Par. 1.3 Werken met bronnen

Leerdoelen opschrijven
  1. Wat wordt bedoelt met betrouwbaarheid en representativiteit van een historische bron?
  2. Wat zijn geschreven en ongeschreven bronnen?
  3. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Eerder klaar? Lees par. 1.3
timer
5:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen opschrijven
  1. Wat wordt bedoelt met betrouwbaarheid en representativiteit van een historische bron?
  2. Wat zijn geschreven en ongeschreven bronnen?
  3. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Eerder klaar? Lees par. 1.3
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Planning
01/09: Par. 1.3 Werken met bronnen
05/09: 2.1 Mensen en hun culturen + begrip Prehistorie + 1.5 Feiten, meningen en vooroordelen: wat zijn de verschillen?2
08/09: 2.1 Mensen en hun culturen + 1.5 Feiten, meningen en vooroordelen: wat zijn de verschillen?
12/09: 2.2 Verzamelen en jagen: zo beginnen alle groepen + 1.6 Standplaatsgebondenheid: wat is dat?
15/09: 2.2 Verzamelen en jagen: zo beginnen alle groepen + 1.6 Standplaatsgebondenheid: wat is dat?
19/09: SO par. 1.1 t/m 1.6
22/09: 2.3 Overgang naar landbouw + 1.6 Oorzaken en gevolgen


Slide 2 - Slide

Programma
1. Huiswerk bespreken
2. Uitleg par. 1.3 
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Afsluiten

Slide 3 - Slide

Maak de opdracht A ("Tijdpad van je voorouders) en B (Invloed van de geschiedenis") op blz. 26 + Lees par. 1.2

Slide 4 - Slide

Leerdoel
  1. Wat wordt bedoelt met betrouwbaarheid en representativiteit van een historische bron?
  2. Wat zijn geschreven en ongeschreven bronnen?
  3. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Slide 5 - Slide

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 6 - Slide

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Voorbeelden van primaire bronnen

Slide 7 - Slide

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 8 - Slide

Betrouwbaarheid bronnen. 
Historische bronnen zijn nooit betrouwbaar.
- wie heeft het gemaakt? 
- waarom is het gemaakt? 
- wat is er weg gelaten? 
- in welke tijd is het gemaakt?  
- is het een bron uit de tijd zelf?
- staan er vooral feiten of vooral meningen in de bron?
- Kun je de informatie in deze bron ook in andere bronnen vinden?

Slide 9 - Slide

Representativiteit
Voor hoeveel mensen geldt de inhoud van de bron?

Slide 10 - Slide

Wat heb je aan bronnen? Vragen leren beantwoorden!
  • Vragen en bronnen horen altijd samen. 
  • Wat je aan een bron hebt, hangt af van wat je wilt weten.
  • Als je een vraag goed kunt beantwoorden, ben je veel sneller klaar en verdrink je niet in een ee van gegevens. 

Slide 11 - Slide

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
directe
B
indirecte

Slide 12 - Quiz

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
Directe
B
indirect

Slide 13 - Quiz

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 14 - Quiz

Opdracht maken
Maak de opdrachten 5, 6 en 7
Zelfstandig en in stilte!

15 minuten, daarna bespreken
Eerder klaar? Lees par. 2.1

timer
10:00

Slide 15 - Slide

Afsluiten
  1. Wat wordt bedoelt met betrouwbaarheid en representativiteit van een historische bron?
  2. Wat zijn geschreven en ongeschreven bronnen?
  3. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Slide 16 - Slide