6.f woordenschat

6.f woordenschat
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

6.f woordenschat

Slide 1 - Slide

Programma


-Nakijken + controleren huiswerk


10 min
-Bespreken schrijfopdracht
5 min
-Paragraaf F

-Zelfstandig werken
10 min

40 min

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen.
  • Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
  • Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit een zin afleiden.
  • Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt.


Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Slide

Thema en motieven


Thema --> belangrijkste onderwerp van een verhaal.
Motief --> herhaling van gebeurtenissen en de herhaling van gedragingen en gevoelens van personages. 

Slide 5 - Slide

Duizend en ik


HAVO --> oefenboek blz 108-110. 
VWO --> oefenboek blz 116-118. 

Slide 6 - Slide

Woordenschat havo


bekakt – etniciteit – gruwelen van – kwalificatie – naar verluidt – ongepolijst – regionaal – stereotyperend – verdrag – advies in de wind slaan – beleid – benadelen – er niet omheen kunnen – hiërarchisch – hitserig – ophef – principe – voorschrift – waardeoordeel – concreet – consequentie – domineren – noodzakelijkerwijs – oeverloos – problematiek – speerpunt – behoedzaam – bezield – massa – onderdrukken – ondergeschikt – roerloos – trefzeker – zich ontvouwen – zich schikken naar. 

Slide 7 - Slide

Woordenschat vwo


belang hechten aan – mijnenveld zijn – etniciteit – inheems – linguïstisch – miniem – naar verluidt – ongepolijst – pakweg – verdrag – benadelen – betuttelen – breed uitmeten – hiërarchisch – te spreken over – de suggestie – toejuichen – voorschrift – zich focussen op – ergens niet omheen kunnen – aftroeven – balans – compromis – domineren – gericht zijn op – noodzakelijkerwijs – overeenstemming – problematiek – speerpunt – iemand in zijn waarde laten – bezield – claustrofobisch – feilloos – kruin – monotoon – repetitief – sluimeren – stuiten op – wezenloos – zich onderwerpen aan.  


Slide 8 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: Hoofdstuk 5, paragraaf f, opdracht 1-4.
VWO: Hoofdstuk 5, paragraaf f, opdracht 1-4.
Hoe?
HAVO: Oefenboek blz 94.
VWO: Oefenboek blz 102.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 9 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet hoe ik de betekenis van woorden kan achterhalen.
Ik kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.

Ik kan zelf nieuwe zinnen maken waaruit de betekenis van woorden blijkt.
Ik kan zelf de betekenis van een woord bedenken of uit een zin afleiden.

Slide 10 - Drag question