Bezitsvorm

1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je weet hoe je moet zeggen en schrijven dat iets van iemand is: bezitsvorm. 

Slide 2 - Slide

Today
Hoofdstuk 5
- Paragraaf E: writing & grammar
Bezitsvorm
This is mr. van den Berg's presentation. 

Slide 3 - Slide

The rule
Als je wilt zeggen dat iets van iemand/een dier/een land (bezitsvorm) is, gebruik je 
's 

The girl's house.
Lisa's friend.
Ties's dog.

Slide 4 - Slide

The rule
Dus: bij mensen/dieren/landen
altijd       's  !

Slide 5 - Slide

Anna's cat

Slide 6 - Slide

The cat's tail

Slide 7 - Slide

The boy's book

Slide 8 - Slide

Vertaal in het Engels, gebruik 's
Dit is de hond van Tim.

Slide 9 - Open question


 Make a sentence, use 's, use the words tiger and meat. 

Slide 10 - Open question

dog, toy

Slide 11 - Slide


Make a sentence, use the words dog and toy. 

Slide 12 - Open question

Make a sentence, use a possessive S

Slide 13 - Open question

 Een woord in meervoud 
Als er al een S staat,
alleen een apostrof '

The elephants --> The elephants' ears
The giraffes --> The giraffes' necks
The cats --> the cats' tails

Slide 14 - Slide

Een woord in het meervoud
mensen, dieren & landen
's 
of, bij woorden in het meervoud: 
'

Slide 15 - Slide

Vertaal in het Engels:
De botten van de honden.

Slide 16 - Open question

Een woord in het meervoud
als iets GEEN mens, dier of land is (dus bij dingen)

of

Slide 17 - Slide

The wheels of the car

Slide 18 - Slide

The door of the school

Slide 19 - Slide

The days of the week

Slide 20 - Slide

tree - leaves

Slide 21 - Slide

Make a sentence with 'of'. Use tree and leaves.

Slide 22 - Open question

Bij mensen & dieren
's

bij meervoud dat eindigt op een s: 

' (apostrof)

Bij dingen

of

Slide 23 - Slide

Wanneer gebruik je een 's ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 24 - Quiz

Wanneer gebruik je alleen ' (apostrof)?
A
als het woord eindigt op een -S
B
als het woord in het meervoud eindigt op -S

Slide 25 - Quiz

Wanneer gebruik je 'of' ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 26 - Quiz

Julia......backpack.
A
Julia'
B
Julias's
C
Julia's
D
the backpack of Julia

Slide 27 - Quiz

Thyn.....table.
A
Thyn'
B
Thyns's
C
Thyn's
D
the table of Thyn

Slide 28 - Quiz

The students.....teacher.
A
students'
B
students's
C
the teacher of the students

Slide 29 - Quiz

The dogs.....owners.
A
dogs'
B
dogs's
C
the owners of the dogs

Slide 30 - Quiz

The rules.....the school.
A
the schools' rules
B
the schools's rules
C
the rules of the school

Slide 31 - Quiz

The windows......the house.
A
house' windows
B
houses's windows
C
the windows of the house

Slide 32 - Quiz

Ik begrijp hoe ik de bezitsvorm van mensen, dieren, landen of dingen moet maken.
Helemaal
Ik denk het wel
Een beetje, maar een keer extra uitleggen zou helpen.
Nou, nee, ik snap het nog niet .

Slide 33 - Poll

Huiswerk
Maak via Stepping Stones online
Hoofdstuk 5, 
Paragraaf E, writing and grammar
Opdracht 34, 35, 36 en 37. 

Slide 34 - Slide