Carpenito

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Binnen het verpleegkundig proces wordt één classificatiesysteem gebruikt
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Een classificatiesysteem kun je zien als een hulpmiddel dat door alle verpleegkundigen begrepen wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Stappenplan methodisch werken
1. Verzamelen van gegevens
2. Vastellen van de behoefte en het probleem
3. Vaststellen doelen 
4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
5. Bepalen en plannen van de verpleegkundige interventies
6. Het evalueren van de verpleegkundige zorg


Slide 4 - Slide

Gegevens interpreteren
Bij het maken van een verpleegplan zal je vooral moeten gaan zoeken in de patronen waar een zekere verandering heeft plaatsgevonden. 

Door te proberen aanwijzingen over iemands gezondheidstoestand te interpreteren, wordt het mogelijk bepaalde gevolgen te verklaren of te voorspellen.

Slide 5 - Slide

Gegevens interpreteren
Is één van de belangrijkste onderdelen in het formuleren van het verpleegprobleem.

Elke verpleegkundige zal op basis van haar ervaring/kennis, intuïtie en beschikbare informatie de gegeven (Gordon) op een andere manier interpreteren dan haar collega's.

Slide 6 - Slide

wat is een verpleegprobleem?

Slide 7 - Slide

Verpleegprobleem
Zijn verschijnselen waar je je als verpleegkundige op richt. Problemen die (kunnen) optreden in de fundamentele levensverrichtingen als gevolg van gezondheidsverstoringen.


Een verpleegprobleem heeft een scharnierfunctie in het vpk-proces: het is de overgang van het verzamelen van gegevens enerzijds en doelen en interventies anderzijds. 

Slide 8 - Slide

Eisen verpleegprobleem
  • verpleegkundig probleem (niet de medische diagnose van de arts)
  • bekeken vanuit de zorgvrager
  • kort en concreet beschreven
  • actueel of potentieel probleem 

Slide 9 - Slide

Verpleegkundige diagnose
Vormt de basis voor de keuze van verpleegkundige interventies, om resultaten te bereiken waarvoor de verpleegkundig verantwoordelijk is.

  • is moeilijk / lastig
  • kost veel tijd en oefening om te leren
  • het accent moet vooral liggen op het proces van het verpleegproblemen formuleren en in eerste instantie minder op het uiteindelijke resultaat

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Moniek kan zich niet zelfstandig aankleden(P). Door gebrek aan kracht in haar armen (E), lukt het niet om knopen, bh-sluiting en ritsen te openen of te sluiten(S).

Slide 11 - Slide

Het probleem
Bij een verpleegprobleem moet een verpleegkundige zich steeds afvragen:

wat is het probleem?
wat zijn de gevolgen voor de patiënt van het probleem (dit wordt dan het probleem in het verpleegplan)
welke factoren hebben bijgedragen tot het ontstaan van het probleem?
Welke factoren houden het probleem in stand?


Slide 12 - Slide

Het probleem
Voorop staat dat het probleem zo concreet mogelijk beschreven moet worden zonder interpretatie mogelijkheden.
Zo eenvoudig mogelijk het actuele probleem weergeeft.
Probleem geeft reden van opname weer.

Slide 13 - Slide

Etiologie (de oorzaak)
Dit zijn factoren die verband houden met de oorzaak van het probleem (p) of de reden zijn dat de problemen in stand worden gehouden. Hoe komt dit?
Onderdeel wat het meest gevoelig is voor interpretaties.
Onder de etiologie zal de vpk een aantal veronderstellingen formuleren op basis waarvan een logisch verband naar het probleem kan worden gelegd

Slide 14 - Slide

Symptomen
Beschrijft een aantal karakteristieken (de klachten en verschijnselen) die een indicatie zijn voor de toestand van het moment.

Waar zie/hoor/ruik/voel/proef ik dit aan?
Objectieve signalen (Signs)
Subjectieve signalen (Symptoms)

Slide 15 - Slide

Eet en drinkt alleen het meest noodzakelijk. Verslikt zich snel
P= Mevr. is niet zelfstandig in staat voldoende voedingsstoffen in te nemen.
E=Mogelijk ten gevolge van gebrek aan eetlust en of slikproblemen.
S=eet en drinkt alleen het meest noodzakelijke. Verslikt zich snel.

Slide 16 - Slide

Incontinent urine. 
P= Mevr is niet in staat urine op te houden
E=mogelijk ten gevolge van functieverlies blaas, niet zelfstandig naar toilet waardoor niet snel genoeg bij het toilet.
S=Regelmatig inco voor urine, gebruik incomateriaal. Haar blaas ledigt zich snel nadat zij aandrang heeft gevoeld.

Slide 17 - Slide

Activiteiten
P= Mevr is niet in staat om haar persoonlijke zorg uit te voeren.
E=mogelijk ten gevolge van het verlies aan zelfstandigheid (functieverlies)
S=onstabiele rompbalans waardoor zij moeite heeft met wassen, aankleden, uitkleden en verplaatsen.

Slide 18 - Slide

Kan zich niet verleggen om in gewenste slaaphouding te komen
P = Mevr. is niet in staat om s ’nachts 6 uren aangesloten te slapen.
E = mogelijk ten gevolge van piekeren en zich niet kunnen verleggen.
S = Ligt ‘s nachts vaak wakker-schrikt bij geluid wakker- doezelt veel overdag, kan niet doorslapen

Slide 19 - Slide

Verpleegkundige diagnosen
-Zoek in deel 4 diagnostische clusters:
bijv: diabetes mellitus of CVA

-Kijk welke diagnosen voor jou patiënt relevant zijn.
bijv: Risico op overgewicht.

Slide 20 - Slide

Standaardverpleegplan
-Indien aanwezig 
-Aanpassen voor jou patiënt

Slide 21 - Slide

Standaardverpleegplannen in het EVD zijn altijd up-to-date
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Individuele risico's identificeren
Betreffen situaties, persoonlijke eigenschappen, gezondheidsproblemen, die de mogelijkheidtot herstel in de weg staan.

Bijv: Diabetes mellitis
Leerproblemen, verminderde zelfredzaamheid

Slide 23 - Slide

Positief beïnvloedende factoren vaststellen
Bijv: Diabetes mellitis

Gezonde eetgewoonte
Zelfzorgvermogen
Positief ingesteld karakter

Slide 24 - Slide

Verpleegkundige diagnosen vast stellen
Aanwijzingen zijn feiten die de verpleegkundige verzamelt!
Conclusies zijn oordelen op basis van waarnemingen!

Voorlopige diagnoses stellen, kijken of je voldoende bewijs kan vinden om hem te onderbouwen.

Slide 25 - Slide

Verpleegkundige diagnose
Inhoudopgave
Deel 1 verpleegkundige diagnosen
Bijv: verstoorde stemmingsregulatie
Defenitie
Verschijnselen
Beinvloedende factoren
Resultaten
Interventies


Slide 26 - Slide

Formuleren
P: Probleem kernachtig geformuleerd 
E: Etiologie: beïnvloedende factoren 
S: Signs and Symptoms: objectieve en subjectieve verschijnselen 
Definitie: neem de definitie van de P over (alleen bij diagnosen uit Carpenito).  

Slide 27 - Slide

EBP

Evidence-based practice (EBP) is het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo'n wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid

Slide 28 - Slide