Grafieken

Grafieken
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grafieken

Slide 1 - Slide

Hoe noem je
deze grafiek?
A
cirkeldiagram
B
lijndiagram
C
staafdiagram
D
kolommendiagram

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je
deze grafiek?
A
cirkeldiagram
B
lijndiagram
C
staafdiagram
D
kolommendiagram

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Hoeveel aardbeientaart
is verkocht?
A
50
B
100
C
200
D
400

Slide 5 - Quiz

Hoeveel % van de
verkoop bestaat uit
chocolade brownies?
A
25%
B
30%
C
50%
D
100%

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je deze grafiek?
A
gestapeld staafdiagram in %
B
lijndiagram
C
kolommendiagram
D
beelddiagram

Slide 7 - Quiz

In welk jaar was de omzet van product B het hoogst?
A
2013
B
2014
C
2015
D
dat kun je niet weten

Slide 8 - Quiz


De Y-as....
A
loopt verticaal en toont vaak de tijd
B
loopt verticaal en toont vaak de hoeveelheid
C
loopt horizontaal en toont vaak de tijd
D
loopt horizontaal en toont vaak de hoeveelheid

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

wat is waar?
A
vrouwen roken vaker - het aantal rokers stijgt
B
mannen roken vaker - het aantal rokers stijgt
C
vrouwen roken vaker - het aantal rokers daalt
D
mannen roken vaker - het aantal rokers daalt

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Welke fietsen zijn in december het meest verkocht?
A
e-bikes
B
kinderfietsen
C
fietsen
D
is niet te zeggen

Slide 13 - Quiz

Soorten diagrammen
Beelddiagram

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Slide 14 - Drag question

Zet de benamingen op de goede plek

Y-as
Horizontale as
Oorsprong
Verticale as
Roosterpunt
X-as

Slide 15 - Drag question

Hoe herken je een misleidende grafiek?

Slide 16 - Slide

Welke van deze diagrammen is misleidend?
A
1
B
2

Slide 17 - Quiz

Welke van deze diagrammen is misleidend?
A
1
B
2

Slide 18 - Quiz

Welke van deze diagrammen is misleidend?
A
1
B
2

Slide 19 - Quiz

Welke van deze diagrammen is misleidend?
A
1
B
2

Slide 20 - Quiz

Waar ligt de X-as? Waar ligt de Y-as?
Is de ijking aanwezig? Zijn er assen aanwezig?
Staan de categorieën chronologisch?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wanneer je eens goed op de kaart kijkt. Welk land is groter?
A
Groenland
B
Australië

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Wanneer je eens goed op de 2e kaart kijkt. Welk land is nu groter?
A
Groenland
B
Australië

Slide 26 - Quiz

Hier zie je terug een misleidend beeld op de 1e kaart.

Dit komt omdat de lijnen bij de 1e kaart recht voorgesteld zijn, maar de wereld is rond. 
In de 2e kaart is het dan realistisch voorgesteld.
Hier zie je dus dat Groenland kleiner is dan Australië.

Slide 27 - Slide

Bekijk grafiek 1.
In deze grafiek geven poppetjes
de gemiddelde lengtes weer.
Wat voor soort grafiek is dit eigenlijk?
A
staafgrafiek
B
lijngrafiek
C
cirkelgrafiek

Slide 28 - Quiz

Misleidende grafieken

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Misleidende grafiek
Y-as start niet bij nul
Realistische grafiek

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Item A en item C zijn...
A
item C > item A
B
beide even groot
C
item C < item A

Slide 33 - Quiz

In het misleidende cirkeldiagram lijkt item C minstens zo groot te zijn als item A, terwijl het in werkelijkheid minder dan half zo groot is.

Slide 34 - Slide

Vergelijk blauw en geel.
A
blauw > geel
B
beide even groot
C
blauw < geel

Slide 35 - Quiz

Nog steeds niet zo duidelijk
Duidelijker (je ziet het verschil tussen geel en donkerblauw)

Slide 36 - Slide

Vergelijk blok
groen en blauw.
A
blok blauw > blok groen
B
blok blauw < blok groen
C
blok blauw = blok groen

Slide 37 - Quiz