Leerbelemmering PDG

Autismespectrumstoornis (ASS)
Linda de Jong
Revka Harder
Marlon Groenhard
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BurgerschapHBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Autismespectrumstoornis (ASS)
Linda de Jong
Revka Harder
Marlon Groenhard

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan we het over hebben?

Wat is ASS precies?
Hoe herken je ASS bij een student?
Hoe hou je er rekening mee als docent?
Relevante bronnen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Heb je enige kennis van ASS?
-2100

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de meest voorkomende kenmerken van autisme? Noem er 4.

Slide 5 - Mind map

- Problemen met communicatie en taal
- Moeite met contact maken
- eenzijdige belangstelling
- gevoelig voor prikkels
Wie mag de diagnose ASS niet stellen? Er zijn meerdere antwoorden juist
A
Psychiater
B
Huisarts
C
Docent
D
Klinisch psycholoog

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf wanneer kan er bij "zwaar" autistische kinderen een diagnose stellen?
A
1 - 2 jaar
B
1,5 - 2 jaar
C
2,5 - 3 jaar
D
3 - 3,5 jaar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is autisme erfelijk?

Slide 8 - Slide

Ja, maar hoeft niet

Weet je toevallig wat geen vorm van autisme is?
A
Asperge
B
PDD-NOS
C
McDD
D
Stoornis van Bleu

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Veel mensen die nu een diagnose op het autisme-spectrum hebben, zijn gediagnosticeerd met behulp van de criteria uit de DSM-IV. Hierin worden de volgende vormen van autisme beschreven: klassiek autisme, syndroom van Asperger, PDD-NOS. Deze typeringen zijn vooral tot stand gekomen door te kijken naar iemands gedrag, dus wat er aan de buitenkant te zien is.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Heb jij zelf last van autisme of autistische "trekjes"?
JA
EEN BEETJE
NEE

Slide 11 - Poll

Een beetje autistisch bestaat niet. Of je hebt autisme, of je hebt het niet. Desondanks komt het regelmatig voor dat mensen aangeven kenmerken die bij autisme passen, bij anderen of zichzelf te herkennen. Om een voorbeeld te noemen, iemand die zegt: ‘ik sorteer al mijn boeken op kleur, wat ben ik toch autistisch!’ Dat wil echter niet zeggen dat diegene ook autisme heeft.

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Heb je in jouw klassen te maken met autisme en is de diagnose bekend? Of denk je dat een student autisme heeft waarvan dit niet bekend is? Wat zou je doen als dit leerbelemmeringen oplevert voor de student en/ of problemen oplevert voor jou?
timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je in de klas?
Studenten met autisme hebben het niet altijd makkelijk in de onvoorspelbare schoolomgeving. Ze moeten op hun tenen lopen om aan de complexe en onzichtbare verwachtingen van het schoolleven te kunnen voldoen. Studenten die normaal of hoogbegaafd zijn en een vorm van autisme hebben, merken gaandeweg dat ze “anders” zijn dan andere Studenten. Ze willen graag net zo zijn, maar daarin slagen ze niet.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen in je klas?
 *Benadruk positief gedrag en handelingen
*Leg een (verwachte) situatie goed uit
*Communiceer positief
*Praat kalm en geef de boodschap zo summier mogelijk
*Trek eerst de aandacht van de student als je wat wilt zeggen. Noem éérst zijn naam en zeg dan wat je wilt
* Als je de boodschap nog een keer geeft, gebruik dan dezelfde woorden, anders lijkt het een geheel nieuwe boodschap
* Vermijd in het algemeen woorden als: zometeen, straks, misschien, ongeveer, enz
*Let goed op de student. Jongeren met autisme lopen een verhoogd risico gepest te worden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

This item has no instructions