Meningen, argumenten en tekstdoelen

Meningen, argumenten en tekstdoelen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Meningen, argumenten en tekstdoelen

Slide 1 - Slide

Feiten & meningen
Wat is een feit? En wat is een mening?
FEIT
MENING
Turnen is een gave sport
Het aantal calorieën in een Snickers is 321
Een iPhone 13 kost bij bol.com 810 euro. 
Het familieweekend in de Ardennen vond ik erg gezellig. 
Dat is duur!
Van regen word je nat.

Slide 2 - Drag question

tekstdoel: activeren
tekstdoel: amuseren
tekstdoel: informeren
tekstdoel: instrueren
tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Slide 3 - Drag question

Als iets echt of werkelijk is gebeurd, noem je dat een ...
Een........ is wat iemand ergens van vindt of over denkt.
mening
feit

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel activeren
een nieuwsbericht over een schietpartij
een strip in de Donald Duck
een advertentie voor de nieuwste iPhone

Slide 5 - Drag question

Sleep het feit of de mening naar het juiste vakje
Feit
Mening
Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius.
Ik vind het hier lekker warm.
Het is hier ijskoud!
Ik heb gewoon kippenvel!

Slide 6 - Drag question

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Feit
Mening

Slide 7 - Drag question

Feit
Mening
Argumenten
Dit kun je controleren.
Dit is wat iemand vindt.
Dit is waarom je iets vindt of waarom iets waar is. Dit kan zowel bij feiten als meningen gebruikt worden.

Slide 8 - Drag question

Zijn de uitspraken links uit een reclame, een feit of een mening? 
FEIT
MENING
Gezoet met ingrediënten van natuurlijke oorsprong
Biologisch is een manier van leven
Je herkent heel gemakkelijk de verpakking
Geweldige CocaCola-smaak

Slide 9 - Drag question

uitleg geven
mening geven
amuseren
informeren
doen

Slide 10 - Drag question

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren

Slide 11 - Drag question

Welke tekst hoort bij welk tekstdoel?
overtuigen
informeren

Slide 12 - Drag question

of
Feit
Mening

Slide 13 - Drag question

Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 14 - Drag question

Informatie geven
Advies geven
Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 15 - Drag question

tekstdoel: activeren
tekstdoel: amuseren
tekstdoel: informeren
tekstdoel: instrueren
tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Slide 16 - Drag question