Groene Vormgeving en Verkoop 1.1 tm 1.3

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Groene vormgeving en verkoop

Bloem leerjaar

1.1 Winkelvormen

1.2 Een duurzaam assortiment

1.3 Genoeg voorraad

Les 1(1.1): Soorten winkels

 Aan het einde van deze les kun je 

• Verschillende winkelvormen in de groene sector opnoemen. 

Met een winkelvorm wordt bedoeld...

1. De vorm waarin de winkel is gebouwd.
2. De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
3. De opzet voor de winkel in grote lijnen.

Noem een winkelvorm die je kent.

Winkelvormen uit de groene sector zijn:

• Boerderijwinkel
• Markt
• Speciaalzaak
• Tuincentrum
• Webshop

Op het plaatje hiernaast zie je een boerderijwinkel. 

Boerderijwinkel

Markt

Speciaalzaak

Tuincentrum

Webshop

Verkoopt maar een paar soorten producten die bij elkaar passen. 

Verkoopt van alles online, vaak in combinatie met een winkel. 

Verkoopt vlees, zuivel, groenten, fruit enz van eigen boerderij. 

Een grote winkel, vaak buiten het centrum. Verkoopt bomen, planten, tuingereedschap, tuinmeubelen enz. 

Producten zoals stoffen, vis, groenten en fruit, bloemen, brood, noten enz worden verkocht op een openbare plek in dorp of stad. 

Met een winkelvorm wordt bedoeld...

1. De vorm waarin de winkel is gebouwd.
2. De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
3. De opzet voor de winkel in grote lijnen.

Wat voor soort winkelvorm is de Intratuin?

De winkel die je ziet is

1. Een zelfstandige winkel met een webshop
2. Een winkelketen met een webshop

Welke winkelvorm zie je op het plaatje?

Op het plaatje zie je de winkelvorm...

1. Speciaalzaak
2. Boerderijwinkel
3. Marktkraam

Dit is het logo van de winkelvorm

1. Speciaalzaak
2. Webshop
3. Marktkraam

Maak je eigen winkel. 

Werk in een tweetal. 

Kies je winkelvorm. Kies uit:

Boerderij - of landwinkel

Marktkraam

Speciaalzaak (dit mag ook een andere sector zijn)

Tuincentrum

Winkelketen of eigen winkel.

Kiezen jullie een winkelformule uit een bestaande winkelketen of willen jullie je eigen winkelformule ontwerpen? 

Bespreek jullie keuze met de docent voordat je verder gaat. 

Les 2 

Uitleggen wat een winkelformule is.

Uitleggen wat een assortiment is.

Kenmerken van winkelformules herkennen. 

Je kunt je eigen winkelformule uitwerken.

Wat is een winkelformule? 

Dit is alles wat een winkelier doet om zijn of haar winkel herkenbaar te maken. 

Dit is de huisstijl van de winkel. 

Denk hierbij aan de inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel

Met een winkelformule wordt bedoeld

1. De inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel.
2. De berekening van het aantal te verkopen producten.
3. De manier waarop de winkelier klanten naar binnen lokt.

Bij een huisstijl denk je aan..

• kleuren 
• logo
• kleding
• assortiment (wat verkoop je)

Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het assortiment genoemd. 

Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.

Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen. 

Breed assortiment

Smal assortiment

Wat is het assortiment van het kruidvat?

1. Huishoudelijke artikelen
2. Speelgoed
3. Drogisterij artikelen

Wat is het assortiment van de Ici Paris?

1. Huishoudelijke artikelen
2. Speelgoed
3. Drogisterij artikelen

Waarin verschilt de sfeer tussen het Kruidvat en de Ici Paris volgens jou?

Een groot bedrijf met veel winkelvestigingen noemen we:

1. Een doelgroep
2. Een winkelketen
3. Een winkelformule
4. Een imago

ontwerp de voorgevel van jouw winkel.

kies duidelijk voor kleur

de huisstijl is goed herkenbaar  

zorg voor een logo

het is duidelijk wat het assortiment van de winkel is

De winkelvorm is goed herkenbaar

Les 2 (1.2): Een duurzaam assortiment.

Aan het einde van deze les kun je 

• Uitleggen wat een assortiment is. 
• Uitleggen wat duurzame producten zijn. 
• Uitleggen wat duurzaam ondernemen is. 

