Formative Grammar - Quantifiers

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Quantifiers

Much, many, lots of, a lot of (a) little, (a) few

• (A) little en (a) few gebruik je om te zeggen dat er WEINIG van iets is. 

• (a) little -> zelfstandige naamwoorden die je NIET kunt tellen. 
• little room, a little more information

• (a) few -> bij woorden die je WEL kunt tellen. 
• few boys, a few options

Much, many, lots of, a lot of (a) little, (a) few

• Deze woorden gebruik je om te zeggen dat er VEEL van iets is. 

• Much -> zelfstandige naamwoorden die je NIET kan tellen.
• much time, much water

• Many -> zelfstandige naamwoorden die je WEL kan tellen. 
• many cards, many glasses

• Lots of + a lot of -> bij woorden die je zowel wel als niet kan tellen. 
• lots of time, a lot of my friends

Practice

Hierna volgen invuloefeningen. Kies iedere keer het juiste antwoord. 

I haven't drunk too ______ water.

1. many
2. much
3. a lot of
4. lots of

There are too ......... soldiers to win this fight! (veel)

1. much
2. many
3. a lot of
4. lots

LITTLE/FEW
1 ..... water

1. few
2. little

2 ..... drinks

1. few
2. little

I only have ____ money left.

1. a little
2. a few
3. a many
4. much

He told me ____ jokes

1. much
2. many

He has had ______ sleep last night

1. little
2. few

Do you have _____ sugar in your tea?

1. much
2. many
3. few
4. little

Einde van de oefening

Controleer hoeveel fouten je had (zonder spel/hoofdletter fouten) en besluit aan de hand hiervan of je naar de extra uitleg gaat of niet.