profiel BSD H9 participatie

1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

is het gelukt met het huiswerk van vorige week alle opdrachten H 8
ja
nee
een beetje

Slide 2 - Poll

Planning
- De betekenis van dagbesteding voor de cliënt 
- Participatie
- Emancipatie
- aflevering je zal het maar hebben kijken

Slide 3 - Slide

De betekenis van dagbesteding
voor de cliënt 
Dagbesteding geeft structuur en tal van mogelijkheden om contacten te leggen. Dagbesteding kun je inzetten om doelen te halen. Je formuleert de doelen op basis van een hulpvraag. Dagbesteding is een middel voor de cliënt om mee te tellen. Het biedt mogelijkheden om onderdeel te zijn van de maatschappij.
Onze maatschappij heeft meedoen hoog in het vaandel staan.


Slide 4 - Slide

Dagbesteding
Is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden.

Slide 5 - Slide

Waarom dagbesteding?
Zonder dagbesteding is het voor de cliënt lastig om te participeren. Er is geen invulling van de dag en zingeving.

Slide 6 - Slide

Dagbesteding
is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden?

Slide 7 - Slide

Participatie
  •  Participatie = het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt. 

  •  Scholing: ieder heeft het recht zich te ontplooien, ontwikkelen. 
  •  Vrije tijd: ieder heeft het recht zich te ontspannen, verbonden te voelen, leven en beleven. 
  •  Werk: ieder heeft recht op waardering voor zijn prestaties en de verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan zijn eigen (economisch) bestaan. 

Slide 8 - Slide

Participatiewet 2015
Voor iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, is er vanaf 1 januari 2015 de Participatiewet. De Participatiewet moet ervoor zorgen dat meer mensen, met en zonder beperking, werk vinden bij een gewone werkgever. 

Slide 9 - Slide

Participatie afgebakend naar domein
  1. Eigen inkomen; betaald werk of uitkering.
  2. Zelfstandig functioneren; denk aan adl, hdl, financiën.
  3. Opdoen van vaardigheden; een bepaalde taak of activiteit waar iemand erg goed in is. 
  4. Sociale contacten; contacten met familie, vrienden, kennissen (kortom, in contact zijn met anderen)
  5. Maatschappelijke bijdragen; etentje organiseren in de wijk, spullen weggeven, het ondersteunen van een buurvrouw.
  6. Maatschappelijk deelnemen; dagbesteding, deelnemen aan activiteiten in een ontmoetingscentrum

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Participatie indelen
Breed en smal
Breed = meedoen aan het maatschappelijke verkeer in al zijn facetten en ook op de
hoogte blijven van nieuws en actualiteiten.
Smal = deelname aan een bepaalde activiteit.  

Domein
participatie heeft betrekking op een activiteit in een bepaald domein.
Bijvoorbeeld sport, onderwijs, vrijwilligerswerk

Actief en passief
Lid zijn vs bestuursfunctie 

Doel en mate van interactie --> participatieladder

Slide 13 - Slide

Participatieladder
  • Participatieladder is de opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen. De zes niveaus (treden) van de ladder gaan van nergens aan meedoen tot volledige deelname.



Slide 14 - Slide

Met dagbesteding kun je doelen behalen.
A
👍
B
👎

Slide 15 - Quiz

Op basis waarvan kun je een doel formuleren?
A
Leeftijd
B
Autonomie
C
Hulpvraag
D
Participatie

Slide 16 - Quiz

Wat is participatie?
A
Opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen.
B
Het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.
C
Mensen met een specifieke achtergrond eisen gelijke rechten op.
D
Deelname aan een bepaalde activiteit.

Slide 17 - Quiz

Lisa doet elke ochtend een half uurtje een gymoefening met alle cliënten van de zorgboerderij. Hiervoor gebruikt ze allerlei attributen passend bij de verschillende hulpvragen van de cliënten, zoals ballen, hoepels en kegels.
In dit voorbeeld is sprake van:
A
Smalle participatie
B
Brede participatie

Slide 18 - Quiz

Participatie is in te delen in domeinen.
Jack is verstandelijk beperkt en gaat elke woensdag avond zwemmen in het plaatselijk zwembad.
A
Sport
B
Onderwijs
C
Vrijwilligerswerk
D
Betaalde arbeid

Slide 19 - Quiz

Met actieve en passieve participatie gaat over de inzet die het van
de cliënt vraagt om deel te nemen.
A
👍
B
👎

Slide 20 - Quiz

Emancipatie

Slide 21 - Mind map

Emancipatie
Emancipatie = opkomen voor jezelf. 
Geëmancipeerd zijn wil zeggen dat anderen naar je kijken zoals je bent en je accepteren zoals je bent. 

Mensen met een specifieke achtergrond willen ondanks hun 'anders-zijn'
zichzelf zijn. Jij ondersteunt de cliënt in het grip krijgen op zijn eigen leven.
Hierbij is een goede afstemming belangrijk, zodat de cliënt zijn autonomie
behoudt. 

Slide 22 - Slide

Aandachtspunten in het proces van emancipatie
Gelijkwaardigheid > naast de cliënt staan, dialoog aangaan.
Belangrijk hierbij is de wederzijdse communicate en noodzaak van ondersteunende communicatie. 

Keuzevrijheid > eigen keuzes kunnen en mogen maken. Vraagt specifieke benadering.

Ondersteuning > flexibiliteit en vraaggericht werken .Cliënt is het uitgangsputnt. 

Sociale (ondersteunings) netwerken > ervaringsdeskundigheid van het netwerk. 

Respectvolle bejegening >  omgang met elkaar, breed gedragen visie als voorwaarde voor empatische benadering. 



Slide 23 - Slide

Seksespecifieke ondersteuning
Verschillen tussen mannen en vrouwen hebben invloed op het
welzijn, ziekte en begeleiding. 

Het is belangrijk dat je rekening houdt met de invloed van sekse
op het ontstaan van de hulpvraag. 

Probeer aan te sluiten bij de belevingswereld van de mannen en vrouwen. 

Ga op zoek naar hun kracht! 

Slide 24 - Slide

schrijf op 
hoe zijn de volgende personen in het filmpje bezig met:
- dagbesteding
-participatie
-emancipatie

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide