Bijeenkomst 1 Taal

1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOBeroepsopleidingStudiejaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Typ kort iets over jezelf!

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

denken – delen – uitwisselen

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke taaldomeinen zijn er?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Passieve woordenschat is:
A
de woorden ken je niet
B
de woorden ken je wel
C
Je kent de woorden niet en gebruikt ze niet
D
Je kent de woorden wel, maar gebruikt ze niet

Slide 19 - Quiz

Actieve woordenschat is:
A
De woorden ken je en je gebruikt ze
B
De woorden ken je niet, maar gebruikt ze wel
C
De woorden die je kent
D
De woorden die je (nog) niet kent

Slide 20 - Quiz

"Een harig wezen op vier poten dat in huis rondloopt en geluid maakt" is een voorbeeld van een ...
A
label
B
concept
C
hond
D
kat

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Duid het belangrijkste verschil tussen de woordspin en woordparaplu

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide


A
Woordkast
B
Woorspin
C
Woordparaplu
D
Woordtrap

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

1 was...
A
controleren
B
voorbewerken
C
consolideren
D
semantiseren

Slide 28 - Quiz

2 was...
A
controleren
B
voorbewerken
C
consolideren
D
semantiseren

Slide 29 - Quiz

3 was...
A
controleren
B
voorbewerken
C
consolideren
D
semantiseren

Slide 30 - Quiz

4 was...
A
controleren
B
voorbewerken
C
consolideren
D
semantiseren

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide


Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

"Jezelf vragen stellen" hoort bij...
A
Vooraf
B
Tijdens
C
Na

Slide 37 - Quiz

"Verbanden leggen" hoort bij...
A
Vooraf
B
Tijdens
C
Na

Slide 38 - Quiz

"Leesdoel bepalen" hoort bij...
A
Vooraf
B
Tijdens
C
Na

Slide 39 - Quiz

"Omgaan met moeilijke woorden" hoort bij...
A
Vooraf
B
Tijdens
C
Na

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Belangrijkste verschil tussen lesdoel en leesdoel?

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Verwerk de vorige vragen op papier en maak er een foto van

Slide 48 - Open question