les 2h7 24 juni

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Die Planung für heute:

• Lesen üben

• Quiz Deutschland 

Lesen

1. Zet de tafels in toetsopstelling. 

2. We lezen de leestekst Bunter Blick samen.

Lesen

We werken in stilte aan de twee leesteksten. Als de timer afgelopen is kijken we de teksten na.

Kicken für das Heimatdorf und Bunter Blick 

Tekst 1 op het opdrachtenblad maak je niet

Duitsland Quiz

Wat weet jij over Duitsland?

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

1. München
2. Berlijn
3. Bonn
4. Hamburg

Duitsland is niet ingedeeld in provincies, maar in deelstaten. Hoeveel deelstaten heeft Duitsland?

1. 11
2. 16
3. 20
4. 12

Hoeveel mensen wonen er in Duitsland?

1. 60 miljoen
2. 25 miljoen
3. 83 miljoen
4. 55 miljoen

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

1. Zwart – goud - rood
2. Zwart – rood - goud
3. Goud – rood - zwart
4. Rood – zwart - goud

Het lievelingseten van Duitsers is een…

1. haring
2. aardappelen
3. hamburger
4. curryworst

Hoe wordt het Duitse voetbalteam genoemd?

1. Fußballteam
2. die Mannschaft
3. Voetbalteam
4. die Deutschen

Hoe heet de bondskanselier van Duitsland?

1. Angela Merkel
2. Friedrich Merz
3. Olaf Scholz
4. Michael Schumacher

Hoe noem je het verkeerslichtmannetje?

1. Stopman
2. Verkeerslichtmannetje
3. Ampelmännchen
4. Stoplichtmeneer

Noem Duitse merken

Hoe heet de snelweg in het Duits?

1. Fahrbahn
2. Autobahn
3. Schnellweg
4. Fahrweg

Wat zie je hier?

1. der Fernsehturm
2. der Berliner Dom
3. der Bundestag
4. das Brandenburger Tor

Wat is geen Duitse stad?

1. Essen
2. Dresden
3. Dortmund
4. Wien

Wat is het hoogste cijfer wat je in Duitsland op school kunt halen?

1. 10
2. 6
3. 8
4. 1

Met welke munt betaal je in Duitsland?

1. Duitse Mark
2. Gulden
3. Euro
4. Pond

Hoe heet dit gerecht?

1. Schweinebraten
2. Rindssteak
3. Jäger Schnitzel
4. Wiener Schnitzel

Waar staat de Brandenburger Tor?

1. Bremen
2. Hamburg
3. Bonn
4. Berlijn

Hoe veel liter bier drinkt de gemiddelde Duitser per jaar?

1. 80 liter
2. 142 liter
3. 114 liter
4. 208 liter

Der Pullover

Die Socken

Die Schuhe

Die Hose

Nederlands

Deutsch

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?

1. Mark
2. Frank
3. Pond
4. Schilling

Kartoffelsalat

Flammkuchen

Maultaschen

Lebkuchen

Kaiserschmarren

Bratwurst

Wat is geen Duitse automerk?

1. Audi
2. Porsche
3. Volkswagen
4. KIA

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?

1. Acht
2. Neun
3. Zehn
4. Sieben

Hoe noem je een mobieltje in het Duits?

1. Das Telefon
2. Das Ding
3. Die Mobil
4. Das Handy

Tekst

Currywurst

Wienerschnitzel

Flammkuchen

Welke kleuren zie je op het plaatje?

1. rot-grün- gelb
2. rot - weiß - blau
3. blau - braun - rot
4. lila- weiß - rot

.... heißt du?

..... Telefonnummer hast du?

.... bleibst du nicht?

....ist er gekommen?

..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Wat betekent de eerste letter op de Duitse kentekenplaat?

1. Hoe oud de auto is
2. Hoeveel BTW betaald moet worden
3. Uit welk stad de auto komt van de eigenaar

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

In welke landen wordt nog meer Duits gesproken?
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. Zwitserland
2. Oostenrijk
3. Noorwegen
4. Finland

Het Okterberfest is …

1. een soort Koniginnedag in heel Duitsland
2. een groot volksfeest in München.
3. een bekende carnavalsoptocht in Keulen
4. een schoolfeest

Noem het belangrijkste of leukste dat je dit jaar bij Duits geleerd hebt

Hoe vond je Duits dit jaar?

😒🙁😐🙂😃