H2 Spelling §11 persoonsvormen in samengestelde zinnen

Lezen (5-10 min.)
Open je boek op blz. 262-263

§11 De spelling van de persoonsvorm in samengestelde zinnen 

Vandaag
2havo
SPELLING
CURSUS 7:
w
werkwoord-
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen (5-10 min.)
Open je boek op blz. 262-263

§11 De spelling van de persoonsvorm in samengestelde zinnen 

Vandaag
2havo
SPELLING
CURSUS 7:
w
werkwoord-

Slide 1 - Slide

  • Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin is.
  • Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Wat?
Lees de theorie op blz. 262 en maak opdracht 1 op blz. 262.
Klaar? Werk alvast verder aan de rest van paragraaf 11: opdracht 1 t/m 4
Hoe?
Zelfstandig in stilte.
Hulp
Brein, Boek, Buur
Tijd
10 minuten


Klaar?
Keuze 1: Ik begrijp het goed: ga zelfstandig aan het werk.
Keuze 2: Ik vind het nog lastig: doe mee met de instructie.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen
  • Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meerdere persoonsvormen (samengestelde zinnen).
  • Terwijl ik op de bus wachtte, luisterde ik naar muziek op mijn telefoon.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Samengestelde zinnen
  • Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan. 
  • Verander alle werkwoorden van tijd.
  •  De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.
De Big-Bazar heeft besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd krijgt.
De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd kreeg.





Zo vind je de persoonsvorm in

Slide 6 - Slide

Vul de juiste spelling van de werkwoord in:
De door Marcel ... (maken) grappen worden door Gijs ... (noteren).

Slide 7 - Open question

De ... (inspireren) gids ... (vertellen) vorige week over de geschiedenis van het gebouw.

Slide 8 - Open question

Tijdens het schoolreisje ... (slenteren) Jesper ... (mopperen) achter de rest van zijn klasgenoten aan.

Slide 9 - Open question

Uitlegfilmpje!

Slide 10 - Slide

Maken: 
Verdieping:
Volgende les(sen):
Opdracht 1 t/m 4 uit het boek.

blz. 262-263.





Beantwoord minstens drie van de verdiepingsvragen op de volgende slide.



Paragraaf 11:
Persoonsvormen in een samengestelde zin afronden.

Daarna een oefenles en een proefwerk  over (werkwoord)spelling.
Cursus 7 Spelling, paragraaf 11 (blz. 262-263).

Slide 11 - Slide

Onthouden: "Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?" Leg uit en geef twee voorbeelden.

Begrijpen: "Hoe vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin?" Leg uit en geef een voorbeeld.

Toepassen: "Maak twee samengestelde zinnen (één in de t.t. en één in de v.t.), waarin je twee persoonsvormen op de juiste manier spelt.'' 

Analyseren: Leg uit waarom je soms 'gelooft' en soms 'geloofd' schrijft. Maak bij beide woorden een voorbeeldzin.

Evalueren/creëren: "Bedenk een samengestelde zin in de verleden tijd, waarin je de persoonsvormen van de werkwoorden beginnen, wachten, en vragen  gebruikt."



Kies drie verdiepingsvragen en werk deze uit.

Slide 12 - Slide

Wat gaat al goed in de cursus Spelling?
Noteer de paragrafen.

Slide 13 - Open question

Wat vindt je nog lastig aan het hoofdstuk Spelling? Noteer de paragrafen.

Slide 14 - Open question

  • Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin is.
  • Je weet wat hoe je de persoonsvorm in samengestelde zinnen moet spellen.
Lesdoelen

Slide 15 - Slide