Week 6: 28-10 / 30-10 | 4-11 / 6-11

Engels
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Engels

Slide 1 - Slide

Planning
Wat gaan we doen?
  • Aan het einde van deze les weet jij hoe de zinsvolgorde werkt in het Engels en kun jij een e-mail schrijven naar je vriend/vriendin

Hoe bereiken we dit?
  • Uitleg zinsvolgorde
  • Oefeningen klassikaal
  • Zelfstandig opdracht
  • Nakijken (volgende les)

Slide 2 - Slide

Zinsvolgorde in het Engels
De zinsvolgorde in het Engels is: 
onderwerp - werkwoord - rest van de zin

Je kent dit misschien ook als:
wie - doet - wat?

                                                    Voorbeelden -->

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Oefeningen zinsvolgorde
In de volgende slide staan zinnen die in stukken zijn gehakt. Je gaat de zinnen in de juiste volgorde zetten.

Houd deze volgorde aan: 
onderwerp (wie) - werkwoord (doet) - rest v/d zin (wat?)

Slide 5 - Slide


1.


2.


3.


4.


5.

timer
5:00
She
watches
is
playing
He
tennis
is
Jasmin
always
dancing
Atik
is
wrong
always
paint
Roos
loves
to
football

Slide 6 - Drag question

But wait.. there's more! (I'm so sorry)
Je hebt geoefend met het onderwerp en het werkwoord van de zin. Het stukje "de rest van de zin" is nog een vaag begrip. Let's break it down.

De rest van de zin kun je opdelen in (wat) - waar - wanneer

Slide 7 - Slide

Plaatsbepaling. What is that?

Slide 8 - Slide

Tijdsbepaling. What is that?

Slide 9 - Slide

Wat schrijf je eerst in een zin in het Engels, tijd of plaats?
Hint: denk aan het alfabet.
Tijd komt eerst
Plaats komt eerst

Slide 10 - Poll

Samenvatting
Volgorde van een zin: wie -doet - wat - waar - wanneer
Bijwoord: over het algemeen vóór werkwoord
Plaats voor tijd (think alphabet)

                 Nu nog één oefening 
                over zinsvolgorde:

Slide 11 - Slide


1.


2.


3.


4.


5.

timer
5:00
Onur
went to
will call
me
Kimberly
next week
are never
Mike and Sarah
at school
on time
Yacintha
is usually
at 4 o' clock
home
last week
Ella and Zara
ate
icecream
the beach
yesterday

Slide 12 - Drag question

Aanhef in het Engels
Een goede aanhef in het Engels begint met 'Dear' gevolgd door de naam zoals; 'Dear Peter,'' 

Nu is het tijd om zelfstandig te oefenen met het toepassen van zinsvolgorde en een goede aanhef in schrijfopdrachten.


Slide 13 - Slide

Schrijfopdracht (in stilte)
Schrijf een brief aan een vriend/vriendin over je favoriete vakantiebestemming en gebruik een goede aanhef. 
Dit moet in je brief:
1. Goede aanhef
2. Vraag hoe het gaat
3. Benoem je favoriete vakantie bestemming en geef drie redenen waarom dit je favoriet is. 
4. Benoem minimaal 2 activiteiten of dingen die je kunt zien op deze vakantie.
5. Vraag wat de favoriete vakantie bestemming van je vriend/vriendin is
6. Goede afsluiting (zelf verzinnen, bespreken we in een andere les)

Klaar? --> Slimstampen (Thema B, D & H) of Grammar 1B
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Engels

Slide 15 - Slide

Planning
Wat gaan we doen?
  • Uitleg structuur in je brief
  • Brief schrijven
  • Duolingo/slimstampen

Tijd over? 
  • Blooket spel H1

Slide 16 - Slide

Toets datum
Volgende week woensdag 12 november = proefwerk

Wat komt erin voor?
  1. reading
  2. writing
  3. woordjes (theme B, D & H)
  4. past simple

Moet jij nog een toets inhalen/herkansen? Ik stuur je deze week een mail met de datum.

Slide 17 - Slide

Structuur van een Brief/E-mail
Inleiding
Vertel waarom je schrijft en geef kort aan wat het onderwerp van de brief is. 

Bijvoorbeeld: "I am writing to tell you about my recent trip to [Bestemming]"
Afsluiting
Sluit af met "Kind regards" gevolgd door je naam.

Bijvoorbeeld: "Kind regards, 

[Naam]."
Kern
Hier plaats je de belangrijkste informatie en geef je verdere details.

Bijvoorbeeld: ''I had a great holiday in Paris. I had booked a nice hotel room and had a beautiful view of the eiffeltower.  
Aanhef
Begin met "Dear" en de naam van de
ontvanger,
Bijvoorbeeld: "Dear [Naam]."

Slide 18 - Slide

Opdracht vorige week

Slide 19 - Slide

Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Hier plaats je de belangrijkste informatie en geef je verdere details.
Begin met "Dear" en de naam van de
ontvanger,
Vertel waarom je schrijft en geef kort aan wat het onderwerp van de brief is. 
Sluit af met "Kind regards" gevolgd door je naam.

Slide 20 - Drag question

Hoe begin je een brief aan iemand in het Engels?
A
Met 'Beste' gevolgd door de naam van de ontvanger.
B
Met 'Groetjes' gevolgd door de naam van de ontvanger.
C
Met 'Hello' gevolgd door de naam van de ontvanger.
D
Met 'Dear' gevolgd door de naam van de ontvanger.

Slide 21 - Quiz

Wat moet je in de inleiding van de brief vermelden?
A
Een gedicht over vriendschap.
B
Een opsomming van je favoriete activiteiten.
C
Waarom je schrijft en het onderwerp van de brief.
D
Een lang verhaal over jezelf.

Slide 22 - Quiz

Hoe sluit je de brief af in het Engels?
A
Met 'Met vriendelijke groet' gevolgd door je naam.
B
Met 'Tot ziens' gevolgd door je naam.
C
Met 'Kind regards' gevolgd door je naam.
D
Met 'Fijne dag nog' gevolgd door je naam.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Link

Schrijfopdracht (in stilte)
Schrijf een brief aan een vriend/vriendin over je slechtste vakantie ervaring ooit gebruik een goede aanhef en afsluiting (tussen 50-70 woorden). 
Verwerk in je brief:
1. Goede aanhef
2. Ask how your friend is doing (vraag hoe het gaat met je vriend)
3. What was your holiday destination?  (Schrijf waar je op vakantie was)
4. What did you do there? (Schrijf wat je daar hebt gedaan)
5. Why did the weather make your holiday so awful? (Schrijf waarom het weer je vakantie verpeste)
6. Goede afsluiting 
Klaar? Laten nakijken door je buurman/vrouw--> Slimstampen (theme B, D & H) of Duolingo
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Engels

Slide 26 - Slide

Planning
Wat gaan we doen?

  • Zinsvolgorde oefenen
  • Writing oefentoets
  • Laatste keer blooket/quizlet spel H1 woordjes

Slide 27 - Slide

wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
we
in the park
go
roller-skating
every Saturday

Slide 28 - Drag question

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
Carolyn
right now
her dog
in the park
is walking

Slide 29 - Drag question

Word Order
to
now
I
have
work

Slide 30 - Drag question

Word Order
booked
tickets.
She
has
the

Slide 31 - Drag question

Word Order
they
going
where
tonight?
are

Slide 32 - Drag question

Aan de slag (oefentoets)
In stilte

Klaar = slimstampen (thema B, D & H)
timer
10:00

Slide 33 - Slide