Het weer

Het weer
6.1 Temperatuur
6.2 Wind en luchtdruk
6.3 Wolken en neerslag
6.4 Donder en bliksem
6.5 Klimaat in verandering
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Het weer
6.1 Temperatuur
6.2 Wind en luchtdruk
6.3 Wolken en neerslag
6.4 Donder en bliksem
6.5 Klimaat in verandering

Slide 1 - Slide

6.1 Temperatuur
Het verschil tussen warmte en temperatuur:

Temperatuur = gemiddelde snelheid van atomen en moleculen

Warmte = energie die je nodig hebt om de temperatuur te veranderen

Slide 2 - Slide

Verschillende temperatuurmeters

Slide 3 - Slide

thermometer
Snelheidsmeter van atomen en moleculen

Meetmethode: Uitzetting van een stof
Als de snelheid van atomen/moleculen groter wordt zet een stof uit.
Onderdelen: Voorraad, stijgbuis, schaalverdeling, vloeistof

Slide 4 - Slide

thermometer
Snelheidsmeter van atomen en moleculen

Meetmethode: infrarood (warmte) straling 

Slide 5 - Slide

thermometer
Snelheidsmeter van atomen en moleculen

Meetmethode: Bimetaal

Slide 6 - Slide

Verschillende temperatuurschalen
Fahrenheit (USA)
Celsius
Kelvin

Slide 7 - Slide

verdeling van de temperatuurschaal
Celsius
  1. mengsel van water en ijs

  2. Kookpunt van water op zeeniveau

  3. Verdeel het verschil in 100 gelijke stappen
0°C
100°C

Slide 8 - Slide

verdeling van de temperatuurschaal
Kelvin
  1. Moleculen staan stil: 0 K

  2. Stapjes zijn even groot als bij Celsius

Slide 9 - Slide

Hoe groot is het verschil
tussen K en C

Slide 10 - Open question

Welke smelttemperatuur heeft Aluminium
A
933°C
B
1206K
C
660°C
D
660K

Slide 11 - Quiz

Welke kooktemperatuur heeft Olijfolie
A
100°C
B
373K
C
843K
D
297°C

Slide 12 - Quiz

6.2 Druk
Luchtdruk/hoogte
Welke druk heerst er op je lichaam.

Slide 13 - Slide

Druk
Luchtdruk/hoogte
Welke druk heerst er op je lichaam.
Lage druk gebied, hoge druk gebied

Slide 14 - Slide

druk meten
Manometer
Barometer
Pascal/Pa/hPa/kPa 105 pa = 1 bar
Bar/mbar

Slide 15 - Slide

Barometer
Barometer Metaalbarometer
Barometer meet absolute druk
1 bar = 100 000 Pa = 100 kPa
1002 mbar = 1,02 bar
1002 mbar = 1002 hPa

Slide 16 - Slide

Manometer
Manometer meet drukverschil
drukverschil t.o.v. ?
Pascal/Pa/hPa/kPa 105 pa = 1 bar
Bar/mbar

Slide 17 - Slide

Manometer
Manometer meet drukverschil
drukverschil t.o.v. ?
Onderdruk (vacuum)
Overdruk

Slide 18 - Slide

Welke druk heerst er in deze klas
A
100 000 bar
B
1000 hPa
C
100 hPa
D
1 Pa

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er met de druk als de temperatuur omhoog gaat in een gesloten ruimte?
A
Blijft gelijk
B
Wordt hoger
C
Wordt lager
D
Een explosie

Slide 20 - Quiz