Les 1: KWW/ZWW en HWW (klas zm2mmh1)

Grammatica
Het koppelwerkwoord
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica
Het koppelwerkwoord

Slide 1 - Slide

Soorten werkwoorden
Naast het
Zelfstandig werkwoord (zww)
En het hulpwerkwoord (hww)
Heb je ook een koppelwerkwoord (kww)
Een koppelwerkwoord komt voor in het naamwoordelijk gezegde, hierover leer je later meer.

Slide 2 - Slide

Er zijn negen koppelwerkwoorden:
Zijn
Worden
Blijven
Blijken
Lijken
Schijnen
Heten
Dunken
Voorkomen

Slide 3 - Slide

Een koppelwerkwoord (kww) geeft géén handeling aan. Het koppelt het onderwerp van een zin aan het deel waarin een bijvoeglijk of een zelfstandig naamwoord staat. Het onderwerp doet niet iets, maar IS iets.

Slide 4 - Slide

Shayla is een gezellige vriendin.
Shayla is het onderwerp. 
IS geeft geen handeling aan. 
IS koppelt Shayla aan 'een gezellige vriendin'.

Slide 5 - Slide

De leraar wordt ongeduldig van je gezeur:
'De leraar' is het onderwerp.
'Wordt' geeft geen handeling aan.
'Wordt' koppelt ongeduldig aan 'de leraar'. 

Slide 6 - Slide

Tips:
Als het KWW het onderwerp koppelt aan een deel met een zelfstandig naamwoord dan kan je het koppelwerkwoord vaak vervangen voor een = teken. (Shayla = een gezellige vriendin).

Als het KWW  het onderwerp koppelt aan een deel met een bijvoeglijk naamwoord dan kun je het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord in het onderwerp plaatsen. Het woord noemt een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: De leraar is ongeduldig. Dan kan je het koppelwerkwoord weglaten. (Bijvoorbeeld: De ongeduldige leraar).

Slide 7 - Slide

Wat is het KWW?

Gelukkig wordt het weer in het weekend zomers.

Slide 8 - Open question

Wat is het KWW?

Een uitstapje naar Lille lijkt me erg leuk.

Slide 9 - Open question

Wat is het KWW?

Die man tegenover mij in de bus kwam mij heel bekend voor.

Slide 10 - Open question

Wat is het KWW.?

Ons reisje naar het Archeon blijft na al die jaren nog steeds interessant.

Slide 11 - Open question

Wat is het KWW?

De kerstmusical was een groot succes.

Slide 12 - Open question

Wat is het KWW.?

Nederlands blijft voor mij een makkelijk vak.

Slide 13 - Open question

Een HWW én een KWW
In een zin kunnen ook een HWW én een KWW voorkomen. Het KWW is dan een voltooid deelwoord óf een infinitief.

Slide 14 - Slide

Junior is twee weken ziek geweest:
gezegde = is geweest

is = hww
geweest = kww

Slide 15 - Slide

Zal hij nu voorlopig niet meer ziek zijn?
gezegde = zal zijn

zal = hww
zijn = kww

Slide 16 - Slide

De werkwoorden zijn/ worden en blijven kunnen als kww én als hww worden gebruikt.
De werkwoorden zijn en blijven kunnen ook als zww worden gebruikt. Ze hebben dan de betekenis van 'zich ergens bevinden'. 
Een kww en een zww kunnen nooit tegelijk in een zin voorkomen!

Slide 17 - Slide

Nakijken:
Bijlage 

Slide 18 - Slide