Les 4: werkwoordspelling

Werkwoordspelling
de ultieme uitleg
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
de ultieme uitleg

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les ken je de regels voor werkwoordspelling en kun je die toepassen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke werkwoorden veranderen van klank?
A
ronde werkwoorden
B
zwakke werkwoorden
C
sterke werkwoorden
D
alle werkwoorden

Slide 4 - Quiz

'T ex-kofschip gebruik je voor de verleden tijd van:
A
sterke en zwakke werkwoorden
B
sterke werkwoorden
C
zwakke werkwoorden

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij het werkwoordelijk gezegde?
A
alles wat je zegt
B
waarover het gaat
C
alle werkwoorden
D
alle werkwoorden behalve de pv

Slide 6 - Quiz

Joni en Mustafa gaan verhuizen naar Turkije.
"VERHUIZEN" is...
A
PV
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

Paul is verhuisd naar Hoofddorp.
"VERHUISD" is...
A
PV
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Saraya verhuist naar Amsterdam.
"VERHUIST" is...
A
PV
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

schema werkwoordspelling

Slide 10 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Na deze les ga je aan het werk in NUMO.
Daar staan taken voor je klaar.

Slide 11 - Slide

Deze les
Heb je geleerd wat lijdende en bedrijvende zinnen zijn en hoe je die kunt omzetten.


Volgende week krijg je een deeltoets over de werkwoordspelling.

Slide 12 - Slide