Hoofdstuk 8.3 Woordformule
1 / 24
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Geen regelmaat
Regelmatige afname
Regelmatige toename
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Link
Wat is het vaste bedrag?
A
50
B
30
Slide 13 - Quiz
Wat komt er uit als je 0 invult in de woordformule?
A
0
B
3
C
4
D
7
Slide 14 - Quiz
Wat is het vaste bedrag?
A
2,50
B
45
C
5
D
10
Slide 15 - Quiz
Wat is het
vaste bedrag?
A
1 cm
B
6 cm
C
5 cm
D
20 cm
Slide 16 - Quiz
Wat is het vaste bedrag
A
4
B
7,50
C
11,50
D
34,00
Slide 17 - Quiz
Er is regelmaat.
Wat is het vaste bedrag?
A
€ 12
B
€ 19,50
C
€ 7,50
Slide 18 - Quiz
Wat komt er uit als je 0 invult in de woordformule?
A
0
B
6
C
15
D
21
Slide 19 - Quiz
Als ik de fiets 2 dagen wil huren hoeveel moet ik betalen?
A
€23
B
€14,50
C
€20,50
Slide 20 - Quiz
Hoeveel betaal je als je de fiets 5 dagen wil huren?
Noteer je berekening
Noteer je berekening
