Par. 3 - Practicum

1HA 1.13
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1HA 1.13

Slide 1 - Slide

1AHA 1.13

Slide 2 - Slide

1. Huiswerkcheck
2. Uitleg 1.3
3. Notities maken
4. Zelfstandig werken
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 3 - Slide

Hoe werkt een indicator?
Welke eenheid gebruikt een klok?

Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik:
de werking van de brander uitleggen 
en zijn drie soorten vlammen
de veiligheidsregels benoemen
enkele practicummaterialen benoemen
het verschil uitleggen tussen 
digitale en analoge apparatuur

Slide 5 - Slide

Welke practicummaterialen ken jij?

Slide 6 - Mind map

Welke veiligheidsmiddelen ken jij?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

5 veiligheidsregels:

- Begin pas wanneer de docent klaar is met de uitleg
- Niet duwen en rennen in het lokaal
- Niet eten of drinken in het lokaal
- Draag een labjas en veiligheidsbril. Lange haren in 
   een staart
- Ruik voorzichtig en proef nooit

Slide 9 - Slide

De brander
Met de gasregelknop kun je de hoeveelheid gas aanpassen

Met de luchtregelring laat je meer of minder lucht bij het gas.

In de schoorsteen worden het gas en de lucht gemengd.

Slide 10 - Slide

Demo practicum: Brander

Slide 11 - Slide

Analoog en digitaal meten
Analoog: Een meetinstrument met wijzers en een schaal

Digitaal: Een meetinstrument met cijfers op een scherm

Slide 12 - Slide

Huiswerk maken
Maak de opgaven in LessonUp 1.3
timer
5:00
Klaar? Leer de namen en toepassingen 
van de practicummaterialen

Slide 13 - Slide

Bekijk de afbeelding. Beantwoord de volgende vraag

Slide 14 - Slide

1) Noteer de naam van elk glas in de vorige afbeelding

Slide 15 - Open question

2) Bij practicum heb je verschillende veiligheidsregels. Noteer er 3

Slide 16 - Open question

3) Als je een brander aansteekt, moet de luchtregelring ..... zijn
A
Open
B
Dicht

Slide 17 - Quiz

Bekijk de 2 afbeeldingen. Beantwoord dan de volgende vraag
A                                          B

Slide 18 - Slide

4) Welke klok is analoog en welke klok is digitaal? Leg uit waaraan je dat kunt zien

Slide 19 - Open question

5a) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum
Kaya ruikt direct met haar neus aan een open fles
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

5b) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Randjew houdt de reageerbuis met de reageerbuisknijper in een vlam
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

5c) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Carlo zet zijn veiligheidsbril af, terwijl hij een vloeistof verwarmt
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

5d) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Karin heeft lang haar en bindt dat in een staart
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

5e) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Ineke schuift haar tas onder de tafel voor ze aan het practicum begint
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

5f) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Paul proeft of een vloeistof zoet is
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz

5g) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Saar loopt op het practicumlokaal uit en zet de brander op de gele vlam
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quiz

6) Carolien stoot per ongeluk haar brander om, terwijl de vlam blijft branden. Je raakt niet in paniek, want je weet wat je als eerste moet doen:
A
Je draait de gaskraan dicht
B
Je giet een bekerglas met water op de brander
C
Je probeert Carolien te troosten
D
Je pakt de brander en zet hem rechtop

Slide 27 - Quiz

7) Schrijf vier veiligheidsmiddelen op die in het practicumlokaal aanwezig zijn

Slide 28 - Open question

Lees de tekst, maak daarna de vragen
Je gaat 2 bekerglazen met water verwarmen: een kleine met 100 mL water en een grote met 2 L water. Je meet hoe lang het duurt voordat het water gaat koken. Van deze gegevens maak je een tabel en een grafiek.

Slide 29 - Slide

8a) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je verwarmt het bekerglas met 100 ml water

A
Gele vlam
B
Blauwe vlam
C
Blauwe ruisende vlam

Slide 30 - Quiz

8b) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je verwarmt het grote bekerglas met 2 L water

A
Gele vlam
B
Blauwe vlam
C
Blauwe ruisende vlam

Slide 31 - Quiz

8b) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je maakt de tabel en grafiek van de gegevens

A
Gele vlam
B
Blauwe vlam
C
Blauwe ruisende vlam

Slide 32 - Quiz

Ik kan verschillende practicummaterialen herkennen/benoemen
010

Slide 33 - Poll

Ik kan de 5 veiligheidsregels benoemen en uitleggen
0100

Slide 34 - Poll

Ik kan het verschil uitleggen tussen digitale en analoge appartuur
010

Slide 35 - Poll

Ik kan de drie soorten vlammen van de brander benoemen en hun eigenschappen
010

Slide 36 - Poll

Huiswerk voor de volgende keer

Vragen afmaken en lezen 1.3 in het online boek

Slide 37 - Slide