Een productgroep is...

1. een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
2. alle producten bij elkaar die in een winkel verkocht worden.

Een productgroep is 

een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen. 

Bijvoorbeeld Bloemen, Groenten, Brood.

Geef een voorbeeld van een productgroep.

Met een assortiment wordt bedoeld...

1. De manier waarop de producten in een winkel gesorteerd zijn.
2. Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt.

Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het assortiment genoemd. 

Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.

Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen. 

Breed assortiment

Smal assortiment

Bij de productie van duurzame producten wordt er voorzichtig omgegaan met: 

• De mens
• Het milieu
• De economie

Wat is een voorbeeld van een duurzaam product?

1. Een plastic waterflesje
2. Een hervulbare dopper

Welk voorbeeld is het meest duurzaam?

1. Al je plastic verzamelen in een plastic afvalzak.
2. Je groenten weggooien in een biologisch afbreekbaar afvalzakje.

Een biologisch afbreekbaar product is minder slecht voor het milieu.

Een keurmerk

is een bewijs dat een product aan bepaalde eisen voldoet. 

Dit keurmerk staat voor

1. Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
2. Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
3. Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.

Het FSC keurmerk staat voor

1. Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
2. Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
3. Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.

Het RHP keurmerk staat voor

1. Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
2. Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
3. Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.

Een ondernemer doet aan duurzaam ondernemen als hij of zij extra rekening houdt met mens, milieu en economie.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Producten uit het buitenland inkopen.
2. Streekproducten inkopen.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Afval scheiden en recyclen.
2. Afval in één container verzamelen.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Kunststof potten voor opkweek gebruiken.
2. Biologisch afbreekbare potten voor opkweek gebruiken.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Biologisch geteelde producten gebruiken.
2. Zo goedkoop mogelijke producten gebruiken.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Een zo goedkoop mogelijk pand gebruiken.
2. Een geïsoleerd pand gebruiken.

Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?

1. Producten met een fairtrade keurmerk verkopen.
2. Producten zo goedkoop mogelijk verkopen.

Les 3 (1.3): Genoeg voorraad. 

Aan het einde van deze les kun je 

• Goede inkoopkanalen kiezen. 
• Uitleggen wanneer je voor welk inkoopkanaal kiest. 
• Producten bestellen.

Hoe vaak maak jij mee dat je in de winkel erachter komt dat een product is uitverkocht?

Heel vaak

Regelmatig

Soms

Nooit

Om genoeg producten in de winkel te hebben liggen, moet een winkelier de producten inkopen. Dat kan via verschillende inkoopkanalen. 

1. Bij de producenten zelf. 
2. Op de veiling
3. Bij een groothandel. 
4. Op een beurs. 

Inkopen bij de producent.

Inkopen op de veiling.

Inkopen bij de groothandel.

Inkopen op een beurs.

Dit doet de winkelier met een breed assortiment wanneer er kleine hoeveelheden nodig zijn. 

Direct inkopen bij de kweker of fabrikant. 

Dit doet de winkelier met een smal assortiment.

Hier koopt de winkelier alleen bloemen of planten. Er worden grote hoeveelheden tegelijk besteld. 

De winkelier bezoekt hiervoor een evenement met stands van bedrijven en groothandels. Hier worden nieuwe producten aangeboden. 

Wat wordt bedoeld met een 'Voorraad' in een winkel?

1. Dit zijn alleen de producten die in het magazijn liggen en die beschikbaar zijn voor verkoop.
2. Dit zijn alle producten in het magazijn èn in de winkel die beschikbaar zijn voor verkoop.

Minimumvoorraad

Maximumvoorraad

Omzetsnelheid

Besteleenheid

Dit geeft aan in welke hoeveelheden het product besteld kan worden, bijvoorbeeld per kilo, per dozijn (12st) of per doos (van bijv. 100 st).

Dit is het aantal producten dat de winkelier altijd op voorraad wil hebben. 

Dit is het aantal keren dat een product per dag, week of maand wordt verkocht.

Dit is het aantal producten dat de winkelier maximaal op voorraad wil hebben. 

Tussentijdse SO  1.1 - 1.3 

Leer hiervoor 
1.1 Soorten winkels
1.2 Duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad