TW3 NE klas 3 Formuleren begrenzen

Welkom
                                                                                        
Nederlands vwo 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
                                                                                        
Nederlands vwo 3

Slide 1 - Slide

Formuleren
Ik kan asymmetrie herkennen en verbeteren.

Ik kan zinnen juist begrenzen.

Slide 2 - Slide

Geen symmetrie
Deze stijlfout komt vooral voor bij opsommingen. Alle delen van een opsomming moeten dezelfde structuur hebben. Ze moeten symmetrisch zijn. Als dit niet zo is, is er geen symmetrie en dat is fout.

* Een verhaal bestaat meestal uit drie delen: het begin, het middenstuk en hoe het afloopt. (fout)
 Een verhaal bestaat meestal uit drie delen: het begin, het middenstuk en  het slot. (goed)

Slide 3 - Slide

Geen symmetrie
1. fouten in getal (enkelvoud-meervoud)
In plaats van de aanhang van de president gaan nu zijn politieke tegenstanders de straat op om te feesten.

2. Fouten in voornaamwoordelijke aanduiding
Wij adviseren u om op tijd te arriveren, omdat je anders in een lange wachtrij zal staan.

3. In grammaticale constructie
Wij stellen het bezoek aan de koning uit vanwege de aanhoudende protesten en omdat de koning griep heeft.

Slide 4 - Slide

Verbeter de volgende zin:
In dit artikel bespreken we de werkwijzen van huiswerkinstituten, de kosten van de ondersteuning en of de begeleiding voldoende kwaliteit heeft.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Voor vandaag:
  • Ik weet hoe ik zinnen kan begrenzen en herkennen wanneer ik een punt, komma of dubbele punt moet plaatsen.
  • Ik kan de zinnen in mijn eigen mail verbeteren.  

Slide 7 - Slide

Zinnen begrenzen. Waarom?
Als je een zin schrijft zonder komma's en punten krijg je dus zoiets en dat is supervervelend om te lezen ook wordt het lastig om te begrijpen waar het einde van je verhaal is doordat je niet zo goed weet waar een zin begint en eindigt waardoor je dus weer volledig de weg kwijt bent en je je afvraagt of je het eigenlijk nog wel kan volgen

Slide 8 - Slide

Uitleg
1. Uitleg hoofdzin en bijzin
2. Uitleg zinnen begrenzen
3. Uitleg zinnen onjuist begrenzen

Slide 9 - Slide

 Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: er kan geen ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan. 
Test dit met het woordje "niet". 

Het niet  is alweer bijna carnaval. Daar hebben niet we allemaal heel veel zin in.


Slide 10 - Slide

Hoofdzin en bijzin
Bijzin: er kan wel een ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
Test dit met het woordje "niet".

omdat hij niet blij was vandaag
zodat Keesje niet meer zo vaak ging voetballen

Slide 11 - Slide

Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer.
A
Bijzin - bijzin
B
Hoofdzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin

Slide 12 - Quiz

We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin
D
Bijzin - bijzin

Slide 13 - Quiz

Zinnen begrenzen
1. Wanneer mag je twee zinnen met elkaar verbinden met een komma?
Hoofdzin (HZ) + bijzin (BZ)
Bijzin (BZ) + hoofdzin (HZ)

We hebben zin in de vakantie (HZ), omdat het dan weer carnaval is (BZ).
Omdat het dan weer carnaval is (BZ), hebben we zin in de vakantie.(HZ)


Slide 14 - Slide

Zinnen begrenzen
2. Wanneer mag je een zin afsluiten met een punt?

Hoofdzin 

Ik ga vandaag naar school.

Slide 15 - Slide

Zinnen begrenzen
3. Wanneer mag je twee zinnen verbinden met 'en', 'maar', 'of', 'want', of 'dus'?

Hoofdzin + hoofdzin

Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.
Gisteren niet was ik niet op school en vandaag niet ben ik er weer.

Slide 16 - Slide

Zinnen onjuist begrenzen
Het kan op twee manieren fout gaan:
- twee hoofdzinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma"  hoofdzin)

- een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt (bijzin  "punt")

Slide 17 - Slide

Zinnen (onjuist) begrenzen
- twee zelfstandige zinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma"  hoofdzin)
Verbetering: zet een punt of plaats 'en', 'maar', 'of', 'dus' of 'want'.

Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.
Goed: Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer
Goed: Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.



Slide 18 - Slide

Zinnen (onjuist) begrenzen
- losse bijzin: een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt (bijzin "punt")
Verbetering: Vervang de punt door een komma.

Fout: We hebben zin in de vakantie. Omdat het dan weer carnaval is.
Goed: We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.

Fout: Hij heeft heel hard getraind. Zodat hij de marathon kon lopen.
Goed: Hij heeft heel hard getraind, zodat hij de marathon kon lopen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Waarom fout?
Ik kreeg enorm veel cadeaus. Omdat ik jarig ben.
A
losstaand zinsdeel (bijzin)
B
zinnen ten onrechte samengevoegd

Slide 21 - Quiz

Waarom fout?
In de vakantie heb ik veel legpuzzels gemaakt, ik verveelde me te pletter.
A
losstaand zinsdeel (bijzin)
B
zinnen ten onrechte samengevoegd

Slide 22 - Quiz

De supermarkt is erg ver weg. Daarom moeten we een heel stuk lopen, dat vind ik best wel vervelend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Opdracht
maak H1 Formuleren 1 en 2
- zelf
- deels samen
- helemaal samen

Slide 24 - Slide

Huiswerk
  • H6 Formuleren opdracht 1 en 2

Slide 25 - Slide