1.3 Nederlandse stadswijken

1.3 Nederlandse stadswijken
Je kunt de stadswijken uit 5 verschillende perioden herkennen
Je kunt de verschillen tussen de stadwijken uit 5 verschillende perioden verklaren. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.3 Nederlandse stadswijken
Je kunt de stadswijken uit 5 verschillende perioden herkennen
Je kunt de verschillen tussen de stadwijken uit 5 verschillende perioden verklaren. 

Slide 1 - Slide

terugblik op de vorige les

Slide 2 - Slide

wanneer noemen we een plaats een stad? 3 eigenschappen.

Slide 3 - Open question

stedelijke functies

Slide 4 - Mind map

ander woord voor verstedelijking
A
urbanisatie
B
forens
C
suburbanisatie
D
bevolkingsdichtheid

Slide 5 - Quiz

wat betekend suburbanisatie

Slide 6 - Open question

wanneer ben je een forens?

Slide 7 - Open question

wat is een hoge bevolkingsdichtheid?
A
Dat er een groot gebied is met weinig mensen
B
Dat alle mensen in flats wonen.
C
Dat iedereen een grote tuin heeft
D
Dat er een klein gebied is met veel mensen.

Slide 8 - Quiz

5 verschillende stadswijken
1. Het stadscentrum

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

stadscentrum

Slide 11 - Slide

arbeiderswijk

Slide 12 - Slide

na-oorlogsewijk

Slide 13 - Slide

jaren 70 wijk

Slide 14 - Slide

nieuwbouwwijk

Slide 15 - Slide

lezen blz. 12 en 13
maken 1.3

Slide 16 - Slide

samenvatting
Een stad bestaat uit verschillende soorten wijken, die allemaal in een bepaalde periode zijn ontstaan. 
1. het stadscentrum, ontstond vaak al in de middeleeuwen
2. er omheen vind je arbeiderswijken
3. Daaromheen liggen eerst de vooroorlogse- en naoorlogse woonwijken: goedkope huizen en hoogbouw
4. wat verder van het centrum liggen de jaren '70-wijken met meer ruimte en groen.
5. Aan de rand van de stad liggen de nieuwbouwwijken met veel verschillende soorten eengezinswoningen. 

Slide 17 - Slide