INDEFINIDO basis H4

Hola! Buenos días!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hola! Buenos días!

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kennen jullie een nieuwe verleden tijd + het gebruik
- kennen jullie de regelmatige vervoegingen op -AR/-ER-IR
- kunnen jullie zelf zinnen maken met de indefinido 

Slide 2 - Slide

Even een terugblik...
*De presente perfecto

Slide 3 - Slide

Je gebruikt de presente perfecto bij: 
  • gebeurtenissen uit het verleden die te maken hebben met het heden 
  • gebeurtenissen uit het verleden zonder concreet tijdstip 
De signaalwoorden die bij de presente perfecto horen zijn: 
  • hoy = vandaag 
  • esta semana = deze week 
  • este fin de semana = dit weekend
  • este año = dit jaar 
  • alguna vez = ooit 
  • todavía no = nog niet
  • ya = al 
  • muchas veces = vaak 
  • nunca = nooit 

Slide 4 - Slide

¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?

Slide 5 - Slide

Hoe vorm ik de 
Perfecto?

Slide 6 - Slide


Waarvoor wordt indefinido gebruikt? 

Slide 7 - Slide

Het gebruik van de Indefinido:
In het NL kan je het vergelijken met de volgende verleden tijd: 
ik speelde
jij ging
hij danste
wij dronken
jullie fietsten
zij aten


Slide 8 - Slide

Het gebruik van de Indefinido:
De indefinido gebruik je:
1. bij een afgesloten handeling op een bepaald moment in het verleden.
2. bij opeenvolgende handelingen in het verleden

Gisteren belde ik mijn moeder / Ayer llamé a mi madre

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe maak je de indefinido?
We gaan weer uit van de stam van de 3 soorten werkwoorden:

Werkwoorden eindigend op:
-AR                                                   
-ER
-IR

Slide 11 - Slide

Werkwoorden op -AR
Stap 1: Stam
HABLAR
Stap 2: Uitgangen
-aste
-amos
-asteis
-aron
Werkwoorden op -ER en -IR
Stap 1: Stam
COMER / VIVIR
Stap 2: Uitgangen
-iste
-ió
-imos
-isteis
-ieron

Slide 12 - Slide

Indefinido
                                                     -AR                                            -ER/-IR
Yo
él/ella/usted
nosotros
vosotros
Ellos/ellas/ustedes
é
aste
ó
amos
asteis
aron
í
iste
imos
isteis
ieron

Slide 13 - Slide

Verleden tijd: indefinido
hablar
comer
escribir
yo
hablé
comí
escribí
hablaste
comiste
escribiste
él/ella/usted
habló
com
escrib
nosotros
hablamos
comimos
escribimos
vosotros
hablasteis
comisteis
escribisteis
ellos/ellas/ustedes
hablaron
comieron
escribieron

Slide 14 - Slide

1. Yo, comer
2. Nosotros, vivir
3. Mis padres, hablar
4. Vosotros, estudiar
5. Tú, escuchar
6. Pedro, correr

Slide 15 - Open question

Indefinido en Perfecto
Signaalwoorden!

Slide 16 - Slide

Ejemplos
  • Hoy he visitado mis abuelos. 
     Vandaag heb ik mijn opa en oma bezocht. 
  • Ayer visité mis abuelos. 
     Gisteren heb ik mijn opa en oma bezocht.
  • La semana pasada estudié mucho.
    Vorige week heb ik veel gestudeerd. 
  • Esta semana he estudiado mucho.
     Deze week heb ik veel gestudeerd.

Slide 17 - Slide

Practicamos con ejercicios
libro de trabajo 
pág. 77 > ejercicio 29 a y b
pág. 79 > ejercicio 31 a,b,c y d

Slide 18 - Slide