3V: Paragraaf 3.4 Wat speelt er op de arbeidsmarkt?

Planning
Pincode Hoofdstuk 3. Hoe werken markten?
  1. Wat is de vraag?
  2. Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
  3. Hoe werkt de markt?
  4. Wat speelt er op de arbeidsmarkt?

Toets H3: Markten + H6.2+H6.3+H7.4+H2.4: Overheid
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
Pincode Hoofdstuk 3. Hoe werken markten?
  1. Wat is de vraag?
  2. Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
  3. Hoe werkt de markt?
  4. Wat speelt er op de arbeidsmarkt?

Toets H3: Markten + H6.2+H6.3+H7.4+H2.4: Overheid

Slide 1 - Slide

Wie zijn de vragers en
de aanbieders
op de arbeidsmarkt?

Slide 2 - Slide

Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar
en aanbod van arbeid.

De vraag = werkgelegenheid 
Het aanbod = beroepsbevolking



Slide 3 - Slide

Werkgelegenheid
De werkgelegenheid (vraag naar arbeid) kun je berekenen in personen en in arbeidsjaren.




Voorbeeld:
In een bedrijf werken 6 voltijd medewerkers (36 uur per week) en 3 parttimers die bij elkaar 54 uur per week werken. Wat is de werkgelegenheid in personen en in arbeidsjaren? 
  • werkgelegenheid in personen : 6 + 3 = 9 personen
  • werkgelegenheid in jaren is: 6 hele arbeidsjaren en 54 ÷ 36 = 1,5 arbeidsjaar van  parttimers, in totaal zijn er 7,5 arbeidsjaren

Slide 4 - Slide

Beroepsbevolking
Mensen tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd die zich aanbieden op de arbeidsmarkt. 

Deze verandert door:
  • groeiende bevolking
  • vergrijzende bevolking
  • toename van het aantal vrouwen
  • immigratie en emigratie
  • arbeidsongeschiktheid van werkenden

De participatiegraad is het % van de bevolking tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt.

Slide 5 - Slide

Werkloosheid
Wanneer ontstaat werkloosheid?

  • conjunctureel (tijdelijk)
       
  • structureel (langdurig)
       

Slide 6 - Slide

Minimumloon
De overheid grijpt in op markten.
Voorbeeld is het: minimumloon.



Wat veroorzaakt het minimumloon?

Slide 7 - Slide

Wie zijn de aanbieders op de arbeidsmarkt?
A
de beroepsbevolking
B
de consumenten
C
de producenten
D
de bedrijven en de overheid

Slide 8 - Quiz

In een bedrijf werken 2 fulltimers (40 uur per week) en een parttimer (10 uur per week).
Wat is de werkgelegenheid in arbeidsjaren?
A
2 arbeidsjaren
B
2,25 arbeidsjaren
C
2,5 arbeidsjaren
D
3 arbeidsjaren

Slide 9 - Quiz

Wanneer is er sprake van werkloosheid
A
als de vraag kleiner is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
B
als de vraag gelijk is aan het aanbod op de arbeidsmarkt
C
als de vraag groter is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
D
er is nooit sprake van werkloosheid

Slide 10 - Quiz

Wat is de prijs van arbeid?
A
euro
B
prijs
C
loon
D
geld

Slide 11 - Quiz

Een minimum loon heeft als doel de loonvorming te corrigeren voor te lage lonen.
Het minimum loon is in dat geval ...
A
lager dan de loonvorming
B
gelijk aan de loonvorming
C
hoger dan de loonvorming
D
niet nodig

Slide 12 - Quiz

Werken aan:


Paragraaf 3.4: 47 t/m 57

Slide 13 - Slide

Opgave 51 (arbeidsjaren)
In een land werken 3 miljoen mensen. Het aantal arbeidsuren per jaar is 3.600 miljoen uren. Eén arbeidsjaar is 1.800 uur. Bereken het aantal arbeidsjaren dat er wordt gewerkt in dit land.
  • 3 miljoen mensen zouden fulltime 5.400 miljoen uren moeten werken (fulltime = x 1.800 uur) 
  • 3,6 miljard uren ÷ 1.800 uur per arbeidsjaar = 2 miljoen arbeidsjaren



Slide 14 - Slide

Minimale toetsvoorbereiding
  • nadat je alle opgaven de afgelopen weken gemaakt hebt
  • leer de formules op pagina 73 (berekening vraaglijn), 77 (prijselasticiteit), 79 (berekening aanbodlijn) en 89 (werkgelegenheid)
  • leer de stappenplannen op pagina 74 (tekenen vraaglijn) en pagina 79 (tekenen aanbodlijn)
  • leer de samenvatting op pagina 94
  • leer de begrippen op pagina 95
  • maak de online rekenopdrachten
  • maak de online oefentoets 
  • doe nog een aantal herhalingsopdrachten op pagina 96/97 (minimaal 2 per paragraaf)
  • doorloop nogmaals de LessonUps die we in de lessen behandeld hebben (zie Som)
  • controleer tenslotte met de leerdoelen in GPL paragraaf 3.1 t/m 3.4 op www.lauwerscollege.ldgo.nl of je de stof voldoende kent en begrijpt

Slide 15 - Slide