What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
H4 - §4.3 Radioactief verval
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik §4.2
lesdoelen §4.3
instructie §4.3
maken opgave
afsluiting les
§4.3 - Radioactief verval
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik §4.2
lesdoelen §4.3
instructie §4.3
maken opgave
afsluiting les
§4.3 - Radioactief verval
Slide 1 - Slide
Vragen §4.2
Slide 2 - Slide
Terugblik
Slide 3 - Slide
Licht is een voorbeeld van elektromagnetische straling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Welke soorten straling zendt de zon uit?
elektromagnetische straling
licht
uv- straling
Slide 5 - Drag question
X- straling is hetzelfde als röntgenstraling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Röntgenstraling heeft geen doordringend vermogen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
De botten op een röntgenfoto zijn wit, omdat de botten straling tegenhouden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Op de zwarte delen van een röntgenfoto is weinig röntgenstraling gevallen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat is het massagetal van zuurstof?
Slide 10 - Open question
Hoeveel neutronen heeft stikstof?
Slide 11 - Open question
Hoeveel neutronen heeft zilver?
Slide 12 - Open question
Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft tin?
Slide 13 - Open question
Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft zwavel?
Slide 14 - Open question
Discussievraag
Waarom is het radioactief afval verpakt in beton?
Slide 15 - Slide
Je leert ...
dat kernstraling schade kan veroorzaken in atomen en moleculen;
wat het verband is tussen de tijd en de sterkte van een radioactieve bron.
Slide 16 - Slide
Ioniserend vermogen
Stabiele
kernen veranderen niet uit zichzelf en daardoor zijn deze stoffen niet radioactief.
Een
radioactieve stof
heeft atoomkernen die
instabiel
zijn.
Deze kernen veranderen uit zichzelf en zenden daarbij een kleine hoeveelheid straling uit: dit noemen we
radioactief
verval
.
Slide 17 - Slide
Ioniserend vermogen
Ioniserend vermogen
: mate waarin
ioniserende straling
schade veroorzaakt aan atomen en moleculen van de stof waar het doorheen gaat.
Is het ioniserend vermogen
groter
dan is het doordringend vermogen
kleiner
Slide 18 - Slide
Ioniserend vermogen
Dracht
: maximale afstand die alfa- en bètastraling kan doordringen in een stof
Slide 19 - Slide
Halverinsdikte
Halveringsdikte:
- de dikte van een laag materiaal
die
de helft
van de gammastraling
heeft geabsorbeerd.
Slide 20 - Slide
Halveringstijd
Instabiele kernen
zenden kernstraling uit.
Dit betekent dat de hoeveelheid
radioactieve deeltjes van een
radioactieve stof minder wordt.
Slide 21 - Slide
Halveringstijd
De tijd die nodig is om de
helft van het aantal deeltjes in de bron
vervallen is, noemen we de
halveringstijd
of de
halfwaardetijd
.
tabel 32
Slide 22 - Slide
Halveringstijd (halfwaardetijd)
Na de halveringstijd:
- is de helft van de instabiele atoomkernen verdwenen
(deze zijn vervallen en een ander soort atoom geworden)
- is de hoeveelheid straling ook met de helft verminderd (er blijven steeds minder instabiele kernen over)
Slide 23 - Slide
Halveringstijd
Na hoeveel seconden is de
activiteit
van deze stof gehalveerd?
t = ?
Halveringstijd
Activiteit is bij 0 sec 16 Bq. De helft van 16 = 8.
Aflezen bij 8 Bq geeft dat de halveringstijd 16 seconden is.
Dus t = 16 seconden
Slide 24 - Slide
Activiteit
Activiteit
=
aantal kernen dat per seconde verandert
Activiteit wordt gemeten in becquerel (Bq)
De activiteit van een radioactieve bron hangt af van:
de hoeveelheid radioactieve stof;
de halfwaardetijd.
Slide 25 - Slide
Activiteit
Hoe meer kernen per seconde veranderen, hoe meer straling er wordt uitgezonden.
