Faseovergangen

H2 Stoffen
Startopdracht: Maken blz 72 en 73

Planning vandaag:
-> Hoe was jullie vakantie?
-> Planning H2 Stoffen + Toets datum
-> Afmaken/bespreken voorkennis


1 / 50
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H2 Stoffen
Startopdracht: Maken blz 72 en 73

Planning vandaag:
-> Hoe was jullie vakantie?
-> Planning H2 Stoffen + Toets datum
-> Afmaken/bespreken voorkennis


Slide 1 - Slide

2.1 Stoffen herkennen
Leerdoelen vandaag:
-> Je kunt stofeigenschappen benoemen.
-> Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
-> Je kunt fasen benoemen waarin stoffen kunnen voorkomen.
-> Je kan uitleggen wat stolpunt, smeltpunt en kookpunt is. 

Slide 2 - Slide

Stofeigenschappen  - kleur
Aan de hand van een kleur kan je soms een stof herkennen, denk hierbij aan frisdrank. 

Cola, Sinas of 7up?

Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen  - smaak
Suiker en zout 
  • Hoe smaken de stoffen?

Slide 4 - Slide

Stofeigenschappen  - brandbaarheid

  • Welke stoffen kunnen we makkelijk laten branden?
  • Welke niet?

Slide 5 - Slide

Welke thermometer
kun je het gemakkelijkst
aflezen?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 6 - Quiz

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Geleiding
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 7 - Slide

Geen stofeigenschap = vorm 
  • Allemaal plastic
  • Je kan niet aan de vorm herkennen of het plastic is
  • Plastic kan in allerlei soorten vormen zijn

Slide 8 - Slide

Geen stofeigenschap = massa 
  • Je kan een klein blokje hout hebben
  • Je kan heel veel hout hebben

Slide 9 - Slide

Stofeigenschappen  - Oplosbaarheid
Zout kan goed oplossen in water, maar zand of krijt 
kan dit niet. 

Je kant dus door een stof op te lossen ook erachter 
komen welke stof het kan zijn. 

Slide 10 - Slide

H3 Water

Slide 11 - Slide

Fasen
De fasen van stoffen
  • vaste stof
  • vloeistof
  • gas

Slide 12 - Slide

Er zijn 3 fasen voor stoffen
- Vloeibare fase
- Vaste fase
- Gas fase
Vast                       Vloeibaar                        Gas

Slide 13 - Slide

Stofeigenschappen  - fase bij kamertemperatuur

  • Welke fase is ijzer?
  • Welke fase is water?

Slide 14 - Slide

Fasen
Vast: (s)
Vloeibaar : (l)
Gas: (g)

Wat is het verschil tussen
water (l) en water (s)?

Slide 15 - Slide

Smeltpunt en stolpunt
  • = stofeigenschap!
  • Temperatuur wanneer een stof vast → vloeibaar (smelten).
  • Temperatuur wanneer een stof vloeibaar → vast (stollen).
  • Is dezelfde temperatuur.
  • In de grafiek te herkennen aan een horizontale lijn (enkel bij zuivere stoffen).

Slide 16 - Slide

In welke fase is regen?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 17 - Quiz

In welke fase bevond het water zich toen het de tak raakte?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 18 - Quiz

Welke fase heeft water bij A?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 19 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 20 - Quiz

Op de afbeelding zie je de kringloop van water.
Welke fase heeft het water bij nummer 1?
A
vloeibaar
B
vast
C
gas

Slide 21 - Quiz

Op de afbeelding zie je de kringloop van het water.
Welke fase heeft het water bij nummer 5?
A
vloeibaar
B
vast
C
gas

Slide 22 - Quiz

Op de afbeelding zie je de kringloop van het water.
In welke fase is het water bij nummer 2?
A
Vloeibare fase
B
Vaste fase
C
Gasfase

Slide 23 - Quiz

Fasen: de drie toestanden waarin je stoffen tegen kunt komen (voornamelijk moleculen).
  • onder normale omstandigheden  
Water als gas kun je niet zien!
3.3 Veranderen van fase

Slide 24 - Slide

Faseovergangen

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
3.3 Veranderen van fase
Ik kan de verschillende fase-overgangen herkennen.

Ik kan beschrijven hoe de fase overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Fasedriehoek

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

De invloed van de temperatuur
VWO

Slide 30 - Slide

3.3 Veranderen van fase

Slide 31 - Slide

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
verdampen
stollen
rijpen
condenseren
vervluchtigen
smelten

Slide 32 - Drag question

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
vloeibaar
vast
gas

Slide 33 - Drag question

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen

Slide 34 - Drag question

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 35 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 36 - Quiz

Welke faseovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 37 - Quiz


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 38 - Quiz

Welke faseovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 39 - Quiz

Zie de grafiek. Welke
faseovergang vindt
hier plaats?
A
Stollen
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Smelten

Slide 40 - Quiz

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 41 - Quiz

de faseovergang tussen vloeibaar naar gasvormig water is
A
sublimeren
B
koken
C
verdampen
D
condenseren

Slide 42 - Quiz

Hoe heet de faseovergang van vloeibaar water naar waterdamp?
A
Smelten
B
Stollen
C
Condenseren
D
Verdampen

Slide 43 - Quiz

Welke faseovergang hoort bij deze zin:
We krijgen een witte kerst.
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 44 - Quiz

Hoe heet de faseovergang van gas naar vast?
A
sublimeren
B
rijpen
C
stollen
D
condenseren

Slide 45 - Quiz

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 46 - Quiz

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren

Slide 47 - Quiz

Welke faseovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 48 - Quiz

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren

Slide 49 - Drag question

H2.2 Dichtheid
Leerdoelen: 
-> Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp bepalen
-> Je kunt het volume van een onregelmatig voorwerp bepalen
-> Je kunt de dichtheid uitrekenen van een voorwerp. 

Slide 50 - Slide