This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Introduction
In deze les leren de leerlingen wat een orkest is en welke instrumentfamilies er binnen een orkest zijn.
Instructions
De lesinstructie is te vinden in de bijlage en per slide door op het 'notitie-icoontje' rechtsonder in het scherm te klikken.
Instructions
Items in this lesson
Les 2: Het orkest
Slide 1 - Slide
Welkom bij les 2! Deze lessenserie is ter voorbereiding op de voorstelling 'Vikingen'.
In deze notities vind je per slide de leerkracht-instructies.
Weet je nog?
Wat is een componist?
Een componist is iemand die muziek bedenkt en opschrijft.
Slide 2 - Slide
Bespreek met de leerlingen wat jullie de vorige les hebben gezien, gehoord en geleerd. Eventueel kun je (stukjes van) de filmpjes nogmaals bekijken.
Welk instrument spelen de musici uit de filmpjes?
Sleep de foto's van de musici naar het juiste instrument
Pauken
Viool
Altviool
Slide 3 - Drag question
Bespreek met de leerlingen welk instrument de musici bespelen.
Het kan lastig zijn om de viool en de altviool uit elkaar te houden.
Het verschil tussen beiden is dat de viool kleiner is en hoger klinkt dan de altviool.
In deze les leer je:
Wat een dirigent is
Wat een instrumentfamilie is en welke instrumentfamilies er zijn
Hoe de verschillende instrumentenfamilies klinken
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Hoe klinkt een orkest eigenlijk?
Je gaat zo een video van een orkest bekijken
- Wat zie je?
- Wat hoor je?
- Welke instrumenten ken je al?
- Hoe noemen we degene die
voor het orkest staat?
Slide 5 - Slide
De leerlingen gaan (op de volgende slide) kijken naar een opname van een jeugdorkest uit Polen.
Bespreek de luistervragen voor je het filmpje start met de leerlingen.
0
Slide 6 - Video
Bekijk het filmpje van 0:14 tot 1:24 (het filmpje start automatisch op de goede plek).
- Wat heb je gezien?
- Wat heb je gehoord?
- Welke instrumenten ken je al?
- Hoe noemen we degene die
voor het orkest staat?
Bespreken
Slide 7 - Slide
Bespreek de luistervragen. Degene die voor het orkest staat noemen we "dirigent". Hij of zij laat bijvoorbeeld zien hoe snel of hoe langzaam het orkest moet spelen en hoe hard of zacht.
Misschien heb je al instrumenten gezien die je herkent, bijvoorbeeld die van Anuschka (viool), Laura (altviool) of Theun (pauken)
Sommige instrumenten binnen het orkest lijken op elkaar.
Deze instrumenten noemen we 'familie'
Kijk maar eens naar de altviool en de viool, zij horen bij dezelfde instrumentfamilie
Altviool
Viool
Slide 8 - Slide
Bespreek of de leerlingen instrumenten hebben gezien die ze kennen.
Vertel dat instrumenten binnen het orkest hun eigen familie hebben.
Familie
Familie
Wat is familie? Hoe zit dat met familieleden? Lijken die op elkaar of juist niet?
De altviool en viool zijn familie, waarin lijken ze op elkaar? Zie je ook een verschil?
Altviool
Viool
Slide 9 - Slide
Bespreek het begrip 'familie' met de leerlingen. Wat is familie? En lijken zij zelf op hun familie?
De altviool en de viool lijken op elkaar in de volgende opzichten:
- vorm
- materiaal waar ze van gemaakt zijn (hout)
- hebben allebei vier snaren
- hebben allebei stemknoppen (de vier draaiknoppen bovenaan)
- je bespeelt beiden met een strijkstok en maakt geluid door over de snaren te strijken
Het verschil tussen beide is dat de altviool groter is en lager klinkt dan de viool. Ze zijn dus niet precies hetzelfde, maar behoren wel tot dezelfde instrumentfamilie.
Kan je misschien al zien welke instrumenten familie zouden zijn?
Instrumenten in het orkest
piano
harp
viool
altviool
cello
contrabas
tuba
hoorn
trombone
pauk
grote trom
kleine trom of snare drum
bekkens
triangel
trompet
fagot
klarinet
dwarsfluit
hobo
piccolo
Slide 10 - Slide
Bespreek met de leerlingen of ze al een idee hebben welke instrumenten familie van elkaar zijn.
Vertel erbij dat instrumenten uit dezelfde familie vaak:
- op elkaar lijken
- op dezelfde manier bespeeld worden
Als je de naam van het instrument wil weten; klik op het vraagteken
Slide 11 - Video
Bekijk het filmpje waarin je de verschillende instrumentfamilies om beurten hoort spelen.
Welke instrumentfamilies weet je nog?
Bedenk welke namen van de instrumentfamilies je nog weet.
Heb je ook een idee hoe de instrumenten in de verschillende families bespeeld worden?
Slide 12 - Slide
Haal met de leerlingen naar aanleiding van het filmpje de namen van de verschillende instrumentfamilies op.
De namen zijn:
- Strijkers (bespeel je door met een strijkstok over de snaren te strijken)
- Houtblazers (Bespeel je door te blazen)
- Koperblazers (Bespeel je door te blazen(
- Slagwerk (Bespeel je door iets aan te slaan of ergens op te slaan)
Sleep de juiste naam naar de juiste instrumentfamilie
Slagwerk
Dit bespeel je door ergens op te slaan. Dit kan een vel van een trommel zijn, maar bijvoorbeeld ook een triangel of een grote gong.
Houtblazers
Een instrument uit de houtblaasfamilie bespeel je door te blazen. De instrumenten werden vroeger van hout gemaakt en heten daarom houtblazers. Tegenwoordig worden de instrumenten van andere materialen gemaakt, zoals metaal.
Koperblazers
Een instrument uit de koperblaasfamilie bespeel je door te blazen. De instrumenten worden van koper gemaakt.
Strijkers
Een instrument uit de strijkersfamilie bespeel je door met een strijkstok over de snaren te strijken.
Slide 13 - Drag question
Sleep de naam van de instrumentfamilie naar de juiste afbeelding. Je ziet of het goed is door op de knop 'controleer antwoord' te klikken rechtsonder in het scherm.
00:05-00:20
Hier zie en hoor je alle instrumentfamilies samen spelen
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
00:34-00:44
Hier zie en hoor je de houtblazersfamilie
Slide 15 - Slide
This item has no instructions
00:54-01:03
Hier zie en hoor je de koperblazersfamilie
Slide 16 - Slide
This item has no instructions
01:16-01:26
De strijkersfamilie..
Slide 17 - Slide
This item has no instructions
01:34-01:44
.. en de slagwerkfamilie
Slide 18 - Slide
This item has no instructions
Sleep de juiste geluidsfragmenten naar de juiste familie
Strijkers
Slagwerk
Koperblazers
Houtblazers
Slide 19 - Drag question
Nu wordt het een stukje moeilijker; beluister de geluidsfragmenten en sleep ze naar de juiste instrumentfamilie.
Dit was de les! Je hebt nu geleerd:
Hoe een orkest klinkt
Wat een dirigent is
Wat een instrumentfamilie is en welke instrumentfamilies er zijn