Verkeer 2 vrachtwagen

Op welke weg zou u een bromfietser kunnen tegenkomen op de rijbaan?
A
A
B
B
C
C
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
RijopleidingBeroepsopleiding

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Op welke weg zou u een bromfietser kunnen tegenkomen op de rijbaan?
A
A
B
B
C
C

Slide 1 - Quiz

mag u hier nog linksaf slaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

U wilt hier 60 km/h gaan rijden. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Geef de juiste volgorde aan. Wie mag er eerst?
A
1 vrachtauto, 2 auto , 3 tram
B
1 tram, 2 auto, 3 vrachtauto
C
1 tram, 2 vrachtauto, 3 auto

Slide 4 - Quiz

U wilt de autosnelweg op. Geldt er een minimumsnelheid op de snelweg?
A
Nee, er geldt een toelatingseis
B
Ja, u moet minstens 80 km/u rijden
C
Ja, u moet minstens 60 km/u rijden

Slide 5 - Quiz

U bent onderweg met een passagier. Wanneer bent u als bestuurder verantwoordelijk voor de passagier als deze geen gordel draagt?
A
Nooit
B
Altijd
C
Alleen als de passagier jonger is dan 12 jaar

Slide 6 - Quiz

Wie kan u een EMA opleggen?


A
De rechtbank
B
Het CBR
C
De officier van justitie

Slide 7 - Quiz

Wat is de maximale lengte van een LZV?


A
20,75 meter
B
25,25 meter
C
16,50 meter

Slide 8 - Quiz

Reflectoren langs de weg. Aan welke kant staan de rode?
A
Aan de linkerkant
B
Aan de rechterkant
C
Aan de linker- en rechterkant

Slide 9 - Quiz

U wilt hier rechtsaf slaan. Moet u de voetganger voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Welke van de volgende factoren hebben invloed op het kantelen in bochten?
A
Alleen de lading
B
Alleen de rijsnelheid
C
De lading en de rijsnelheid

Slide 11 - Quiz

Hoever mag lading voor de vrachtauto uitsteken bij het vervoer van ondeelbare lading?
A
4,30 meter voor het hart van de voorste as
B
4,30 meter voor het hart van het stuur
C
Deze lading mag niet voor de vrachtauto uitsteken

Slide 12 - Quiz

De gemiddelde reactietijd van een bestuurder is?


A
Minder dan een halve seconde
B
1 seconde
C
3 seconde

Slide 13 - Quiz

U staat met pech. Als u de gevarendriehoek plaatst doet u dat op hoeveel meter?
A
Ongeveer 15 meter
B
Ongeveer 30 meter
C
Ongeveer 45 meter

Slide 14 - Quiz

Uw toegestane maximumsnelheid is op deze weg?
A
50km/u
B
60km/u
C
70km/u

Slide 15 - Quiz

Op welke weersomstandigheden is de 2-secondenregel voor de volgafstand gebaseerd?
A
Gunstige weersomstandigheden
B
Ongunstige weersomstandigheden
C
Alle weersomstandigheden

Slide 16 - Quiz

De automobilist is bij u aan het kleven. Wat kunt u doen?
A
Kort remmen
B
Dichter op uw voorganger gaan rijden
C
Ruimtekussen aan de voorkant vergroten

Slide 17 - Quiz

U parkeert hier zo. Mag dat?


A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Wie moet u voor laten gaan?
A
Alleen kruisende bestuurders van motorvoertuigen
B
Alle kruisende bestuurders
C
Alle kruisende weggebruikers

Slide 19 - Quiz

U stopt hier om een telefoongesprek te voeren. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

U haalt de fietsers op deze manier in. U houdt ….
A
Ruim voldoende afstand
B
Voldoende afstand
C
Te weinig afstand

Slide 21 - Quiz

U wilt rechtsaf slaan. Moet u de voetganger voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Bij welk bord moet u het verkeer uit de tegengestelde richting voor laten gaan?
A
A
B
B
C
C

Slide 23 - Quiz

U nadert een bushalte binnen de bebouwde kom. Welke bussen die wegrijden van de bushalte moet u voorrang verlenen?
A
Alleen lijnbussen
B
Alleen touringcars
C
Alle autobussen

Slide 24 - Quiz

U rijdt 80 km/h. Wat moet de minimale volgafstand zijn?
A
Ongeveer 30 meter
B
Ongeveer 45 meter
C
Ongeveer 60 meter

Slide 25 - Quiz