Historische vaardigheden 1 & 2

Les 1 en 2:
Historische vaardigheden
  • Primaire, secundaire, geschreven en ongeschreven bronnen.
  • Politieke, economische, culturele en sociale geschiedenis.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 1 en 2:
Historische vaardigheden
  • Primaire, secundaire, geschreven en ongeschreven bronnen.
  • Politieke, economische, culturele en sociale geschiedenis.

Slide 1 - Slide

Herhaling
De levenswijze van jager-verzamelaars
middel van bestaan = jagen en verzamelen
  • nomadisch bestaan
  • kleine groepen
  • eenvoudige hutten of tenten
  • vrijwel geen sociale hiërarchie of sociale verschillen (weinig bezittingen)
  • jachtwerktuigen en gereedschappen van beenderen en (vuur)steen 

Slide 2 - Slide

Waarom besluiten de jagers- en verzamelaars zich na verloop van tijd niet meer te verplaatsen?

Slide 3 - Slide

Wat bedoelen we met het begrip prehistorie?

Slide 4 - Slide

Waarom ontstaat het schrift?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren
1) Ik kan aangeven in welk opzicht mensachtigen verschilden van hun voorgangers.
2) Ik kan vijf kenmerken noemen van de levenswijze van jagers-verzamelaars.
3a) Ik kan uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond.
3b) Ik kan beschrijven hoe de landbouwrevolutie in het Midden-Oosten verliep.
4) Ik kan uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde
naar Europa.
5) Ik kan vier gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren.

Slide 6 - Slide

Bronnen
  • Geschreven bronnen: alle bronnen met tekst (dagboeken, brieven, kranten, boeken).
  • Ongeschreven bronnen: bronnen zonder tekst (radio, film, schilderijen, gebruiksvoorwerpen etc.) 
  • Primaire bronnen: Dit zijn bronnen die de meest directe informatie geven over wat je bestudeert.
  • Secundaire bronnen: Indirecte informatie en een bewerking van primaire bronnen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Ga naar blz. 5 & 6 van je reader en maak (in 
tweetallen) opdracht 2 en 3.
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Landbouwrevolutie
Oorzaken neolithische revolutie = landbouwrevolutie
  • toenemende kennis over granen
  • klimaatverandering
  • groeiende bevolking
Ontwikkeling Midden-Oosten
  • Rond 20.000 v.Chr. warmer en natter.
  • Voedsel in overvloed voor jager-verzamelaars.
  • Vaste woonplaats (eerste dorpen).
  • Rond 12.000 v. Chr. kouder en droger. Einde overvloed.
  • Jager-verzamelaars gedwongen om te experimenteren met landbouw (akkerbouw en veeteelt).

Slide 10 - Slide

Boeren
Verspreiding naar Europa
  • Bevolkingstoename door landbouwopbrengsten.
  • Sommige mensen gedwongen om Vruchtbare Halve Maan te verlaten.
  • Nemen kennis over landbouw mee.
  • Eerste boerenfamilies vestigen zich in wat nu Zuid-Limburg is.

Slide 11 - Slide

Steden
  • Door landbouwsurplus waren er minder boeren nodig > specialisatie in een ambacht.
  • Het ontstaan van steden en stadsstaten
  • Handel: ruilhandel en later met geld
  • Ontstaan van het schrift: wetten, regels, belasting.
  • Polytheïsme

Slide 12 - Slide

Verschillende disciplines
  • Politieke geschiedenis: alles wat te maken heeft met bestuur, wetten, macht.
  • Economische geschiedenis: alles dat te maken heeft met handel, geld
    en specialisatie.
  • Sociale geschiedenis: alles wat te maken heeft met hoe mensen (samen)leven.
  • Culturele geschiedenis: alles wat te maken heeft met geloof, onderwijs
    en kunst.
     

Slide 13 - Slide

1.1 De agrarische revolutie
• Jager-verzamelaars trokken rond, boeren woonden sedentair/ in permanente onderkomens, omdat ze door de landbouw op dezelfde plek moesten blijven wonen.
• Jager-verzamelaars woonden in kleine groepen, boeren in kleine nederzettingen/ dorpen, omdat mensen bij elkaar gingen wonen om de landbouw te kunnen organiseren.
• Jager-verzamelaars woonden in tenten/ hutten, de eerste boeren in stevige stenen, lemen of houten boerderijen omdat men niet meer rondtrok.
• Jager-verzamelaars kenden weinig sociale verschillen, bij boeren namen sociale verschillen toe doordat sommige boeren succesvoller waren dan anderen.
• Jager-verzamelaars hadden weinig bezittingen, bij boeren nam de hoeveelheid bezittingen toe, omdat men sedentair leefde.
• Boeren gebruikten andere werktuigen dan jager-verzamelaars, omdat men voor het bouwen van boerderijen en landbouw andere werktuigen nodig had.
• Boeren maakten gebruik van aardewerk, jager-verzamelaars niet. Landbouw is gebonden aan seizoenen, waardoor voedsel zoals graan voor langere tijd opgeslagen moet worden.

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren
1) Ik kan aangeven in welk opzicht mensachtigen verschilden van hun voorgangers.
2) Ik kan vijf kenmerken noemen van de levenswijze van jagers-verzamelaars.
3a) Ik kan uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond.
3b) Ik kan beschrijven hoe de landbouwrevolutie in het Midden-Oosten verliep.
4) Ik kan uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde
naar Europa.
5) Ik kan vier gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren.

Deze week: lees zelfstandig 1.2 en 1.3

Slide 15 - Slide

Diamant Eerste Stedelijke samenlevingen
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Weektaak
Les 1: Opdracht 1 en 4 
Les 2: Opdracht 1, 2, 3 en 4

Volgende week maandag bespreken we les 2

Slide 17 - Slide