Zintuiglijke beperking

Zintuiglijke beperking
1 / 35
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zintuiglijke beperking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les
Welke zintuigen zijn er
Zintuiglijke beperking in gehandicaptenzorg
visuele beperking
auditieve beperking
tastzin

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
  • We hebben vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, voelen en proeven.
  • Soms wordt er over zeven zintuigen gesproken. Namelijk ook evenwichtsgevoel en het houding- en bewegingsgevoel
  • Al deze zintuigen zijn nodig om goed te kunnen ervaren, om te kunnen reageren en om dingen te kunnen doen. 
  • Als een van deze zintuigen niet goed werkt, wordt de functie vaak overgenomen door andere zintuigen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zintuiglijke beperkingen
  • Veel mensen met een ernstig meervoudige beperking hebben ernstige zintuiglijke beperkingen. 
  • Dat betekent dat de zintuigen als zien, horen, ruiken, voelen en proeven ernstig beschadigd zijn. 
  • Naast dat de zintuigen niet goed werken kan ook de prikkelverwerking in de hersenen beschadigd zijn. 
  • Niet alleen het zien en het horen, maar ook andere zintuigen: de tast, het evenwichtsgevoel, het houding- en bewegingsgevoel, reuk en smaak, kunnen beschadigd zijn.  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zintuiglijke beperkingen 2
  • Een zintuiglijke beperking kan aangeboren zijn of op latere leeftijd naar voor komen. 
  • Op jonge leeftijd gaat het vaak om een of andere vorm van hersenbeschadiging. 
  • Deze vormen van hersenbeschadiging kunnen ook leiden tot een verstandelijke beperking. 
  • Dit verklaart dan ook het regelmatig samengaan van deze beperkingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Visuele en auditieve beperking

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Visueel en auditieve beperking
  • Mensen met EMB kunnen een visuele beperking hebben en ook tegelijkertijd een auditieve stoornis. 
  • Een beperking in de visus kan zijn dat mensen volledig blind zijn. Het kan ook zijn dat ze slechtziend zijn
  • Voor auditieve beperking geldt dat mensen geheel doof kunnen zijn, het kan ook zijn dat ze slechthorend zijn
  • De oorzaak van een visuele en of auditieve stoornis ligt bij mensen met EMB vaak in een beschadiging in de hersenen of een ziekte die dit veroorzaakt. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Visuele beperking
  • = dat het zicht of het zien in enige mate beperkt is. 
  • Dit varieert van verminderd zicht in één of beide ogen (slechtziendheid) tot substantieel onherstelbaar zichtverlies in beide ogen (blindheid)
  • Sommige mensen hebben beperkte of geen gevoeligheid voor (bepaalde) kleuren (kleurenblindheid), of een vergrote gevoeligheid voor felle kleuren. 
  • Deze verschillen in perceptie van kleuren en helderheid kunnen losstaan van scherp zien. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Blind/ Slechtziend

Slechtzienden zien minder dan 30%. Of hun gezichtsveld is kleiner dan 30 graden (normaal is 140 graden). Ook met een bril of lenzen kunnen zij niet goed zien.

 Mensen die maatschappelijk blind zijn, zien minder dan 5%. Of hun gezichtsveld is kleiner dan 10 graden. Zij zien nog wel licht. Ook kunnen zij de omtrek van mensen en voorwerpen zien.

Mensen die totaal blind zijn, zien niets. Ook geen licht.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken
erfelijke factoren;
stoornissen tijdens geboorteproces of kort daarna b.v. rode hond tijdens zwangerschap;
beschadigingen aan het oog



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tips communicatie/begeleiding
visuele beperking

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Tips voor omgang met iemand met visuele beperking
  • zeg bij begroeting altijd even je naam
  • raak iemand niet even zomaar aan
  • spreek mensen in gezelschap bij hun naam aan
  • kijk uit met obstakels
  • inrichting niet zomaar veranderen
  • kopjes/glazen niet te vol


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Visueel functieonderzoek door Visio
Wat en hoe ziet de cliënt?
Kleuren zien
Gezichtsscherpte
Gezichtsveld
Contrastgevoeligheid
Lichtgevoeligheid
(heeft verlichting een groot effect op het functioneren?)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen blinde/slechtziende
blindegeleidestok
het brailleschrift
audiodescriptie
brailleleesregels
speciale computerprogramma’s
beeldschermvergroters
daisy-spelers
Indoor Navigatie met behulp van eZwayZ-app
horloge met spraak


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Oefening blindheid/slechtziendheid

