Hoofdstuk 7 - Herhaling

Hoofdstuk 7 - Wie heeft het voor het zeggen?
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 - Wie heeft het voor het zeggen?

Slide 1 - Slide

Startactiviteit
1. Maken uitgedeelde opgave
2. Klaar? herhalingsopdrachten blz. 178 / blz. 208

Slide 2 - Slide

Agenda
Startactiviteit + Bespreken
Leerdoelen 7.1 & 7.2 bespreken
 Herhaling 7.1 & 7.2
Aan de slag
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Paragraaf 1 Wat is de overheid?
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Wat de vier overheidslagen zijn en waarvoor zij verantwoordelijk zijn
  • Welke vier maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt
  • Waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen
  • Wat het verschil is tussen de collectieve en de particuliere sector
  • Wat privatisering is en waarom de overheid sommige taken privatiseert

Slide 4 - Slide

Welke vier overheidslagen kent Nederland?

Slide 5 - Open question

Welke overheidstaken voert de gemeente uit?
A
Het onderhoud van dijken en kanalen
B
Het uitgeven van een paspoort en rijbewijs
C
Het verstrekken van huur- en zorgtoeslag
D
Het verstrekken van uitkeringen

Slide 6 - Quiz

De overheid probeert het gedrag van de burgers te beïnvloeden. Welke manier hoort er niet bij?
A
Subsidie
B
Energiebelasting
C
Innovatie
D
Milieuheffing

Slide 7 - Quiz

Leg uit wat het verschil is tussen milieuheffingen en energiebelasting?

Slide 8 - Open question

Wat is geen voorbeeld van een collectief goed?
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Straatverlichting
D
Huizing

Slide 9 - Quiz

Om welke drie redenen verzorgt de overheid voor collectieve goederen?

Slide 10 - Open question

Noem een voorbeeld van de collectieve sector en de particuliere sector

Slide 11 - Open question

Leg uit wat privatisering is

Slide 12 - Open question

Paragraaf 2 Sociale zekerheid
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Waarom er sociale zekerheid is
  • Wat het solidariteitsbeginsel is
  • Wat de verschillen tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen zijn
  • Benoemen wat de twee overheidsmaatregelen zijn om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.

Slide 13 - Slide

Sociale zekerheid in Nederland moet blijven bestaan
JA
NEE

Slide 14 - Poll

Wat is het solidariteitsbeginsel?

Slide 15 - Open question

Actieven zijn mensen die hun eigen inkomen verdienen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen?

Slide 17 - Open question

Sociale verzekeringen worden betaald door belastinggeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van sociale voorzieningen?
A
Huurtoeslag
B
Zorgtoeslag
C
Bijstandsuitkering
D
ANW

Slide 19 - Quiz

Welke twee overheidsmaatregelen worden er genomen om sociale zekerheid betaalbaar te houden?

Slide 20 - Open question

Aan de slag
1. Maken herhalingsopdrachten 7.1 & 7.2  
2. Maken rekenopgave hoofdstuk overheid

Slide 21 - Slide

Afsluiting
1. Vul de samenvatting in over 7.1 & 7.2
2. Bespreek wat je heb opgeschreven
3. Lever in bij de docent

Slide 22 - Slide

Hoofdstuk 7 - Wie heeft het voor het zeggen?

Slide 23 - Slide

Startactiviteit
1. Maken uitgedeelde opgave
2. Klaar? herhalingsopdrachten blz. 179 / blz. 209

Slide 24 - Slide

Agenda
Startactiviteit + Bespreken
Leerdoelen 7.3 bespreken
 Herhaling 7.3
Aan de slag
Afsluiting

Slide 25 - Slide

Paragraaf 3 Hoe komt de overheid aan geld?
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Wat de belastinginkomsten van de overheid zijn;
  • De belangrijkste inkomsten van de gemeente benoemen;
  • Het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belasting;
  • Wat de niet-belastingontvangsten zijn van de overheid.

Slide 26 - Slide

Wat zijn de vier inkomsten soorten van de rijksoverheid?

Slide 27 - Open question

Noem een voorbeeld van NIET belastingontvangsten van de overheid

Slide 28 - Open question

Wat zijn geen inkomsten van de gemeente?
A
Onroerendezaakbelasting
B
Accijns
C
Afvalstoffenheffing
D
Leges

Slide 29 - Quiz

Wat is het verschil tussen directe en indirecte belasting?

Slide 30 - Open question

Direct of indirecte? Accijns
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 31 - Quiz

Direct of indirecte? Loonbelasting
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 32 - Quiz

Aan de slag
1. Maken herhalingsopdrachten 7.3 blz. 179 / 209
2. Maken rekenopgave blz. 182 / 212

Slide 33 - Slide

Hoofdstuk 7 - Wie heeft het voor het zeggen?

Slide 34 - Slide

Startactiviteit
1. Maken uitgedeelde opgave
2. Klaar? Rekenopgave blz. 182-183 / blz. 212 - 213

Slide 35 - Slide

Agenda
Startactiviteit + Bespreken
Leerdoelen 7.4 bespreken
 Herhaling 7.4
Nakijken herhalingsopdrachten
Aan de slag - Oefentoets
Afsluiting

Slide 36 - Slide

Paragraaf 4 Wat geeft de overheid uit?
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben
  • Waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven
  • Hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat
  • Hoe de staatsschuld is ontstaan

Slide 37 - Slide

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Slide 38 - Open question

Wat is het verschil tussen de rijksbegroting en de miljoenennota?

Slide 39 - Open question

Wat zijn de grootste inkomsten posten van 2025?

Slide 40 - Open question

Wat is het verschil tussen begrotingstekort en een berotingsoverschot?

Slide 41 - Open question

Hoe ontstaat er een staatsschuld?

Slide 42 - Open question

Aan de slag
1. Nakijken herhalingsopdrachten
2. Maken oefentoets

Slide 43 - Slide