Paragraaf 1.1, Ontdek je binnenste

Onderzoeken en ontdekken
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Onderzoeken en ontdekken

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1.1
Ontdek je binnenste

Slide 2 - Slide

Planning
* Huiswerk
*Bespreken tabel
* leerdoelen 1.1
* Uitleg theorie
* Opdracht
* Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Huiswerk




LEZEN Paragraaf 1.1
MNV: 3, 4, 13, 14, 15 en 16


Slide 4 - Slide

Mens en Natuur
Bespreken tabel

Slide 5 - Slide

De methode
Nectar 
Tekstboek 
Werkboek A!!

Bronnen
MNV = maken, nakijken en verbeteren

Antwoorden:
Magister - Elo - Studiewijzer - Mens en Natuur - Hoofdstuk 1


Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Ik kan de definitie geven van een cel, orgaan en orgaanstelsel
Ik ken de opbouw van cel naar organisme
Ik kan de verschillende onderdelen van een cel benoemen aan de hand van een plaatje
Ik kan uitleggen wat een torso is
Ik kan de volgende vier orgaanstelsels herkennen op een plaatje:
- Bloedvatenstelsel
- Beenderstelsel (skelet)
- Verteringsstelsel
- Ademhalingsstelsel
Ik weet welke organen bij bovenstaande orgaanstelsels horen
Ik ken de taak/functie van bovenstaande orgaanstelsels
Ik kan in een plaatje de verschillende organen aanwijzen/benoemen


Slide 7 - Slide

Leerdoel
Ik kan de definitie geven van een cel, orgaan en orgaanstelsel
Ik ken de opbouw van cel naar organisme

Slide 8 - Slide

Lezen p. 8, 9 en 10
* Wat is de definitie van een orgaan ?
* Wat is de definitie van een orgaanstelsel?
* wat is de definitie van een cel?

Slide 9 - Slide

Antwoord
Een orgaan is een werkend deel van je lichaam met een eigen taak

Een orgaanstelsel is een groep samenwerkende organen

Een cel is het kleinste levende deel van je lichaam

Slide 10 - Slide

Zet de volgende begrippen in de juiste volgorde.
Van klein naar groot!

Organisme - cel - orgaanstelsel - orgaan

Slide 11 - Open question

Opbouw
Opbouw organisme van klein naar groot

Jullie moeten kennen:
Cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Ik kan de verschillende onderdelen van een cel benoemen aan de hand van een plaatje

Slide 13 - Slide

cel

Cellen zijn de kleinste, levende delen van je lichaam.

* verschillend vorm en kleur
* bouwstenen

Slide 14 - Slide

cel

* kleinste levende delen van je lichaam
* verschillend vorm en kleur
* bouwstenen

Slide 15 - Slide

orgaan
* Elk orgaan heeft een eigen taak/functie
* De meeste organen zitten binnenin je lichaam

* Op 1 plek ( hersenen, hart )
* op meerdere plekken ( botten, spieren )

Welke organen kun je zien?

Slide 16 - Slide

TORSO
Een lichaam van plastic zonder hoofd, armen en benen.

Slide 17 - Slide

orgaanstelsels
Een mens heeft 11 orgaanstelsels

Slide 18 - Slide

alle orgaanstelsels samen = organisme

Slide 19 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 1.1
Maken 3, 4,13, 14, 15 en 16
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Les 2

Slide 21 - Slide

Paragraaf 1.1
Ontdek je binnenste

Slide 22 - Slide

Planning
* Huiswerk
* Herhaling
* Leerdoelen
* Theorie
* Zelfstandig werken

Slide 23 - Slide

Huiswerk




LEREN Paragraaf 1.1

MNV:  7, 8 en 9


Slide 24 - Slide

Planning maken repetitie

Slide 25 - Slide

Herhaling
opbouw lichaam
onderdelen cel

Slide 26 - Slide

Opbouw
Opbouw organisme van klein naar groot

Jullie moeten kennen:
Cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

Slide 27 - Slide

cel

* kleinste levende delen van je lichaam
* verschillend vorm en kleur
* bouwstenen

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
Ik kan de definitie geven van een cel, orgaan en orgaanstelsel
Ik ken de opbouw van cel naar organisme
Ik kan de verschillende onderdelen van een cel benoemen aan de hand van een plaatje
Ik kan uitleggen wat een torso is
Ik kan de volgende vier orgaanstelsels herkennen op een plaatje:
- Bloedvatenstelsel
- Beenderstelsel (skelet)
- Verteringsstelsel
- Ademhalingsstelsel
Ik weet welke organen bij bovenstaande orgaanstelsels horen
Ik ken de taak/functie van bovenstaande orgaanstelsels
Ik kan in een plaatje de verschillende organen aanwijzen/benoemen


Slide 29 - Slide

Leerdoel
Ik kan de volgende vier orgaanstelsels herkennen op een plaatje:
- Bloedvatenstelsel
- Beenderstelsel (skelet)
- Verteringsstelsel
- Ademhalingsstelsel

Slide 30 - Slide

Ademhalingsstelsel
verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Beenderstelsel/skelet

Slide 31 - Drag question

Leerdoel
Ik weet welke organen bij bovenstaande orgaanstelsels horen
Ik ken de taak/functie van bovenstaande orgaanstelsels
Ik kan in een plaatje de verschillende organen aanwijzen/benoemen

Slide 32 - Slide

Beenderstelsel/skelet
Organen: 
botten

Taak/functie: 
Stevigheid geven aan je lichaam

Slide 33 - Slide

Verteringsstelsel
Organen: 
Zie plaatje

Taak/functie:
Het kleiner maken/verteren van je voedsel

Slide 34 - Slide

Ademhalingsstelsel
Organen: 
Zie plaatje

Taak/functie:
Het opnemen van zuurstof in je lichaam

Slide 35 - Slide

Bloedvatenstelsel
Organen: 
Hart en bloedvaten

Taak/functie:
Het vervoeren van voedingsstoffen en zuurstof naar alle delen van je lichaam

Slide 36 - Slide

zelfstandig werken
leren paragraaf 1.1
Maken 7, 8, 9
timer
1:00

Slide 37 - Slide

Ademhalingsstelsel
verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Beenderstelsel/skelet

Slide 38 - Drag question