2vta wo 07 februari iemand beschrijven

2vta wo 07 februari iemand beschrijven

Leerdoelen:
Ik kan iemand beschrijven in het Frans  ✓
Ik ken de plaats en de vorm van de kleuren in de zin  ✓

Uitdaging: In hele zinnen schrijven  ✓
Challenge mode: een foto beschrijven ✓✓


1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2vta wo 07 februari iemand beschrijven

Leerdoelen:
Ik kan iemand beschrijven in het Frans  ✓
Ik ken de plaats en de vorm van de kleuren in de zin  ✓

Uitdaging: In hele zinnen schrijven  ✓
Challenge mode: een foto beschrijven ✓✓


Slide 1 - Slide

Silence, s’il vous plaît..

Slide 2 - Slide

Iemand beschrijven
Waarom: Vertel je over je vriend of vriendin in het Frans is een plusje in je gesprekje op vakantie of op reis.
Wat: Ik kan iemand beschrijven in het Frans (algemeen/ details)
Hoe/ Hulp: Stencil vocabulaire + opdracht in duo's of zelfstandig naar keuze
Uitkomst: Je kan de uiterlijk van je best vriend-vriendin beschrijven
Keuze-Klaar: Na de LessonUp, maak je een opdracht in duo of zelfstandig naar keuze: Makkie of Challende mode
Tijd: 1 les/ 45 minuten




Slide 3 - Slide

Iemand beschrijven in het Frans
Wat weet je nog?

Slide 4 - Open question

Comment décrire quelqu'un en français?
Lees je stencil "iemand beschrijven"door..
Zelfstandig
In stilte
je krijgt 3 minuten hiervoor

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wanneer voeg je een extra "e" aan het bijvoeglijk naamwoord?
A
Op je verjaardag
B
Bij zelfstandige naamwoorden meervoud mannelijk (un/le)
C
Bij zelfstandige naamwoorden vrouwelijke (la/une)
D
?

Slide 7 - Quiz

Wanneer voeg je een extra "s" aan het bijvoeglijk naamwoord?
A
Bij zelfstandige naamwoorden enkelvoud
B
Op je verjaardag
C
Bij zelfstandige naamwoorden vrouwelijk
D
Bij zelfstandige naamwoorden meervoud

Slide 8 - Quiz

Comment décrire quelqu'un: La taille et l'âge
Wat is correct?
A
Il est petite et vieille
B
Il est grande et vieux
C
Elle est grande et âgée
D
Elle est petit

Slide 9 - Quiz

L'apparence
Wat is correct?
A
Elle est beau
B
Elle est belles
C
Elle est beaux
D
Elle est belle

Slide 10 - Quiz

Les cheveux (mannelijk-meervoud)
Wat is correct?
A
Il a les cheveux blonds Elle est blonde
B
Il a les cheveux blondes Elle est blond
C
Il a les cheveux blondes Elle est blondes
D
Il a un cheveux bleues et elle a blond

Slide 11 - Quiz

Les yeux 👀(mannelijk meervoud)
Wat is correct?
A
Il a les yeux vert Elle a les yeux vert
B
Il a les yeux verts Elle a les yeux verts
C
Il a les yeux verte Elle a les yeux verte
D
Il a les yeux verde Elle a les yeux blue

Slide 12 - Quiz

Wat is correct?
A
J'ai les yeux bleus J'ai les cheveux blonds
B
Je suis les yeux bleu Je suis un cheveu
C
Je mange les cheveu
D
J'ai les cheveux bleux et j'ai les yeux blond

Slide 13 - Quiz

Beschrijf Obi Wan Kenobi

Slide 14 - Open question

Wat gaan we nu doen?                       

Slide 15 - Slide