De Normale Bevalling

DE NORMALE BEVALLING
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

DE NORMALE BEVALLING

Slide 1 - Slide

Les 4
  • De student kan benoemen welke soorten weeën er zijn
  • De student kan weergeven welke bewegingen het kind maakt tijdens zijn tocht door het baringskanaal
  • De student kan uitleggen welke verschillende fasen er tijdens de bevalling te onderscheiden zijn
  • De student kan weergeven in welke houdingen de bevalling kan plaatsvinden

Slide 2 - Slide

Les 4
  • De student kan uitleggen wat de rol van de kraamverzorgende is tijdens de bevalling
  • De student kan basiszorg verlenen voor, tijdens en na de bevalling
  • De student kan weergeven welke lichamelijke observaties tijdens en na de bevalling bij de vrouw en de pasgeborene van belang zijn
  • De student kan weergeven wat de kenmerken van de pasgeborene zijn
  • De student kan zorg verlenen aan de pasgeborene

Slide 3 - Slide

VANDAAG
We starten met theorie en daarna gaan jullie zelf aan de slag. 
 

Slide 4 - Slide

Weeën

Slide 5 - Slide

Soorten weeën
  • Voorweeën
  • Indalingsweeën
  • Oefenweeën
  • Ontsluitingsweeën
  • Persweeën
  • Naweeën
https://hetverloskundigcentrum.nl/bevalling/soorten-weeen/

Slide 6 - Slide

Voorweeën
  • Deze kunnen vanaf een week of 24 tot en met de laatste weken voorkomen.
  • Deze voorweeën zijn een natuurlijke voorbereiding op de bevalling.

Slide 7 - Slide

Indalingsweeën
  • Deze kunnen in sommige gevallen al rond de 30 weken voorkomen, maar vaker zie je ze vanaf 34/35 weken optreden.
  • De baby is bezig met de indaling in je bekken en dat gaat soms gepaard met extra harde buiken en eventuele trekpijn in de onderbuik. Soms geeft dat het idee dat de bevalling op gang komt.

Slide 8 - Slide

Oefenweeën

  • In de laatste weken van de zwangerschap kan het voorkomen dat de samentrekkingen van de baarmoeder al langer aanhouden en pijnlijker worden. 
  • Bij oefen -en voorweeën trekt de baarmoeder nog niet in haar geheel samen en duren de samentrekkingen nog niet zo lang als bij ontsluitingsweeën.
  • De pauzes zijn ook nog lang en onregelmatig.

Slide 9 - Slide

Ontsluitingsweeën
  • Een echte ontsluitingswee komt met een zekere regelmaat van minimaal 5 of 6 minuten. Zitten er nog langere pauzes tussen, dan kunnen de weeën ook nog weer ophouden.
  • De ontsluitingswee is behoorlijk pijnlijk en deze pijn voel je in je onderbuik, rug, bovenbenen of in een combinatie hiervan.
  • Een flinke ontsluitingswee kan driekwart tot 1 minuut of soms nog langer aanhouden. En meestal geldt, hoe sterker en langer de wee, hoe meer er gebeurt op het gebied van de ontsluiting.

Slide 10 - Slide

Persweeën
  • Wanneer de ontsluiting een heel eind gevorderd is, gaat het hoofdje van de baby verder zakken in je bekken.  
  • Dit is het begin van de periode van de persweeën. Deze weeën zijn nog krachtiger dan de ontsluitingsweeën. 
  • Deze krachtige weeën heb je nodig om je kind door het geboortekanaal naar buiten te kunnen persen.

Slide 11 - Slide

Naweeën
  • Direct na de geboorte van de baby en de placenta trekt de baarmoeder flink samen om de wond die de net losgelaten placenta veroorzaakt heeft in de baarmoederwand, goed dicht te drukken.

Slide 12 - Slide

Fasen 
van de bevalling

Slide 13 - Slide

Fases van de Bevalling
1. Latente fase 
2. Ontsluitingsfase
3. Uitdrijvingsfase 
4. Nageboortefase 

Slide 14 - Slide

Latente fase 
In de latente fase zijn de echte weeën begonnen en komen ze steeds regelmatiger en frequenter, met minimaal 2 weeën per 10 minuten. De bevalling is nu echt begonnen. Het zijn echter nog beginnende weeën, die nog gemakkelijk op te vangen zijn; je kunt ze nog gemakkelijk wegzuchten en je kunt nog praten. Door deze weeën verstrijkt de baarmoedermond en ontstaat tot 2 tot 3 centimeter ontsluiting. 

Slide 15 - Slide

Ontsluitingsfase
De weeën worden regelmatiger en krachtiger. Door de weeën verstrijkt de baarmoedermond: dit is vóór de bevalling een lang, stug, gesloten tuutje. Bij het verstrijken wordt de baarmoedermond platter. Daarnaast wordt de baarmoedermond ook weker; deze is in het begin net zo stug als je neus en aan het eind zo zacht als je tong. Daarnaast gaat de baarmoedermond zich openen: de ontsluiting. 

Slide 16 - Slide

Uitdrijvingsfase 
Wanneer 10 centimeter ontsluiting is bereikt (volledige ontsluiting) start de uitdrijvingsfase. De ontsluitingsweeën gaan over in persweeën. Dit is de periode waarin het kind uit de baarmoeder wordt gedreven door de uitdrijvingsweeën en door het meepersen van de moeder

Slide 17 - Slide

Nageboortefase 
Na de geboorte van de baby zal de baarmoeder samentrekken. De placenta laat los en komt meestal binnen 15 minuten na de geboorte van de baby. Om de placenta geboren te laten worden geeft de gynaecoloog of verloskundige stevige tegendruk op de buik en moet je een keer meepersen.

Slide 18 - Slide

De baarmoedermond opent tot 10 cm
A
Latente fase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase

Slide 19 - Quiz

Hier komen de persweeën van pas
A
Latente fase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase

Slide 20 - Quiz

De geboorte van de placenta
A
Latente fase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase

Slide 21 - Quiz

De baarmoedermond is verweekt door contracties
A
Latente fase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase

Slide 22 - Quiz

Bevalling
Ligging baby: natuurlijke bevalling of keizersnede

Slide 23 - Slide

Verkeerde ligging
Stuitligging:  soms keizersnede                         Dwarsligging: keizersnede

Slide 24 - Slide

Wanneer is een natuurlijke bevalling niet mogelijk en is er een keizersnede nodig?
A
dwarsligging
B
stuitligging

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Werken aan deelopdracht 2

Slide 27 - Slide