikking)
Ik heb een hond en ik heb een kat. 

3. Een hoofdzin en een bijzin (onderschikking)
Ik ga meteen beginnen, omdat ik veel huiswerk heb.

Slide 3 - Slide

Hoe vind je het voegwoord?
  1. Maak van de samengestelde zin twee losse zinnen (soms moet je de volgorde iets veranderen)
  2. Het voegwoord blijft over 

Omdat ik veel huiswerk heb, ga ik meteen beginnen.
Zin 1: Ik ga meteen beginnen.
Zin 2: Ik heb veel huiswerk
Voegwoord: omdat 

Slide 4 - Slide

Uitlegfilmpje persoonlijk voornaamwoord (psv)

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord (psv)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Bij welk filmpje vond je de uitleg duidelijker?
Filmpje één
Filmpje twee

Slide 9 - Poll

Wat is de juiste vorm?
A
Ik geef hen les.
B
Ik geef hun les.

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
Ik heb hen al een tijdje niet gezien.
B
Ik heb hun al een tijdje niet gezien.
C
Ik heb zij al een tijdje niet gezien.

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
Hebben hun zich weer misdragen op het feestje?
B
Hebben hen zich weer misdragen op het feestje?
C
Hebben zij zich weer misdragen op het feestje?

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
Ik gaf hun een lunchpakketje mee.
B
Ik gaf hen een lunchpakketje mee.
C
Ik gaf zij een lunchpakketje mee.

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
A
Dat is hun lunchpakketje.
B
Dat is hen lunchpakketje.
C
Dat is zij lunchpakketje.

Slide 14 - Quiz

Wat is 'hun' in deze zin:

Dat is hun lunchpakketje.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

Wat is 'ik' in deze zin:

Dat lunchpakketje geef ik hun.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

Wat is 'hun' in deze zin:

Dat lunchpakketje geef ik hun.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

Zij/hen/hun

Slide 18 - Slide