Download de app Tengo Baja Vision

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Auditieve beperking
  • het gehoor in enige mate beperkt
  • Onder meer slechthorendheid (verminderd gehoor bij één of beide oren) en doofheid (volledig gehoorverlies bij beide oren) zijn auditieve beperkingen. 
  • Sommige mensen met een auditieve beperking kunnen geluid horen, maar zij horen niet altijd genoeg om spraak te begrijpen. 
  • Vooral wanneer er (veel) achtergrondgeluid is, kan dit voor problemen 
           zorgen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Doof/ Slechthorend
(auditieve beperking)
  • Normaal heb je ongeveer 120 dB gehoor
  • Licht gehoorverlies: 16 tot 40 dB verlies
    ( fluisteren/rumoerige ruimte) 
  • Matig gehoorverlies: 41-55 dB verlies
    (telefoneren/gesprekken voeren) 
  • Ernstig gehoorverlies: 56-70 dB verlies
    (hard praten/ sirenes)
  • Zeer ernstig gehoorverlies: 71-90 dB verlies
    (vrachtwagens/ boormachines)
  • Doofheid: vanaf 90 dB



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tips communicatie
auditieve beperking

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Slide 20 - Slide


    Een slechthorende probeert te verstaan door te horen, door van de lippen af te lezen en door de gezichtsuitdrukking te zien. Kijk de slechthorende dus altijd aan als je tegen hem of haar spreekt.
    Voel je niet opgelaten als de slechthorende je strak aankijkt.
    Spreek langzaam en rustig. Houd geen hand voor je mond. Spreek niet met een sigaret of sigaar in de mond.
    Spreek duidelijk, maar zonder overdreven bewegingen van de mond.
    Schreeuw nooit tegen een slechthorende, dat misvormt het geluid en kan soms zelfs pijnlijk zijn; het hoortoestel versterkt het geluid van je stem al.
    Heb wat geduld als je een zin moet herhalen. Zeg hetzelfde woord nooit meer dan twee keer. Gebruik de volgende keer liever een omschrijving.
    Zorg voor een goed verlichte kamer; bij schemering kan de slechthorende moeilijk van de mond aflezen.
    Zorg dat je naar het licht kijkt, zodat het licht op je mond valt.
    Heb geduld: een slechthorende reageert soms wat trager, omdat hij eerst luistert of hij je verstaat en daarna pas de inhoud ervan tot zich laat doordringen.
    Lach de slechthorende niet uit als hij verkeerd antwoordt. Vertel hem dat hij het verkeerd begrepen heeft.
    Als je je speciaal tot een slechthorende richt, noem dan eerst zijn naam of raak hem even aan, dan weet hij dat hij moet luisteren en kijken.
    Noem eerst het onderwerp van gesprek, vooral in gezelschap, zodat de slechthorende weet waarover het zal gaan.
    Zorg er in een kring of gezelschap voor dat ook de slechthorende kan meelachen en meepraten. Probeer hem bij het gesprek te betrekken (alleen zijn binnen een groep maakt iemand vaak veel eenzamer dan alleen thuis zijn).
    Als de radio of de televisie aan staat, kan een slechthorende je moeilijk verstaan.
    Als de slechthorende moe wordt (luisteren via een hoortoestel en liplezen zijn zeer vermoeiende bezigheden) en hij zich liever wil terugtrekken, toon daar dan begrip voor.
    Benader een slechthorende nooit ongemerkt van achteren; hij hoort je soms niet aankomen en kan schrikken.
    Als je aan een slechthorende namen en adressen moet opgeven, schrijf ze dan even op. Vreemde namen moet hij gespeld zien, anders worden ze verkeerd verstaan.
    Besef je dat een hoortoestel een hulpmiddel is en geen geneesmiddel.

Totale communicatie: betekent dat je niet alleen met woorden communiceert, maar ook via gebaren of aanrakingen.
  • Wees alert: reageer op elk gedrag van de ander dat communicatief is bedoeld.
  • Gebruik ondersteunende communicatiemiddelen op elk moment dat het kan.
  • Zorg voor afstemming met betrokkenen, gebruik dezelfde wijze van communiceren voor deze persoon en consequent gedurende de hele dag.
  • Spreek op korte afstand van de persoon zodat je mimiek (gezichtsuitdrukking) zichtbaar is.
  • Spreek in korte zinnen, rustig en duidelijk. Dit doe je vaak vanzelf al bij het gebruik van ondersteunende communicatiemiddelen.
  • Laat je adviseren door anderen over de meest geschikte wijze van communiceren met deze persoon. Vraag het aan een logopediste of aan familieleden die ervaringsdeskundigen zijn.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oefen je naam met het handalfabet. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tinnitus = oorsuizen
hoor je geluiden in je hoofd die niet van buitenaf komen. Dat kunnen allerlei geluiden zijn, zoals windgeruis, bellen, brommen, fluiten en rinkelen. Het geluid kan hard of zacht zijn, scherp of dof van toon. Het kan in één oor te horen zijn of in beide oren.

