Ontwikkelingspsychologie lesweek 5 schoolkind

Een kleuter beseft wat goed en fout is
A
waar
B
niet waar
1 / 42
next
Slide 1: Quiz
VPROMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Een kleuter beseft wat goed en fout is
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Een kleuter handelt uit eigen overtuiging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Kleuters hebben weinig fantasie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Zelfbeeld betekent het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een te positief zelfbeeld heeft juist een negatief effect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vriendschappen met jongens of meisjes zijn niet anders voor kleuters
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een kleuter leert zich socialer te gedragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waar denk je aan als je terugdenkt aan je eigen basisschooltijd?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou jij dit aanpakken?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eerlijkheid van een schoolkind

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Oudere
schoolkinderen

Slide 21 - Slide

Oudere schoolkinderen hebben buiten school ook steeds meer bezigheden. Kinderen ontwikkelen vaak hobby’s zoals voetballen of paardrijden. Ook ontstaat er steeds meer belangstelling voor games en programma’s die bestemd zijn voor oudere schoolkinderen of volwassenen. Echter, gewelddadige games zijn niet aan te raden voor kinderen in deze leeftijdsfase.
Emotionele ontwikkeling
Het jonge schoolkind 
Voelt zich stabiel
Emoties onder controle

Het oudere schoolkind
Voelt zich onstabiel
Vaker twijfel en onzekerheid

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Sociale ontwikkeling
Willen erbij horen!

Conformisme = jezelf aanpassen (conformeren) aan de groep

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kan je een voorbeeld bedenken van conformisme uit jouw eigen schoolkindtijd?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Pesten
Veelvoorkomend probleem

3 partijen:
1. De aanstichters
2. De meelopers
3. De zwijgers

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Schoolkind (6-12)
6-9 jaar: Geen voorkeur voor geslacht
+/- 10: vaker eigen geslacht
Na 11/12 jaar: vaker samen spelen, maar met lichte seksuele ondertoon

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Jonge schoolkinderen moet je pas seksuele voorlichting geven als zij zelf vragen stellen over het thema
Oneens
Eens

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Autobiografie
Inleveren 31 oktober 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

In groepjes uit elkaar
Aanstaande donderdag gaan jullie presenteren (oefenen voor de toets)
Groep 1: Hoofdstuk 3 Wat is ontwikkelingspsychologie
Groep 2: Hoofdstuk 4 baby's en peuters
Groep 3: Hoofdstuk 5 kleuter
Groep 4: Hoofdstuk 5 Schoolkind
Powerpoint/lessonup/prezi/filmpje en 2 quizvragen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij 

Ontwikkelingspsychologie


Periode 1.1 | 1.2 | 1.3 | 1.4 

Joyce Assink
Vragen? Chat via teams

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Planning deze week
Woensdag
Donderdag
Theorie: 
Hoofdstuk 5: Het schoolkind 





Aan de slag! 
Autobiografie opdracht
Theorie: 
Hoofstuk 5: Het schoolkind





Aan de slag!
Digitale leeromgeving

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Baby en peuters: groepje van Marlo
Ontwikkelingspsychologie: groepje van Hessel
Schoolkind: groepje van Carmen
Kleuter: Groepjes van Serena 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

5.1.1 Groei
In de basisschooljaren groeit het kind geleidelijk. Op 10/11 jarige leeftijd zullen veel kinderen een groeispurt doormaken. In deze fase vallen ook de melktanden uit en worden zij vervangen door blijvende tanden en kiezen.

5.1.2 Motoriek
De fijne en grove motoriek ontwikkelt ook weer steeds verder. Armen en benen zijn beter in verhouding. Een kind kan touwtje springen en klimmen. De kinderen beheersen de pengreep (pen of potlood vasthouden tussen duim en wijsvinger) en leren letters en cijfers te schrijven.

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Wie groeien er eerder?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

Schoolkinderen kunnen goed taakgericht werken. Het taakgericht werken bij een kind van 6 jaar is uiteraard wel anders dan bij een kind van 12 jaar. De taken moeten worden aangepast aan de leeftijd van het kind. Schoolkinderen zijn prestatiegericht, ze willen het graag goed doen. Ze zijn dan ook trots als ze een compliment van de juf krijgen of een sticker in hun schrift. Ook vinden schoolkinderen het leuk om een nieuw vak te krijgen, bijvoorbeeld Engels.


Welkom bij 

Ontwikkelingspsychologie


Periode 1.1 

Joyce Assink
Vragen? Chat via teams

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen
Vrijdag 28 oktober oefening voor de toets 
presentaties over de verschillende ontwikkelingsgebieden 

Vrijdag 4 november toets ontwikkelingspsychologie
1,5 uur 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
De kleuterfase

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

.2.1 Realiteitsdenken
Het fantasie denken verdwijnt in deze fase en realiteitsdenken komt daarvoor in de plaats. Realiteit denken betekent dat het schoolkind een realistisch beeld heeft van de wereld. Schoolkinderen zien de wereld zoals het echt is. Schoolkinderen weten dat er landen zijn waar oorlog is en dat de buurvrouw bijvoorbeeld ziek is. Schoolkinderen ontwikkelen een realistisch beeld door onder andere naar het (jeugd)journaal te kijken of op school te leren. Zij zien dat kinderen honger lijden en dat de buren hulp nodig hebben.