Verkeer (Voorrang)

Verkeer 
Donderdag 16 januari 

1 / 13
next
Slide 1: Slide
VerkeerPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verkeer 
Donderdag 16 januari 

Slide 1 - Slide

Voorrang: 
Wat gaan we doen ?
- Theorie over voorrang
- Online test


Doel: Aan het einde van de les ken je de voorrangsregels en weet je hoe je ze moet toepassen in de praktijk. 

Slide 2 - Slide

Verkeersborden quiz: 

Pak je wisbordje 

Slide 3 - Slide

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Je bent op een voorrangsweg
B
Je mag hier niet harder dan 50
C
Geef voorrang aan alle bestuurders van rechts en links

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Bestuurders die van rechts en links komen hebben voorrang
B
Voorrangskruispunt: Bestuurders krijgen voorrang van links en rechts
C
Je moet hier rechtdoor rijden

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Hier moet ik verplicht hand in hand lopen
B
Voetpad: Je moet hier lopen
C
Hier mogen alleen ouders met hun kinderen lopen

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Stop altijd! Je moet voorrang verlenen
B
Iedereen moet hier stoppen voor jou
C
Verboden in te rijden, je mag deze straat niet in

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Verboden toegang voor auto's
B
Hier mag je oversteken als voetganger
C
Geef voorrang aan alle bestuurders van links en rechts

Slide 8 - Quiz

Voorrang: 
Wat is voorrang? 

Slide 9 - Slide

Noem een aantal dingen
die je weet over voorrang

Slide 10 - Mind map

Verkeersregels
- Voorrang als je van rechts komt
- Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor 
- Als je uit een onverharde weg of uitrit komt moet je voorrang verlenen 
- De bestuurder met de kleinste bocht heeft voorrang 
- - Je hebt voorrang bij een zebrapad/haaientanden 
- Een tram heeft altijd voorrang als er niks aangegeven staat, behalve bij een zeebrapad

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide