Verhoudingen - 7.3 Verhoudingen vereenvoudigen & 7.4 Verhoudingen in de praktijk

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Verhoudingen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Verhoudingen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Open je boek op blz. 169


Huiswerk controle.




Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je verhoudingen vereenvoudigen
- weet je hoe je het totaal van een verhouding kan uitrekenen
- kun je verhoudingen opschrijven als breuk
- kun je breuken gelijknamig maken
- kun je verhoudingen/breuken met elkaar vergelijken


Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Nemen in hun agenda op wat ze de komende week moeten leren. 
- Past zijn planning (indien nodig) aan voor de andere helft van de week (minimaal 2 vakken).

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept (8 of hoger): Nick
Jij mag zelfstandig aan de slag met opdracht 12 t/m 22 op blz. 169 t/m 182
--> Lees de theorie goed door


De rest doet mee met de mini-check 

Slide 4 - Slide

Maak de breuken gelijknamig:
5/8 en 1/2

Slide 5 - Open question

Er zijn 20 winkels in het dorp te vinden, waarvan vier winkels een telefoonwinkel.
Wat is de verhouding tussen de telefoonwinkels en het totale aantal winkels?

Vereenvoudig het antwoord. Schrijf met :

Slide 6 - Open question

In een kudde van 9 olifanten leven 3 mannetjes.
Wat is de verhouding tussen het aantal mannetjes en het totaal aantal olifanten?

Vereenvoudig zo ver mogelijk. Schrijf het op met :

Slide 7 - Open question

Wat is de verhouding witte kuikens op het totale aantal kuikens?

Slide 8 - Open question

Welke dropsoort
is naar verhouding
het goedkoopst?

maak een verhoudingstabel
op een los blaadje
A
honingdrop
B
schoolkrijt

Slide 9 - Quiz

Welke van deze zakken potgrond is
naar verhouding het goedkoopst?

Maak een verhoudingstabel
op een los blaadje.

A
die van 35 liter
B
die van 50 liter

Slide 10 - Quiz

Wie maakt wat
Had je 4 of meer vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met de opdrachten. 
Jullie gaan zelfstandig aan de slag met opdracht 12 t/m 22 op blz. 169 t/m 182
--> Lees de theorie goed door

De rest doet mee met de instructie

Slide 11 - Slide

Verhoudingen vereenvoudigen
Je kunt met een verhouding ook het totaal berekenen.

2 op de 6 gasten op een feest willen koffie. 
Vereenvoudig dit zo ver mogelijk.



Aantal koffiedrinkers
           2
            1
Totaal aantal gasten 
           6
            3
Ik kan 2 & 6 beide delen door 2.
: 2

Slide 12 - Slide

Vereenvoudig de verhouding van 15 vrachtwagens en 75 auto's

Slide 13 - Open question

Totaal van een verhouding berekenen
Ingrid koopt 3 bruine broden en 2 witte broden. 
Wat is de verhouding tussen het aantal witte broden en het totaal aantal broden? 

Ik moet eerst weten hoeveel broden er in totaal zijn -> 3 + 2 = 5

Schrijf dan de verhouding op: 
wit broden : totaal broden
        2             :             5


Slide 14 - Slide

In een klas zitten 12 jongens en 16 meisjes. Wat is de verhouding tussen het aantal meisjes en het totaal aantal leerlingen?

Vereenvoudig zo ver mogelijk.
A
12 : 16
B
16 : 28
C
3 : 4
D
4 : 7

Slide 15 - Quiz

Breuken
Een breuk is een deel van een getal.

Een breuk heeft een teller en een noemer.

Slide 16 - Slide

0ngelijkmatige breuken gelijkmatig maken
Als de noemer niet hetzelfde is, is het een ONGELIJKNAMIGE breuk.

Je moet dus eerst de breuk 
GELIJKNAMIG maken -> (de NOEMERS 
hetzelfde maken)


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maak deze breuken gelijknamig en reken de som uit

Slide 19 - Slide

Vergelijken
Wanneer je prijzen of hoeveelheden vergelijkt, kun je verhoudingstabellen gebruiken.

Je rekent de prijzen of hoeveelheden terug of door naar hetzelfde getal.

Dus van beide moet je evenveel hebben. 

Slide 20 - Slide

Wat is in verhouding goedkoper?
30 enveloppen voor € 2,45 of 20 enveloppen voor € 1,69?






30 enveloppen voor € 2,45 zijn in verhouding het goedkoopst.

Slide 21 - Slide

Wat is naar verhouding de goedkoopste haargel?

Bereken met een verhoudingstabel op een los blaadje.
A
Tube haargel
B
Pot haargel

Slide 22 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Dan maken we samen wat opdrachten.



 

Slide 23 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 12 t/m 22 op blz. 169 t/m 182
--> Lees de theorie goed door




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na & lever je het werkboek bij mij in. 
Daarna ga je in studiemeter werken.
Je gaat verder met de oefeningen bij verhoudingen. 
timer
12:00

Slide 24 - Slide



 Aan het einde van deze les:
- kun je verhoudingen vereenvoudigen?
- weet je hoe je het totaal van een verhouding kan uitrekenen?
- kun je verhoudingen opschrijven als breuk?
- kun je breuken gelijknamig maken?
- kun je verhoudingen/breuken met elkaar vergelijken?
Leerdoelen van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
kun je verhoudingen vereenvoudigen?
weet je hoe je het totaal van een verhouding kan uitrekenen?
kun je verhoudingen opschrijven als breuk?
kun je breuken gelijknamig maken?
kun je verhoudingen/breuken met elkaar vergelijken?

Slide 25 - Drag question

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Vrijdag 14 april
Verhoudingen opdr 12 t/m 22 

Huiswerk LJ2: 
Vrijdag 14  april
Verhoudingen opdr 12 t/m 22
Toetsen LJ1: 



Toetsen LJ2: 

Slide 26 - Slide