This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Is het ... of ...?
Buenas noches
Buenos noches
Slide 1 - Poll
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vertaal onderstaande woorden:
Ciudad
Habitantes
Casa
Instituto
Cerca
Centro comercial
7. Ir de compras
8. Panadería
9. Banco
10. Supermercado
11. Cine
12. Tienda de ropa
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
D1 H2, opdracht 10
Slide 6 - Slide
Haz el ejercicio 7, 9, 10a+b y 11
En las páginas 36-38 en tu libro de trabajo.
D1 H2, opdracht 10
Slide 7 - Slide
Weet jij dit nog?
Ciudad
Habitantes
Casa
Instituto
Cerca
Centro comercial
7. Ir de compras
8. Panadería
9. Banco
10. Supermercado
11. Cine
12. Tienda de ropa
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat betekent het werkwoord 'estar'?
Slide 11 - Open question
Ik ben, jij bent, hij/zij/het is, u bent, wij zijn, jullie zijn, zij zijn
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Hoe kun je de werkwoorden leren?
* Kaarten
* Overhoring op WRTS
* Rijtje uit je hoofd leren
Slide 14 - Slide
"Het gaat goed met mij" // "Ik ben ..."
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
SER vs ESTAR vs HAY
Het werkwoord SER gebruiken we bij beschrijvingen en vaste eigenschappen, ESTAR bij plekken en tijdelijke eigenschappen en HAY om aan te geven dat er is wel/niet is.