Onderdeel A: Communicatie

Eindtermen
P/ZW/2.3.5 een telefoonnotitie aannemen en doorgeven        
1. de relevante en doeltreffende informatie vermelden op de notitie en doorgeven 
P/ZW/2.3.6 een telefonische afspraak maken        
1. gesprekstechnieken hanteren x x
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Eindtermen
P/ZW/2.3.5 een telefoonnotitie aannemen en doorgeven        
1. de relevante en doeltreffende informatie vermelden op de notitie en doorgeven 
P/ZW/2.3.6 een telefonische afspraak maken        
1. gesprekstechnieken hanteren x x

Slide 1 - Slide

Theorie
Telefoongesprek voeren
belang van communicatie
Gesprekken voeren

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- De leerling kan basisvaardigheden gesprekstechnieken toepassen
- De leerling kan de relevante en doeltreffende informatie vermelden op de notitie en doorgeven
- De leerling kan een telefonische afspraak maken

Slide 3 - Slide

Waar moet je opletten bij het voeren van een gesprek

Slide 4 - Mind map

Telefoongesprek voeren
Als je telefoneert, kan de ander je wel horen maar niet zien. Alle communicatie gebeurt via je stem. Je stem is dus erg belangrijk. 

Slide 5 - Slide

Waar let je op bij je stemgebruik
Zorg dat je voor de ander prettig klinkt:
- variatie aan te brengen in de toonhoogte waarop je praat
- Je stem klinkt dan vriendelijk en levendig

Slide 6 - Slide

Voor de inhoud van het gesprek zijn er regels waar je op moet letten:

- Noem bij de opening van het gesprek de naam van de instelling waar je werkt.
- Zeg: ‘Goedemorgen’ of ‘Goedemiddag’ en noem daarna luid en duidelijk je naam.
- Let op goede omgangsvormen. Zeg niet zomaar ‘je’ of ‘jij’ tegen de ander. Bij een zakelijk gesprek, zeg je ‘u’. Blijf altijd beleefd!
- Luister goed naar de ander en herhaal eventueel wat de ander gezegd heeft om te checken of je het goed hebt gehoord.

Als de ander een vraag stelt waar je op dat moment geen antwoord hebt, kun je het beste zeggen dat je op dit moment geen antwoord hebt. Leg uit dat je het antwoord gaat uitzoeken voor de ander en dat je zo snel mogelijk terug zult bellen met het antwoord. Je noteert de naam en het telefoonnummer van de ander en je noteert de vraag.

Zorg dat je je belofte ook echt nakomt! Zoek het antwoord op de vraag, vraag het bijvoorbeeld aan een collega of aan je baas en bel daarna terug met het antwoord.

Aan het eind van het telefoongesprek vat je nog even samen wat er is afgesproken.

Bedank eventueel voor het telefoontje. Zeg daarna: ‘Dag mijnheer’ of ‘Dag mevrouw’ en leg de hoorn rustig neer.

Doe geen andere dingen tijdens het gesprek zodat je geconcentreerd blijft! Zorg dat er altijd een notitieblok met pen naast de telefoon ligt.


Slide 7 - Slide

Regels telefoongesprek
  • Als de ander een vraag stelt waar je op dat moment geen antwoord hebt, kun je het beste zeggen dat je op dit moment geen antwoord hebt. Leg uit dat je het antwoord gaat uitzoeken voor de ander en dat je zo snel mogelijk terug zult bellen met het antwoord. Je noteert de naam en het telefoonnummer van de ander en je noteert de vraag.


Aan het eind van het telefoongesprek vat je nog even samen wat er is afgesproken.

Bedank eventueel voor het telefoontje. Zeg daarna: ‘Dag mijnheer’ of ‘Dag mevrouw’ en leg de hoorn rustig neer.

Doe geen andere dingen tijdens het gesprek zodat je geconcentreerd blijft! Zorg dat er altijd een notitieblok met pen naast de telefoon ligt.

Slide 8 - Slide

Regels telefoongesprek
  • Zorg dat je je belofte ook echt nakomt! Zoek het antwoord op de vraag, vraag het bijvoorbeeld aan een collega of aan je baas en bel daarna terug met het antwoord.
  • Aan het eind van een telefoongesprek vat je nog even samen wat er is afgesproken
  • Bedankt eventueel voor het telefoontje. Zeg daarna dag mijnheer of dag mevrouw en leg de hoorn rustig neer

Slide 9 - Slide

Gesprekken voeren
  • Behoefte aanvoelen

Slide 10 - Slide

Regels voor gesprekken
- kijk de ander aan
- let op de reactie van de ander
- let ook op de houding
- luister naar de persoon en laat hem uitpraten
- houdt in de gaten of iemand wel wil praten
- zorg ervoor dat je belangstelling echt is
- als je zelf praat spreek dan beschaafd Nederlands
- sluit een gesprek af loop niet zomaar weg

Slide 11 - Slide

Open en gesloten vragen 
gesloten vraag: beperkte antwoord mogelijkheden. Je krijgt specifieke informatie (vb. boek)

Slide 12 - Slide

open vraag
Bij een open vraag kan een ander allerlei antwoorden geven

Je krijgt hierdoor meer informatie van de ander. 

(vb boek)

Slide 13 - Slide

Belang van communicatie
verbale communicatie

Alle communicatie waarbij je woorden gebruikt

Slide 14 - Slide

Non-verbale communicatie
Alle communicatie waarbij je geen woorden gebruikt

Je gebruikt wel:
gebaren
een bepaalde gezichtsuitdrukking
lichaamshouding 

Slide 15 - Slide

Feedback
Wanneer je iemand iets duidelijk probeert te maken, wil je ook graag weten of de informatie is aangekomen. Daarom moet je op de reactie van de ander letten. 

Door de informatie die je terugkrijgt, verbaal en non-verbaal kun je te weten komen of de ander de boodschap heeft begrepen. Dit noem je feedback. 

Slide 16 - Slide

Waarom is goede communicatie
belangrijk

Slide 17 - Mind map

Waarom is goede communicatie belangrijk

- je cliënten en collega's beter leert begrijpen
- je gevoelens kunt tonen
- beter kunt samenwerken met collega's

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Invullen  profielkeuze

Daarna:
Omgaan met de familie van de cliënt
Opdracht 4 en 5 blok 8

classroom week 5
a een telefoonnotitie maken en doorgeven
A rollenspel 
Praktijk
was sorteren

Slide 19 - Slide