De
activiteit
van een hoeveelheid materiaal wordt steeds kleiner.
Slide 26 - Slide
Activiteit
Activiteit hangt af van:
- hoeveelheid radioactieve stof
- halfwaardetijd
Slide 27 - Slide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les:
Lezen §4.2 uit je boek
Maak de volgende opgaven: 25, 27, 29, 34, 36, 38, 39, 40, 41, 44, 45, 47
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de volgende opgaven: 52, 54, 55, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 68, 69, 73
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de volgende opgaven:
52, 54, 55, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 68, 69, 73
Zs
Slide 29 - Slide
Aan de slag!
Lezen §4.3 uit je boek
Maak de volgende opgaven:
52, 54, 55, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 68, 69, 73
Zf
Slide 30 - Slide
Wat weet je al???
Slide 31 - Slide
In de grond zitten radioactieve stoffen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Waar worden geen radioactieve stoffen gebruikt?
A
In kerncentrales
B
In papierfabrieken
C
In ziekenhuizen
D
In fluoriserend speelgoed
Slide 33 - Quiz
Radioactieve stoffen zijn
A
Stabiel
B
Instabiel
Slide 34 - Quiz
Neon-24 heeft een halfwaardetijd van 15 uur.
Hoeveel radioactiviteit is er na 30 uur nog over?
A
de helft
B
een kwart
C
een achtste
D
niets meer
Slide 35 - Quiz
radioactiviteit met je met een
A
becquerel meter
B
radio activiteit meter
C
geigerteller
Slide 36 - Quiz
De radioactiviteit van een stof (Becquerel) is een maat voor
A
hoeveel straling je ontvangt
B
hoeveel atoomkernen er vervallen
Slide 37 - Quiz
Wat is de activiteit van een kern?
A
Hoe druk wij zijn in deze les
B
Hoeveel radioactiviteit het atoom per seconde uitstraalt
C
Hoeveel er gebeurd vandaag.
D
Hoeveel instabiele kernen die per seconde vervallen
Slide 38 - Quiz
IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.
Hoeveel radioactiviteit is er na zes dagen nog over?
A
de helft
B
een kwart
C
een achtste
D
niets meer
Slide 39 - Quiz
Een stof laat 75% van de opvallende gamma-straling door. De dikte van de stof is ...
A
precies de halveringsdikte
B
groter dan de halveringsdikte
C
kleiner dan de halveringsdikte
D
precies twee halveringsdiktes
Slide 40 - Quiz
Als de halveringsdikte van een materiaal 1 mm is, hoeveel straling komt er dan door een scherm van 3 mm dik.
A
30 %
B
25%
C
33,333 %
D
12,5 %
Slide 41 - Quiz
Wat is de halveringsdikte
van de stof in de grafiek?
A
6 mm
B
3 mm
C
1,8 mm
D
3,6 mm
Slide 42 - Quiz
Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 43 - Quiz
Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar
Slide 44 - Quiz
De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%
Slide 45 - Quiz
Weet je nu...
dat kernstraling schade kan veroorzaken in atomen en moleculen;
wat het verband is tussen de tijd en de sterkte van een radioactieve bron.
Slide 46 - Slide
Ja, dat weet ik!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 47 - Poll
More lessons like this
10.1 Fossielen en hun ouderdom
May 2023
-
25 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
10.1 Fossielen en hun ouderdom
September 2024
-
24 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
7.3 Het verhaal van fossielen + 7.4 dl1
May 2023
-
41 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
10.1 Fossielen en hun ouderdom + 10.2 dl1
June 2022
-
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Röntgenstraling
June 2025
-
11 slides
Science
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Van Gogh Museum
Het lichtspectrum
20 days ago
-
26 slides
Science
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Van Gogh Museum
Energiebronnen algemeen
January 2022
-
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Aardrijkskunde!
5.2 Chromosomen bestuderen
May 2023
-
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4