7.4: Energie

B4: Energie
Thema 7: Mens en milieu
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B4: Energie
Thema 7: Mens en milieu

Slide 1 - Slide

terugblik 6.1&2 de mens en het milieu

Slide 2 - Slide

Wat is een monocultuur?
A
Het verbouwen van meerdere gewassen op een groot oppervlak.
B
Het verbouwen van een gewas op verschillende oppervlakten.
C
Het verbouwen van een gewas op een groot oppervlak.
D
Het verbouwen van vraatbestendige gewassen.

Slide 3 - Quiz

Wat is genetische modificatie?
A
Zorgen dat een organisme maar één soort nakomelingen krijgt
B
Het plaatsen van genetische informatie van het ene naar het andere organisme
C
Schimmels bestrijden met een nieuw chromosoom
D
Het klonen van een bevruchte eicel

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er bij IVF
A
Rijpe eicel wordt gewonnen en kunstmatig bevrucht
B
Sperma wordt gewonnen en ingebracht
C
Natuurlijke bevruchting

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de bio-industrie
A
Op een boerderij kippen varkens en koeien houden
B
Een kleine boerderij hebben
C
Een grote boerderij met veel verschillende dieren
D
Een grote boerderij met veel dezelfde dieren

Slide 6 - Quiz

Waarom vindt veel tuinbouw in Nederland in kassen plaats?
A
Omdat in kassen kan worden gezorgd voor zo goed mogelijke omstandigheden voor de groei van planten
B
Omdat het verbouwen van producten in kassen weinig energie kost
C
Omdat de planten niet buiten in de volle grond kunnen groeien

Slide 7 - Quiz

Welke uitleg past bij het begrip bio-industrie?
A
Weinig dieren op een oppervlak
B
Milieu vriendelijk productie
C
Allemaal verschillende dieren in 1 bedrijf
D
Zoveel mogelijk dieren op een klein oppervlak.

Slide 8 - Quiz

Doelstelling
Je moet de belangrijkste energiebronnen kunnen noemen met hun voordelen en nadelen

Slide 9 - Slide

Energiebronnen

Fossiele brandstoffen:

- aardgas, aardolie, steenkool

- de energie komt van de zon

- deze brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit dode planten en dieren


Slide 10 - Slide

Fossiele brandstoffen



Fossiele brandstoffen

Voordelen:

  • goedkoop
  • gemakkelijk te gebruiken
  • gemakkelijk te vervoeren

Nadelen:

  • ontstaan CO2
  • CO2 is oorzaak broeikaseffect
  • afvalstoffen kunnen smog en verzureing veroorzaken
  • ze raken een keer op

Slide 11 - Slide

Kernenergie
  • Energie komt vrij bij het splitsen van atomen


Voordelen:

  • veel electriciteit
  • geen luchtverontreiniging en CO2


Nadelen:

  • radioactief afval
  • Uranium kan op raken
Kans klein op ongeluk maar kan wel
  • Fukushima (2011)
  • Tsjernobyl (1986)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Duurzame energie
  • Zonne-energie, opwekken elektriciteit en warm water 
  • Windenergie: windmolens, opwekken elektriciteit
  • Waterkracht: stuwdam, opwekken elektriciteit
  • Biomassa: brandstof
  • Biobrandstoffen: alcohol en biodiesel


Maar:
  • Maken van deze producten kost ook veel energie
  • Afval van deze producten 


Slide 16 - Slide

Duurzame energie

Voordelen:

  • raakt niet op
  • geen milieuvervuiling
  • geen extra CO2 in de lucht

Nadelen:

  • niet altijd genoeg wind en zon
  • windmolens = horizonvervuiling
  • door stuwdam kan het milieu veranderen
  • voor gewassen voor biobrandstof is veel landbouwgrond nodig

Slide 17 - Slide

Vragen

Slide 18 - Slide

Fossiele brandstoffen zijn
A
100 jaren geleden
B
1000 jaren geleden
C
miljoenen jaren geleden

Slide 19 - Quiz

Kernenergie komt vrij bij
A
Splitsen van atomen
B
Vuur erbij houden
C
Afkoelen

Slide 20 - Quiz

Voordeel van duurzame energie
A
Ze raken nooit op, ontstaan geen milieuvervuiling
B
Raken op, tasten milieu aan

Slide 21 - Quiz

Is uranium een fossiele brandstof?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Steenkool is een voorbeeld van fossiele brandstof.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat is GEEN fossiele brandstof?
A
Turf
B
Steenkool
C
Aardgas
D
Kernenergie

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Basisstof 4 thema 7

Klaar?
- TEST JEZELF

Slide 25 - Slide