Hoofdstuk 2 oefentoets PW

1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Op de top van de Matterhorn in Zwitserland komt ook verwering voor. Welke vorm van verwering denk je dat daar het meest voorkomt?
A
chemische verwering
B
mechanische verwering

Slide 6 - Quiz

Leg je antwoord op de vorige vraag uit.

Slide 7 - Open question

Gletsjer
poort
Eind
morene
gletsjer
rivier
Zijmorenen
 gletsjer

Slide 8 - Drag question

Leg uit waarom hoe een waterval is ontstaan.

Slide 9 - Open question

Welke uitspraak is niet juist?
A
Als de kracht van de vervoerders van verweringsmateriaal te laag wordt, vindt sedimentatie plaats.
B
Grote meren bij de Alpen, zoals het Gardameer, zijn ontstaan door gletsjers.
C
Een firnbekken vind je aan het einde van een gletsjer, daar waar de gletsjer afsmelt.
D
Vorstverwering is een voorbeeld van een exogene kracht.

Slide 10 - Quiz

krachten van binnen uit de aarde noem je:
A
Endogene krachten
B
Exogene krachten

Slide 11 - Quiz

Wat is een ander word voor aardplaten?
A
breuken
B
schotten
C
schollen
D
plakaten

Slide 12 - Quiz

Welke begrip past niet bij de Alpen?
A
Jong gebergte
B
Plooiingsgebergte
C
Hooggebergte
D
Oud gebergte

Slide 13 - Quiz

Middelgebergte
Hooggebergte
Laagland
Heuvelland

Slide 14 - Drag question

Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert
A
Chemische verwering
B
Fysische verwering
C
Vorstverwering
D
Biologische verwering

Slide 15 - Quiz

De Alpen zijn ontstaan als gevolg van endogene krachten.
Maar in welke volgorde doen zij dat?
1
2
3
4
De aardplaten botsen tegen elkaar aan, waardoor het gebergte Alpen ontstaat
In de aarde vloeit een stroperige massa (magma) waarop aardplaten drijven.
De aardplaten Europa en Afrika bewegen door de stromende magma naar elkaar toe.
De aarde bestaat uit een kern, omringd door een mantel en is afgedekt met de dunne aardkorst.

Slide 16 - Drag question

"Mineralen uit gesteente reageren op stoffen als zuurstof en water."
A
Mechanische verwerering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 17 - Quiz

"Veroorzaakt door levende organismen."
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 18 - Quiz

"Gesteente breekt in stukjes door temperatuurverschillen."
A
Chemische verwering
B
Biologische verwering
C
Mechanische verwering

Slide 19 - Quiz

"Gesteente zet uit bij warmte en krimpt bij afkoeling."
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 20 - Quiz

"Steile hellingen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 21 - Quiz

"Alpen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 22 - Quiz

"Afgeronde toppen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 23 - Quiz

Welk van de onderstaande begrippen heeft niets te maken met een gletsjer:
A
Eeuwige sneeuw
B
Morenen
C
U-dal
D
V-dal

Slide 24 - Quiz

Wat voor materiaal vervoert een gletsjer:
A
Steen, grind en zand
B
Steen, zand en klei
C
Klei, grind en zand
D
IJs

Slide 25 - Quiz

Hoe heet hetgene wat een gletsjer mee naar beneden vervoert?
A
Moreno
B
Morene
C
Eindmorene
D
Grondmorene

Slide 26 - Quiz

Hoe noemen we de heuvels van steen aan het einde van de gletsjer?
A
Morenen
B
Zij-morenen
C
Grond-morenen
D
Eind-morenen

Slide 27 - Quiz

Welke 2 soorten gletsjers hebben we?

Slide 28 - Open question

Wat voor dal ontstaat er als een gletsjer langzaam naar beneden "stroomt"?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 29 - Quiz

Endogene krachten
Exogene krachten
Verwering
Erosie
Opbouwen
Afbreken
Oud gebergte
Sedimentatie
Vulkanen
Plooiings-gebergte
Jong gebergte
Van binnenuit
Van buitenaf

Slide 30 - Drag question

Erosie
Verwering

Slide 31 - Drag question

Zet de tekstgedeeltes in de juiste volgorde
Tijdens dit transport wordt het landschap afgeschuurd en uitgeschuurd.
Gletsjers, rivieren, wind of zee nemen het mee naar andere plekken
Gesteente hoog in de bergen brokkelt af door verwering
Verweringsmateriaal valt door zwaartekracht naar beneden

Slide 32 - Drag question

Sleep de vakken naar de juiste plaats - zet de naam van het gebied onderaan
Horst
Slenk
Vogezen
Horst
Zwarte woud

Slide 33 - Drag question

Vul de legenda in
Hard gesteente
Zacht gesteente

Slide 34 - Drag question

Wat ontstaat hier?
A
Aanslibbingskust
B
Duinen
C
Zandbank
D
Zandsteen

Slide 35 - Quiz

Welke heeft geen invloed op hoe groot golven worden?
A
De tijd dat de wind waait
B
De kracht van de wind
C
De richting van de wind
D
De afstand die de golven hebben afgelegd

Slide 36 - Quiz

Ontstaan van een klifkust
De scheur wordt groter en vormt een grot
De grot is uitgehold en doorgestoken
De grot is ingestort uiteindelijk verdwijnt ook de pilaar.
de zee erodeert de zwakke plekken

Slide 37 - Drag question

Opbouwende golven
Afbrekende golven

Slide 38 - Drag question

Wat is een ijstijd?

Slide 39 - Open question

Een V-dal is ontstaan door een......
A
stromende, en dus schurende rivier
B
glijdende en dus schurende gletsjer

Slide 40 - Quiz

Hoe kan het dat je nu soms fossielen op berghellingen in de Alpen kunt vinden

Slide 41 - Open question

Wat zie je aan de linkerkant op de foto?
A
meander
B
hoefijzermeer
C
strandwal
D
erosie

Slide 42 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste plek
Salzburg
Wenen
Donau
Zurich
Basel
Rijn
Tirol
Dolomieten

Slide 43 - Drag question

Sleep de woorden naar de afbeelding waarbij zij horen.
veel verhang
hoge stroomsnelheid
erosie
sedimentatie

Slide 44 - Drag question

Aan de kust van Nederland vind je strandwallen en duinen.
Welke vervoerder heeft de duinen vooral gevormd?

A
Water
B
Wind
C
IJs
D
Dieren

Slide 45 - Quiz

wat voor kust zie je op de afbeelding?
A
aanslibbingskust-afbraak
B
klifkust-opbouw
C
klifkust - afbraak
D
aanslibbingskust - opbouw

Slide 46 - Quiz

Was alles duidelijk? Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?

Slide 47 - Open question