1.verwarmen

Welkom terug!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom terug!

Slide 1 - Slide

H4. Energie
4.1 verwarmen
Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine





Huiswerk
opgave 1 t/m 8

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 

  • Verschillende soorten warmtebronnen noemen.
  • Uitleggen hoe je een proef met een warmtemeter kan doen.
  • Rekenen met de formules om de afgestane en opgenomen warmte te bepalen.

Slide 3 - Slide

Voorkennis
Waar komen we warmtebronnen tegen?

Slide 4 - Slide

Warmtebronnen
Twee soorten warmtebronnen;

  1. Chemische energie wordt omgezet in warmte(Cv.ketel, houtkachel, gasfornuis) 
  2. Elektrische energie wordt omgezet in warmte(kookplaat, waterkoker, oven)

Slide 5 - Slide

Energie-stroomdiagram

Slide 6 - Slide

      Warmtemeter

Een vrijwel perfect geïsoleerd bakje waarmee je de hoeveelheid warmte kan meten die nodig is om een hoeveelheid vloeistof te verwarmen.

Slide 7 - Slide

Formule vrijgekomen warmte
E=Pt
E
hoeveelheid warmte
J
Joule
P
vermogen
W
Watt
t
tijd
s
Seconde

Slide 8 - Slide

voorbeeld opgave
Mare heeft 300 gram in een warmtemeter verwarmt met een dompelaar van 12W. Na 12 min. is de temperatuur gestegen van 19 naar 36 graden. Bereken de hoeveelheid warmte in KJ.

Slide 9 - Slide

Soortelijke warmte 
Dit is de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 g van een stof 
één graad Celisius in temperatuur te doen stijgen.


Het symbool is de letter c.
Elke stof heeft zijn eigen soortelijke warmte.
Water = 4,2 J/g. C

Slide 10 - Slide

Rekenen met soortelijke warmte
Je kan berekenen hoeveel warmte er nodig is om een bepaalde hoeveelheid stof te verwarmen tot een bepaalde temperatuur.




Slide 11 - Slide

voorbeeldopgave
Een waterkoker van 1600W verwarmde 1,5Lwater van 20 tot 100 graden. Hoeveel warmte (Q) moet de waterkoker leveren. De soortelijke warmte voor water is 4,2 J/g C.

Slide 12 - Slide

voorbeeldopgave
Joan vult de waterkoker helemaal met water van 20 graden, daarna zet ze het apparaat aan, bereken hoelang het duurt voor het water kookt?
  (Gegevens waterkoker; inhoud 1,7L, vermogen 2200W, c=4,2J/g.C)

Slide 13 - Slide

Joan vult de waterkoker helemaal met water van 20 graden, daarna zet ze het apparaat aan, bereken hoelang het duurt voor het water kookt?
  (Gegevens waterkoker; inhoud 1,7L, vermogen 2200W, c=4,2J/g.C)

Slide 14 - Slide

Lesdoelen 

  • Verschillende soorten warmtebronnen noemen.
  • Uitleggen hoe je een proef met een warmtemeter kan doen.
  • Rekenen met de formules om de afgestane en opgenomen warmte te bepalen.

Slide 15 - Slide

Huiswerk
paragraaf 4.1. opgave 1 t/m 8.

Slide 16 - Slide