Oorzaken: lichaamsgeluiden, hoge bloeddruk, overactieve hersencellen in gehoorgebied, gehoorcellen (zenuwcellen) in het binnenoor die spontaan geluidsprikkels naar de hersenen sturen.

Behandeling: geluid overstemmen, tinnitusmaskeerders


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Categorieën slechthorendheid

  • geleidingsslechthorendheid (conductieve slechthorendheid): er is sprake van een verlies aan gehoorsterkte;
  • waarnemingsslechthorendheid (perceptieve slechthorendheid): het geluid wordt niet goed door de hersenen ontvangen;
  • gemengde vorm: een combinatie van een perceptief gehoorverlies en geleidingsverlies.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mogelijke oorzaken van slechthorendheid van tijdelijke aard:

  •  een prop oorsmeer (cerumen) in de uitwendige    gehoorgang;
  •  een vreemd voorwerp in de uitwendige gehoorgang;
  •  scheurtje in trommelvlies;
  •  een oorontsteking;
  •  een minder goede doorgang van de buis van Eustachius door bijvoorbeeld een verkoudheid.

Mogelijke oorzaken van blijvende slechthorendheid en doofheid:

  • een lawaaitrauma: dit zie je bijvoorbeeld bij ouderen die lang in een erg lawaaierige omgeving hebben gewerkt waar zij hun oren niet hebben beschermd, bijvoorbeeld in een staalfabriek;
  • minder goed functioneren van de gehoorzenuwen (komt vaak voor bij ouderen);
  •  erfelijkheid;
  •  ziekten in de zwangerschap (aanlegstoornissen of rodehond van de moeder)
  • medicijnvergiftiging;
  • een schedelbasisfractuur;
  • tumorvorming bij de gehoorzenuw.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Doofheid

    aangeboren doofheid (prelinguale doofheid): mensen zijn doof geboren of op zeer jonge leeftijd doof geworden (voor het derde levensjaar);

    later verworven doofheid (postlinguale doofheid): mensen zijn pas op latere leeftijd doof geworden (na het derde levensjaar).

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Uit onderzoek komt naar voren dat dove kinderen meer moeite hebben dan horende kinderen om met negatieve emoties om te gaan. Ze zijn langer boos en langer verdrietig. Hierdoor loopt de ontwikkeling anders en vergt deze meer tijd en aandacht. Ouders en kinderen worden hierin intensief begeleid, bijvoorbeeld door een landelijke organisatie zoals GGMD voor Doven en Slechthorenden.

Slide 27 - Slide

Normaal harder huilen: meer aandacht. Bij doof zijn gaat dit anders.
Soorten hoortoestellen

Slide 28 - Slide

https://www.umcutrecht.nl/nl/behandeling/cochleaire-implantatie


Slide 29 - Video

This item has no instructions

Doofblindheid
Beperking in horen en zien

 1) een aangeboren beperking in horen én zien: de auditieve en visuele beperking zijn dan ontstaan vóór de taalverwerving
2) een verworven beperking in horen én zien: de auditieve en/of visuele beperking ontstaan ná de taalverwerving
3) een leeftijdsgerelateerde beperking in horen én zien: de auditieve en visuele beperking zijn leeftijdsgerelateerd en dus ontstaan door het ouder worden.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions

Tastzin

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Tastzin
  • De tastzin kan al beperkt worden door verslapping in de spieren
  • Diverse aandoeningen verminderen ook de tastzin
  • De tastzin is een belangrijk zintuig
  • Zeker voor mensen met EMB die functioneren op een ontwikkelleeftijd van rond de 2 jaar. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Tastzin
  • De combinatie van geluid en de tast is vaak nodig om te leren begrijpen dat er iets is om naar op zoek te gaan. 
  • Op deze manier leer je jezelf dingen aan. 
  • Als dit beperkt wordt is het aanleren van nieuwe dingen moeilijker. 
  • Dit kan gestimuleerd worden door bijvoorbeeld 
       allerlei bewegingsspelletjes, die het lichaamsbesef stimuleren. 
Als de tastzin er niet of nauwelijks is heeft dit dus behoorlijke gevolgen voor de ontwikkeling van de cliënt met EMB.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Link

This item has no instructions