This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
MASSACULTUUR
H1:Inleiding
Slide 1 - Slide
Wat er aan de Massacultuur vooraf ging:
Vorige week behandelden we het Modernisme.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Na WO 2 wordt alles anders:
wederopbouw
vrede
herstel van de economie
welvaart
grote invloed van Amerika
MASSACULTUUR
Slide 5 - Slide
Orientatie
Massacultuur....... Wat is dat nu precies?
Bedenk eens woorden waaraan jij denkt als je het begrip 'Massacultuur' hoort.
MASSACULTUUR
Slide 6 - Mind map
Welke periode hoort bij massacultuur?
A
van 1850 to nu
B
van 1900 tot 1950
C
van 1900 tot nu
D
van 1950 tot nu
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Massacultuur is
De cultuur van de massa,
kunst van grote hoeveelheden, vaak commercieel
gebruik van massamedia (kleine wereld blz. 93) voor veel mensen toegankelijk
Cultuur waar high en low art zich vermengen (blz. 94)
Slide 10 - Slide
In de massacultuur vervaagt het verschil tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunsten
HOGE kunst wordt gezien als kunst voor de Elite.
LAGE kunst wordt gezien als kunst voor de ‘gewone’ mens.
Kunst- en cultuurvormen die voorheen slechts voor de elite waren bestemd (‘hoge’ kunst) worden onderdeel van de massacultuur.
Ook komt de (‘lage’ kunst) via kunstenaars als Keith Haring en Andy Warhol in het museum terecht waardoor het ook wordt geaccepteerd door de elite.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Accenten binnen de Massacultuur
popart en massamedia;
soaps, comedy, tv-drama, videoclips;
musical;
mainstream en subculturen;
popmuziek, filmmuziek, elektronische muziek;
fusion en cross over;
multidisciplinaire kunst;
postmodernistische kunst in relatie tot massacultuur;
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Als je hard genoeg werkt en je best doet, kun je alles worden wat je wil, ongeacht je afkomst
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Jonge cultuur
Oude cultuur
Voor 1950 weinig invloed op andere continenten
Door de tijd heen invloed op andere continenten gehad
Geen grondschade na WO2
Veel grondschade na WO2
Marchalhulp-troepen die hielpen in de bevrijding van WO2
Slide 17 - Drag question
In Europa ontstond vanaf de jaren '50 een jeugdcultuur. Een belangrijk onderdeel van deze Europese jeugdcultuur was de Ameriaanse rock-'n-roll.
Slide 18 - Slide
De Verenigde Staten hadden na de Tweede wereldoorlog in West-Europa een voortrekkersrol op het gebied van kunst en cultuur. Geef een reden waarom de VS een voortrekkersrol op cultureel gebied hadden.
Slide 19 - Open question
Kunst is een afspiegeling van
A
de kunstenaar
B
de wereld en zijn tijd
C
de wereld
D
de kunstenaar en zijn omgeving
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Video
00:48
Welke maatschappelijke veranderingen zijn er in de tweede helft van de twintigste eeuw?
Slide 22 - Open question
01:51
Over welke kunststroming hebben ze het in dit fragment
A
massacultuur
B
pop art
C
post modernisme
D
modernisme
Slide 23 - Quiz
Verzorgingsstaat
Marshall plan
Hedonisme
Consumptie-maatschappij
Definitie
cartoon
Match de juiste definitie en cartoon bij de begrippen)
Een samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven, om daarover na te denken en om te pronken met aangeschafte goederen.
Een filosofische leer en een bepaalde levenshouding die in beide gevallen de opvatting heeft dat genot (in algemene zin) het het hoogste levensdoel is.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Slide 24 - Drag question
Postmodernisme
Door de stijgende welvaart wil de moderne mens 24 uur per dag genieten en vermaakt worden. (= hedonisme) -> Hier spelen diverse kunstvormen op in.
Ontstaan van het POSTMODERNISME: Kunstenaars die tot deze stroming behoorden vonden dat het niet meer mogelijke was om steeds iets nieuws te verzinnen. Met bestaande kunst/voorwerpen nieuwe kunst maken.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Kenmerken postmodernisme (in de beeldende kunst)
makkelijk communicerende kunst/ geen diepgaande betekenis
speelsheid is aanwezig/ kitsch
Maken veel gebruik van opzichtige kleuren (vooral primair)
Kopiëren van stijlen uit het verleden maar op hun manier. Bv. Klassieke zuilen ipv marmer van glimmend staal
Gebruik maken van clichés
Van bestaande kunst/voorwerpen nieuwe maken maar de bestaande betekenis ondermijnen
betekenis- of inhoudsloos
Veel gebruik maken van glimmende voorwerpen (vooral in de architectuur)
Slide 27 - Slide
Engagement
Postmodernisme
Subcultuur
Pop muziek
Hedonisme
Situatie dat je je ergens bij betrokken voelt; maatschappelijk betrokken
Er is geen richtinggevende stijl meer maar elementen uit verleden en andere culturen worden vrijelijk geciteerd en gecombineerd.
Een verzamelnaam voor tal van stijlen in de muziek. Meer gericht op de populariteit dan naar de diversiteit van de muziek.
Groep die veel gemeen heeft met de dominante cultuur maar ook op een aantal punten verschillen.
Filosofische leer waarin het genot centraal staat
Slide 28 - Drag question
Ga voor jezelf na of de lesdoelen zijn gehaald, die in hoofdstuk 1 zijn behandeld:
Weet je nu wat massacultuur, massamedia, hoge en lage kunst en postmodernisme zijn?
Je weet nu dat ook de massacultuur accenten heeft en dat je die leert beheersen voor je schoolexamen.
Slide 29 - Slide
Je kan uitleggen hoe Europa en de VS eruitzagen na de Tweede Wereldoorlog;
Je kan uitleggen wat Massacultuur inhoudt en hoe dit te maken heeft met industrialisatie en massamedia;
Je kan een aantal belangrijke kenmerken van massacultuur noemen;
Je kan uitleggen waardoor de welvaart in Europa tot grote hoogte steeg;
Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn van de welvaart in Europa;
Je kan uitleggen hoe Europeanen naar de VS keken na de Tweede Wereldoorlog en hoe dit samenhangt met de cultuur die vanuit de VS naar Europa kwam;
Je kan voorbeelden van de Amerikaanse cultuur noemen en uitleggen wat de kenmerken zijn;
Je kan uitleggen wat ‘hoge kunst/cultuur’, ‘lage kunst/cultuur’ is en voorbeelden geven waarin het verschil tussen deze twee kunstuitingen vervaagt;
Je kent de volgende begrippen: subcultuur, engagement, fusion, postmodernisme, hippiecultuur, multidisciplinair, vrouwenbevrijdingsbeweging.