4. Personenbelasting

Hoofdstuk 14: personenbelasting
p 327
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RechtSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 14: personenbelasting
p 327

Slide 1 - Slide

Welke concrete zaken heb je nog onthouden over de vorige lessen rond personenbelasting?

Slide 2 - Open question

Doelstellingen
Basisprincipes van personenbelasting omschrijven & illustreren
De verschillende vormen van inkomsten onderscheiden
Begin belastingen berekenen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Hoeveel belastingen betalen ze? (schrijf uitkomst 'getal en getal' tot 2 cijfers na de komma)

Slide 6 - Open question

BASIS
  • 13540 * 0,25 = 3385
  • (23900 – 13540) * 0,4 = 4144
  • (41250 – 23900) * 0,45 = 7807,5
  • 15 336,5 EUR belastingen

BVS = 9050 + 4240 = 13290
  • 9520 * 0,25 = 2380
  • (13290 – 9520) * 0,3 = 1131
  • 2380 + 1131 = 3511

15 336,50 EUR – 3511,00 EUR = 
11825,50 EUR Belastingen


BASIS
  • 13540 * 0,25 = 3385
  • (23900 – 13540) * 0,4 = 4144
  • (31000 – 23900) * 0,45 =  3195
  • 10724,00 EUR belastingen

BVS = 9050 + 9500 = 18550
  • 9520 * 0,25 = 2380
  • (13540 – 9520) * 0,30 = 1206
  • (18550 – 13540) *0,40 = 2004
  • 5590,00 EUR belastingsvrij



10724,00 EUR – 5590,00 EUR = 5134,00 EUR Belastingen

Slide 7 - Slide

Wat is een bedrijfsvoorheffing?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoeveel bedraagt de BVH in voorbeeld 1 en 2?
(Getal EN getal - 2 cijfers na de komma)
timer
10:00

Slide 11 - Open question

Voorbeeld 1:
Stel dat de man (werknemer) uit een gehuwd 2-inkomensgezin maandelijks een belastbaar beroepsinkomen ontvangt van € 2 564,19. 
Hoeveel bedrijfsvoorheffing zal door de werkgever worden ingehouden?

Oplossing:
 Schaal: 1
 Kolommen: 1 en 2
• Zijn belastbaar loon ligt tussen 2550,00 en 2565,00 We nemen het laagste bedrag om de bedrijfsvoorheffing af te lezen in kolom
• De bedrijfsvoorheffing bedraagt in dit voorbeeld: 563,84

Voorbeeld 2:
Stel dat het gezin uit voorbeeld 1 wel 3 kinderen ten laste heeft.
Hoe wordt de bedrijfsvoorheffing dan bepaald?

Oplossing:
 Schaal: 1
 Kolommen: 1 en 2
 Bedrag van de bvh voor aftrek: 563,84
 Verminderingen voor 3 KTL: 291
 Bedrag van de bvh: 272,84
 Kijk eens na hoeveel het bedrag van de vermindering zou zijn wanneer het gezin 2 kinderen had. 110

Slide 12 - Slide

Wat moet je onthouden?

  • Hoe gebruik bereken ik met de belastingvrije som + uitbreiding.
  • Wat is een bedrijfsvoorheffing?
  • Hoe werk ik met de schalen van bedrijfsvoorheffing?

Slide 13 - Slide

Hoe is mijn motivatie op dit moment?
30% of minder
30 - 50%
50%
50 - 75%
75 - 100%

Slide 14 - Poll