Oefentoets 2TH Unit 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

2TH

Oefentoets Unit 4

Klik                om de toets te starten.

• Dit is de oefentoets Unit 4 Northern Ireland. 
• Je kunt 3 soorten vragen tegen komen: open-vragen, meerkeuzevragen en sleepvragen

Succes!

 Informatie 

volgende

When you hand in empty bottles you'll receive a _____

1. food label
2. popsicle
3. deposit
4. member

Try to avoid foods which _____ a lot of fat.

1. amount of
2. produce
3. listed
4. contain

Not influenced or controlled in any way by other people, events, or things:

1. encourage
2. independent
3. values
4. ruler

Because you're a ___ of our football club you'll get a club card.

1. president
2. member
3. ruler
4. minister

We are a small .... of about 200 people.

Wat betekent het dikgedrukte woord"  
The US presidential election is very important.

1. regering
2. verkiezing
3. voorzitter
4. premier

It seems we're not making any progress today.

1. moeilijkheid
2. oplossing
3. korting
4. vooruitgang

Vertaal naar het Engels.
rel

Vertaal naar het Engels.
vezel

Vertaal naar het Engels.
bewust

Vertaal naar het Engels.
(Ierse) elf

Vertaal naar het Engels.
voornamelijk

Vertaal naar het Engels.
korting

Vertaal naar het Engels.
aandoenlijk

Vertaal naar het Engels.
verpakt

Vertaal naar het Engels.
klant

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
CARBOHYDRATES provide the body with energy.

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
We were all present ar my cousin's CHRISTENING.

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
Single-use plastic isn't very SUSTAINABLE.

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
Please, put your groceries on the COUNTER.

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
If a celebration is ANNUAL, it happens every year.

Vertaal het woord in hoofdletters naar het Nederlands:
Could you WRAP the present before you go?

1. A ........................ is needed to win the
    election.

2. A small ........................ voted against
    the president.

3. There is still unrest and ...................
    in the area.
   

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over.

4. This law is to .......................... people
     from discrimation. 

minority

majority

tension

protect

violence

1. I don't like products that ...................
   a lot of sugar.  

2. The ingredients are ........................ at
     the back of the product.

3. Athletes need balanced ...................... 
    to perform well. 

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over.

4. We need barbecue ..................... for
     the party this Saturday.

listed

contain

supplies

borrow

nutrition

1. aanvullend

2. donzen

3. afgedragen

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over.

4. gewoonte

down

additional

custom

graduation

worn out

Maak het gesprek compleet.

Do you happen to know where I can find the carrots?

...

1. This carrots are on sale today.
2. If I were you, I'd boil some carrots.
3. Would you like a carrier bag for that?
4. If you walk down this aisle, you find them right around the corner.

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Make sure you clean up the mess.

Vertaal de zin naar het Nederlands:
However, they only had two green outfits

Vertaal de zin naar het Engels:
Graag gedaan. Ik ben blij dat ik kon helpen.

Vertaal de zin naar het Engels:
Opeens hoorde ik een hard, scheurend geluid.

Some/any

+ = some

- = any

? = - some (bij iets aanbieden of iets willen hebben)
- any (bij alle andere vragen)                                  

Would you like ________ to drink?

1. anything
2. something

You should ask __________ for help.

1. anyone
2. someone

I don't know _______ about modern art.

1. anything
2. something

Can I have _______ milk in my tea?

1. any
2. some

The dog must be ______ in the garden.

1. anywhere
2. somewhere

Thank you for listening to my presentation. Are there ______ questions?

1. any
2. some

Present perfect vs past simple

- Het is nog steeds zo.

- Het is net (niet) gebeurd.
- Het is niet duidelijk wanneer het was.

- Je ziet het gevolg nog.

have/has + ww + ed

of have/has + 3e rijtje

- Het was in het verleden.

- Het is duidelijk wanneer het was. 

ww + ed

of 2e rijtje

Keysha really ____ (to enjoy) the concert yesterday.

He ____ (to be) my best friend since high school.

We ____ (to eat) eggs and bacon for breakfast this morning.

"He ________ [cook] dinner last night."

They ____ (paint) the door. It is still wet.

End mocktest

Please hand in the mocktest if you are finished.

Studygo!