Woordenschat H5

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Start Woordenschat H5
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Start Woordenschat H5

Slide 1 - Slide

Woordenschat H5
Uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Na deze les:

  • Kun je figuurlijk taalgebruik herkennen
  • Weet je waarom veel uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart komen
  • Kun je van een aantal van deze uitdrukkingen de betekenis uitleggen 

Slide 4 - Slide

Vandaag
Herhaling figuurlijk taalgebruik (5 minuten)
Start met nieuwe uitdrukkingen (15 minuten)
Aan de slag (10 minuten)
Bespreken opdracht (resterende tijd)

Slide 5 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
Wat is het ook alweer?

Slide 6 - Slide

Figuurlijk taalgebruik

In teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Je moet het dus niet letterlijk nemen. Je neemt het dan figuurlijk. 

Slide 7 - Slide

Er staat (figuurlijk)

Hij woont in het hart van de stad


We sliepen onder de blote hemel 


De radijsjes schoten de grond uit.
 Bedoeld wordt (letterlijk)

Hij woont in het centrum / het midden van de stad.

We sliepen buiten.


De radijsjes groeiden heel snel


Slide 8 - Slide

Handel en scheepvaart
Nederland is van oudsher een handelsland. De scheepvaart speelde daarbij een belangrijke rol.

Aan de handel en de scheepvaart hebben we veel spreekwoorden en uitdrukkingen te danken.

Voorbeelden:
- over een andere boeg gooien (het op een andere manier proberen)
- aan de grond zitten (geen geld meer hebben).



Slide 9 - Slide

Ken je de volgende uitdrukkingen?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

 Onder zeil gaan. = Gaan slapen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tussen wal en schip vallen. = Nergens bij horen.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 op bladzijde 144 - 145 van je boek. 

Je hebt 10 minuten.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Antwoorden

Aan het roer staan
Bakzeil halen
In de markt liggen
Een oogje in het zeil houden
In zee gaan
Op de fles gaan
Over de brug komen
Aan de prijs zijn 

Betekenis

De leiding hebben
Terugkrabbelen; minder eisen hebben
Populair zijn
Toezicht houden
Samenwerken
Failliet gaan
Betalen
Duur zijn

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 2 op bladzijde 145 - 146 (hw voor morgen).

Slide 17 - Slide