Een bijwoord zegt iets over een
werkwoord,
een bijvoeglijk naamwoord,
een ander bijwoord of een hele zin.
Tu as bien travaillé. (wkw)
Tu as travaillé très bien. (ander bijw.)
C’est une très belle maison. (bijv. naamw.)
Heureusement, il a eu du succès. (hele zin)